Advertentie
financiën / Ingezonden

Achterstallig onderhoud is risicovol

Het probleem 'achterstallig onderhoud' is deels onzichtbaar, waardoor er geen druk bestaat om het op te lossen.

08 mei 2023

In Nederland steken we jaarlijks vele miljarden in het inrichten van de openbare ruimte. Je zou verwachten dat er dan ook jaarlijks voldoende geld wordt geïnvesteerd om ervoor te zorgen dat die openbare ruimte pico bello blijft. De werkelijkheid is anders: Het instorten van een brug, zoals in Genua, kan zich ook in Nederland voordoen. Oorzaak: een tekort aan budget voor het beheer. Verontrustend: de gemeenteraad is hiervan vaak niet op de hoogte.

Volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken (2016) kampt ongeveer 10 procent van de gemeenten met achterstallig onderhoud op de openbare ruimte. Die achterstalligheid is risicovol. Naast het ontstaan van incidenten kan het leiden tot onverwachte onderhoud met praktische gevolgen (zoals bereikbaarheidsproblemen). De gemeente is als eigenaar hiervoor juridisch aansprakelijk. Daarnaast worden de kosten van het noodzakelijke onderhoud op deze wijze doorgeschoven naar de toekomst, hetgeen gemeenteraden op termijn voor grote financiële problemen stelt. Dit gedrag verwachten burgers niet van hun overheid. Genoeg reden dus om het ontstaan van achterstallig onderhoud nader te beschouwen.

Een bekende oorzaak ligt in het feit dat sommige gemeenteraden bewust hebben bezuinigd op het beheer van de openbare ruimte. Een nagenoeg onbesproken oorzaak van het achterstallig onderhoud is gelegen in een ouderwetse wijze van begroten, namelijk ‘incrementeel budgetteren’. Dit komt regelmatig voor bij beheerafdelingen. Deze manier van begroten is gebaseerd op wat er in het verleden nodig was en niet op prognoses inzake de toekomstige behoefte aan budget (‘reëel begroten’). Hierdoor kan in de loop van jaren een steeds groter tekort aan budget ontstaan.

Het management is verantwoordelijk voor de wijze van begroten, waardoor ze niet snel genegen zijn om zelf het probleem te onderzoeken en aan te kaarten

Wanneer achterstallig onderhoud op deze manier ontstaat, is de omvang ervan vaak niet bekend. De schaarse financiële middelen worden namelijk noodzakelijkerwijs gebruikt voor het beheer dat het meeste prioriteit heeft. Hierdoor ontstaat niet alleen achterstallig onderhoud op de openbare ruimte, maar ook op de organisatie. Dat laatste leidt onder andere tot tekorten aan data en kennis. Daarnaast is het management verantwoordelijk voor de wijze van begroten, waardoor ze niet snel genegen zijn om zelf het probleem te onderzoeken en aan te kaarten. De gemeenteraad wordt hierover dus niet (of slechts gedeeltelijk) geïnformeerd. Hierdoor zijn ook de accountant en provincie (financiële toezichthouders) niet op de hoogte van het bestaan van dit achterstallig onderhoud en de daarmee gepaard gaande financiële risico’s. Het percentage gemeenten met achterstallig onderhoud is daardoor in de praktijk aanzienlijk hoger dan de eerder vermelde 10 procent.  

Het probleem is dus deels onzichtbaar, waardoor er geen druk bestaat om het op te lossen. Er zijn echter mogelijkheden om dit patroon te doorbreken. Denk bijvoorbeeld aan gerichte (rekenkamer)onderzoeken vanuit raad of provincie. Dat kan vervolgens leiden tot inzicht in het bestaan van achterstallig onderhoud en de keuze voor een beter systeem van begroten. Geduld is vervolgens een schone zaak, blijkt uit eigen ervaring. De huidige situatie (zoals omvang en kwaliteit areaal) moet namelijk eerst inzichtelijk worden gemaakt en de kennis om reëel te begroten ontbreekt bij de beheerafdeling. Reden te meer waarom dit onderwerp snel serieuze aandacht verdient.

Erik de Vries, verandermanager fysiek domein

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hielco Wiersma
Onderhoud van infrastructuur, gebouwen en goederen is een primaire taak van bedrijven en van de Overheid. Wat je hebt dan wel wilt blijven gebruiken moet je in goede staat houden.
Het visionair denken over de infrastructuur van de buitenruimte hebben we in ieder geval nog niet uitgevonden. Als je grote elektrische bakfietsen toelaat op fietspaden van over het algemeen 1 tot 1,5 meter dan leidt dat vanwege de verkeersveiligheid natuurlijk ook tot aanpassing van de breedte van de meeste fietspaden en eveneens vaak tot aanpassing van de aangrenzende groenvoorziening. Voor het geval iemand het nog niet wist: dat brengt extra kosten met zich mee.
Advertentie