Advertentie
financiën / Column

Andere tijden

Nee, niet nog meer Obamania in deze kolommen. Hoewel het verleidelijk is alles en nog wat aan hem toe te schrijven, denk ik dat zijn verkiezing goed past in de veranderende tijdgeest. Een kentering, ook in het denken over overheidsmanagement en overheidsfinanciën.

14 november 2008

New public management, de bedrijfsmatige overheid, is oud geworden, er breken nieuwe tijden aan. Zonder een overheid die aan anorexia lijdt, zonder beleggende overheidsboekhouders en zonder de vooronderstelling dat de markt superieur is.

 

Al Gore, de net-niet president heeft heel wat op zijn geweten. Het is immers zijn omarming van bedrijfsmatige concepten voor de (Amerikaanse) overheid die navolging kreeg in westerse landen. Zij namen het concept te klakkeloos over, gaven het aan medeoverheden en andere landen, tot ontwikkelingslanden toe.

 

Het heeft niet gebracht wat het beloofde. Toch moeten we new public management niet helemaal ter zijde schuiven. De dienstverlening inrichten vanuit de behoefte van de burger als klant is een groot goed. Investeren in loopbaankansen voor medewerkers is dat ook. Een minder technische, meer beleidsmatige begroting is zeker nuttig, net als zakelijker sturing tussen opdrachtgever en uitvoerder. En zo zijn er meer verdiensten.

 

Maar de schaduwzijde is er ook. De markt is te innig omarmd als dé oplossing. Per saldo is marktwerking te breed toegepast. Ook bij ontbrekende of onvolledige concurrentie zijn publieke taken vervreemd. De sterkere rol van gelddenken en controllers heeft geleid tot controlitis en cijferfetisjisme. Kosten- batenanalyses zijn in plaats van politieke eindoordelen gekomen. Bankierende overheden hebben daar zeker aan verdiend, al hebben zij ook door incidenten als Icesave reputatieverlies geleden als hoeders van schaarse belastingmiddelen.

 

Inmiddels wordt het idee verlaten dat de markt superieur is, dat bedrijfsmatig management verkieslijk is, dat prestatiebeloningen ook voor ambtenaren moeten gelden. Minister van Financiën Bos bracht het nog zuinig eerder dit jaar: bij staatsdeelnemingen geldt niet meer ‘markt tenzij’ maar ‘publiek tenzij’. Maar misschien is het tijd om niet meer zo zuinig en pragmatisch te kijken naar de balans overheid-markt.

 

Zonder nu te betogen dat de overheid net als bij de banken meer bedrijven moet nationaliseren, is het wel tijd na te gaan of niet op meer terreinen het markt-tenzijprincipe verlaten moet worden. Waarom commercialiseren we de zorg, thuishulp, onderwijs, uitvoering van overheidstaken als sociale diensten, infrastructuuraanleg- of onderhoud of re-integratie? Als publieke organisaties hun taken niet helemaal naar behoren uitvoeren, is te snel gezocht naar marktoplossingen. Oplossingen die hun eigen feilen kenden.

 

De tijd en energie die is gestoken in het doen ontstaan van markten, taakuitbesteding, kundig opdrachtgeverschap kan beter besteed worden aan verbetering van bestaande publieke dienstverlening. Gewoon publieke organisaties belangwekkende taken toevertrouwen, toereikende budgetten beschikbaar stellen en hoge eisen stellen aan de taakuitoefening. Slecht presenterende organisaties aanpakken en afscheid nemen van falende managers. Als dat de nieuwe trend wordt in het publiek management teken ik daarvoor.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie