Deadline surfen met EU-Herstelplan
Wil ons land kans maken op 4,7 miljard EU-steun, dan moeten de hoge hypotheekschulden omlaag. De soep wordt echter zelden zo heet gegeten.
De spanning loopt op wat betreft het herstel- en veerkrachtplan waarmee Nederland 4,7 miljard uit Brussel kan ontvangen. In concept is het plan klaar, maar er moet nog flink wat werk worden verzet. Intussen tikt de klok.
Alle lidstaten van de Europese Unie hebben al (lang) een herstel- en veerkrachtplan ingediend. Het wachten is
op het Nederlandse document. Dat dient rond juni worden ingeleverd, zodat de Europese Commissie na de zomer tijd heeft er een oordeel over te vellen en naar de Raad te sturen. Die moet dan eind november dit jaar de finale beoordeling doen, zodat de betalingen op gang kunnen komen. Nederland heeft echter nog het nodige te sleutelen aan de inhoud van het plan en de bijbehorende begroting, aldus bronnen in Brussel. Ze waarschuwen inmiddels dat tijdgebrek dreigt.
Hervormingen
Een van de aan Nederland gestelde eisen om in aanmerking te komen voor de miljardensteun is voldoen aan de landenspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie. Om tot een stabielere economie te geraken, verwacht Brussel dat lidstaten met hervormingen aan de slag gaan. Een rondgang leert dat lidstaten die aanbevelingen vaak naast zich neerleggen. Op het negeren staan weliswaar boetes, maar tot nu toe werden ze in de praktijk nooit opgelegd. Dat is in elk geval de conclusie van Nils Redeker, onderzoeker aan het Jacques Delors Centre of Excellence van de Hertie School of Management in Berlijn. Met het herstel- en veerkrachtplan (officieel Recovery and Resilience Facility — RRF) komt daar meer dwang in. Dat is conform de eis die Nederland als een van de grote financiers van het ongeveer 750 miljard grote RRF-plan voor de hele EU heeft gesteld: geen hervormingen, geen geld.
Hypotheekrente
Naar verluidt gaan de besprekingen tussen Nederland en de Europese Commissie over de invulling van die landenspecifieke aanbevelingen van 2019 en 2020. Ze betreffen de hoge huizenprijzen en daarmee gepaard gaande hoge hypotheekschulden, bescherming van zelfstandigen die veelal geen arbeidsongeschiktheidsverzekering hebben en de houdbaarheid van de pensioenen. Vooral over die eerste twee punten zouden nog gesprekken worden gevoerd.
De Nederlandse overheid werkt aan beide thema’s. Fiscale aftrek van de hypotheekrente ligt al jaren op tafel en die wordt voor de hogere inkomens beperkt. In het najaar schreef het kabinet aan de Tweede Kamer dat verdere beperking iets is waar dringend over moet worden nagedacht vanwege het herstel- en veerkrachtplan. Brussel noemt doelen maar geen specifieke maatregelen en gaat Nederland bijvoorbeeld niet verplichten de aftrekbaarheid van de hypotheekrente te schrappen, zei het hoofd van de task force voor het RRF-plan, Celine Gauer, onlangs tegen Follow the Money.
In de verordening staat het ook zo: lidstaten moeten een significant deel van de aanbevelingen uit het Europees semester van 2019 en 2020 ‘adresseren’. Of wat wordt gedaan genoeg is, is dan weer aan het oordeel van
de Europese Commissie. Dat oordeel wordt weer getoetst door de Raad waarin de lidstaten zitten.
Druk
Die koppeling van hervormingen aan geld vergroot de coördinatiemogelijkheden van de Europese Commissie, zegt Redeker. Eerder had de Europese Commissie veel minder mogelijkheden om economische risico’s binnen de lidstaten te verkleinen. ‘De huidige werkwijze betekent dat sommige landen zich kunnen proberen te drukken’, zegt de Duitse Europarlementariër Damian Boeselager — namens Volt lid van de Groenen in het Europees Parlement. De reden daarvan is dat voor landen als Nederland en Duitsland veel minder van de miljardensteun afhangt, en dat dus aan deze lidstaten minder kan worden gevraagd: ze maken een kleiner percentage uit van het bruto binnenlands product (bbp). ‘Voor Nederland is dat met 4,7 miljard nog geen half procent. Het geld voor de Zuid- en Oost-Europese lidstaten maakt een veel substantiëler deel uit van bbp’, aldus Boeselager. Hij zou liever zien dat alle lidstaten dezelfde druk ondervinden om hervormingen door te voeren.
Monitoring
Monitoring van waar het RRF-geldt uiteindelijk naar toe gaat wordt overigens bepaald moeilijk, zo verwacht ERAC-directeur Vincent Ketelaars. ‘Europa bepaalt niet in detail waar die miljarden aan begrotingssteun uiteindelijk naartoe gaan. Dat zou de autonomie van de lidstaten aantasten. Het gaat dus niet om direct herleidbare subsidies in projectbegrotingen, maar om abstracte uitgaven via de rijksbegroting. In die zin is de besteding van die coronagelden redelijk vrij. Als je euro’s niet goed kunt volgen, kun je uitgaven niet relateren aan resultaten. Zodat het ook lastig zal zijn de effecten van de steun kwantitatief in beeld te brengen. Ik verwacht daarom dat de monitoring straks vooral kwalitatief van aard zal zijn.’
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 9 van deze week
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.