CPB: rustig aan met bezuinigingen op gemeenten
Mochten politieke partijen de opschalingskorting willen voortzetten, dan geldt dat als een invulling van de maximaal mogelijke bezuiniging.
Wat het Centraal Planbureau betreft, is het geen vaststaand gegeven dat een nieuw kabinet de opschalingskorting weer activeert. Gebeurt dat wel, dan beoordeelt het CPB die maatregel als invulling van een nieuwe bezuiniging.
Keuzes in Kaart
Die streep trekt het CPB in de deze week gepresenteerde startnotitie Keuzes in Kaart 2025-2028. Daarin zet het onderzoeksinstituut de spelregels uiteen rond die hij straks hanteert bij zijn doorrekening van de diverse verkiezingsprogramma’s.
Gemeenten schoppen al langer tegen de opschalingskorting aan. Die korting kwam voort uit het plan gemeenten te dwingen op te schalen tot 100.000 inwoners en daarmee kosten te besparen. Dat voornemen, onderdeel van Rutte II in 2012, werd nooit uitgevoerd. De korting werd echter gehandhaafd, alleen werd hij de laatste jaren bevroren.
Half miljard
Het CPB maakt in de startnotitie duidelijk dat als politieke partijen de opschalingskorting weer van stal willen halen, ze dat expliciet als bezuiniging moeten opvoeren. Op die manier stelt het CPB grenzen aan de bezuinigingen op het overheidsapparaat van lokale overheden. De maximaal getolereerde korting op het gemeente- en provinciefonds in 2028 is volgens de rekenmeesters 0,5 miljard euro. Het CPB noemt dat een ombuiging ten opzichte van het zogeheten basispad. ‘In het basispad is er geen sprake van een opschalingskorting, omdat verondersteld wordt dat het besluit van het kabinet de opschalingskorting op te schorten ook in het basispad van kracht blijft’, aldus het CPB. ‘Mochten partijen de opschalingskorting willen voortzetten, dan wordt dit gezien als een invulling van de maximaal mogelijke korting.’
Kwaliteitsverlies
In de startnotitie staat verder dat dit soort ombuigingen ‘alleen haalbaar zijn onder strikte voorwaarden ten aanzien van politieke en ambtelijke sturing’ en kunnen leiden tot kwaliteitsverlies en minder dienstverlening. Mede daarom zullen maatregelen boven op deze maximale ombuigingen door het CPB niet worden gehonoreerd in de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s.
Efficiëntiekorting
Op nog een ander front vinden de gemeenten het CPB aan hun zijde. Waar ambtenaren van Financiën in hun Ombuigingslijst 2023 suggereren alle specifieke uitkeringen naar de algemene uitkering over te brengen met een efficiëntiekorting van 10 procent – de ruimte die daardoor ontstaat om lokale keuzes te maken zou in hun ogen naar verwachting tot een besparing leiden – laat het CPB weten dergelijke efficiencykortingen niet te tolereren. ‘Tenzij er over tenzij er overtuigend empirisch bewijs is dat deze gehaald zullen worden’, zo klinkt het streng.
Ik kan me niet anders voorstellen dan dat dat tot een enorm drama gaat leiden.