Alternatief voor opcenten op lange baan
Op zijn vroegst in 2010 neemt het kabinet een beslissing over een nieuwe provinciale belasting.
De twaalf provincies houden een eigen belastinggebied, zo is afgesproken in het vorige week gesloten bestuursakkoord tussen rijk en provincies. De huidige provinciale belasting, de opcenten op de motorrijtuigenbelasting, komt op termijn te vervallen, omdat het rijk de kilometerprijs voor personenauto’s wil invoeren. Het plan is de motorrijtuigenbelasting geleidelijk af te schaffen in de periode 2012 - 2016.
In februari stelden de ministeries van Financiën en Binnenlandse Zaken in overleg met de provincies nog vóór de zomer met een voorstel voor een provinciaal belastinggebied te komen. In het bestuursakkoord is afgesproken dat kabinet en de verzamelde provincies gezamenlijk nu eerst een nader onderzoek gaan uitvoeren naar de mogelijkheden voor een provinciale belasting. Die belasting zou nauw moeten aansluiten bij het provinciale takenpakket. Het onderzoek zal uiterlijk in 2010 zijn afgerond. Uitgangspunt van het gezamenlijke onderzoek is, zo staat in het bestuursakkoord, dat de provincies een eigen belastinggebied behouden.
Een derde tot de helft van de provinciale begrotingen komt uit de motorrijtuigenbelasting. In totaal betalen eigenaren van auto’s en motoren dit jaar 1,3 miljard euro aan opcenten aan de provincies. In 2000 lag dat bedrag volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek nog op ruim zeshonderd miljoen euro. De opcenten worden berekend als een vast percentage over de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting die het rijk oplegt. De hoogte van de belasting is afhankelijk van het gewicht van het voertuig en het type brandstof.
Cultuur
De koepelorganisatie van de provincies, het Interprovinciaal Overleg (IPO), stelt tevreden te zijn met het bereikte akkoord, waarin verder afspraken zijn vastgelegd over decentralisatie van rijkstaken en het verlichten van de rijksbegroting door de provincies voor een bedrag van zeshonderd miljoen euro. Provincies nemen enkele rijks- en vaarwegen over, de gelden voor de stads- en dorpsvernieuwing voor de kleinere gemeenten (ISV), regionale uitvoeringsprojecten van de nota Ruimte, bodemsanering, externe veiligheid en de natuurwetgeving. Op cultureel terrein wordt de provinciale rol versterkt bij de monumentenzorg, de Regionale Historische Centra en de Friese taal. De decentralisatie-agenda versterkt volgens zowel het ministerie van Binnenlandse Zaken als het IPO het profiel en de rol van de provincies op ruimtelijk-economisch terrein en op het gebied van cultuur, ongeveer in de lijn zoals de commissie-Lodders half maart al adviseerde. Het akkoord, waarover maanden is onderhandeld, loopt tot en met 2011.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.