Advertentie
financiën / Column

Cijfers overspoelen Kamer

Ons gemilitariseerde bezoek aan Afghanistan kost tot 2010 ruim twee miljard. We besteden jaarlijks negen miljard aan regelingen voor kinderen. Alleen door negen miljard te bezuinigen blijft de staatsschuld onder de zestig procent en het EMU-saldo onder de zes procent.

22 mei 2009

Het is kortom weer cijferseizoen. De jaarverantwoordingen 2008 zijn gepubliceerd en het is weer een overstelpende hoeveelheid. Alles lezen is onbegonnen werk. Tegenstrijdigheden of ongerijmdheden filteren een nog grotere klus. Maar belangrijker: wie waagt zich aan het duiden? Wat moet meer, minder, beter, anders?

 

De genoemde gegevens over kindregelingen, Afghanistan en bezuinigingsnoodzaak komen zelfs niet uit die stapel jaarverslagen van het Rijk zelf. Ik haal de cijfers uit het jaarlijks verschijnende voortreffelijke Jaarboek Overheidsfinanciën van de WimDreesstichting dat gratis op het internet is geplaatst. Filp de Kam c.s. hebben weer een aantal mooie en goed onderbouwde verhalen. Maar ze stellen ons ook voor indringende vragen.

 

De negen miljard aan kindregelingen moet leiden tot hogere vruchtbaarheidscijfers en een hogere arbeidsmarktparticipatie van vrouwen. Maar ze werken anders uit, omdat de steeds vaker inkomensafhankelijk vormgegeven regelingen ouders ontmoedigen meer te gaan werken. Wat te doen?

 

We geven meer uit dan we dachten aan onderwijs, ruim zes procent van het nationaal inkomen. Maar we besteden minder aan studenten in het wetenschappelijk onderwijs (11 procent daling sinds 2000) en heel veel meer aan kinderen in speciaal onderwijs (41% meer). Wat zegt ons dat?

 

We willen niet langer ons aardgasgeld verjubelen, zoals sinds 1970 met 201 miljard euro is gebeurd, die is ‘besteed’ en niet ‘geïnvesteerd’. Maar hoe dat te doen, een beleggingsfonds zoals Noorwegen? En waar belegt de staat dan in? Of met aardgasgeld de staatsschuld verkleinen en zo ‘ruimte’ maken voor toekomstige uitgaven? Goede vraag.

 

Deze wezenlijke kwesties op het snijvlak van beleid en geld roepen de vraag op hoe het parlement in debat met het kabinet een antwoord kan formuleren? Via de bestaande commissie voor Financiën, die de vakminister Bos controleert? Of de commissie Rijksuitgaven die allerlei comptabele zaken behandelt? Of de vakcommissies Onderwijs, Defensie en anderen? Volgens mij zijn er drie wegen om de Kamer beter in stelling te brengen.

 

Ten eerste is een bredere ondersteuning van Kamerleden belangrijk, de huidige staf is goed maar erg klein.

 

Ten tweede moet de Kamer maximaal gebruik maken van de mogelijkheid adviesorganen onderzoeken voor haar te laten verrichten. Dat mag formeel vaak wel maar gebeurt erg weinig.

 

Ten derde zou de Kamer een gezaghebbend algemeen begrotingscomité kunnen vormen. Breder dan financiën, minder technisch dan rijksuitgaven en onafhankelijker dan vakcommissies. Ter inspiratie het voorbeeld van het Amerikaans Congres, waar de (ja weer een commissie, maar toch!) algemene begrotingscommissie de gezaghebbende rol vervult die we hier rond verantwoording en allocatie nodig hebben. Anders verzuipt het parlement in cijfers en techniek.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie