Stijging provinciale inkomsten uit wegenbelasting
Dat blijkt uit CBS-onderzoek naar de provinciale begrotingen. Waar de provincies meer denken te gaan ontvangen, verwacht het rijk juist een daling van de inkomsten uit de wegenbelasting – 2,9 procent minder dan oorspronkelijk geraamd.

De provincies verwachten dit jaar 1,7 miljard euro inkomsten te hebben uit de motorrijtuigenbelasting – 34 miljoen euro meer dan geraamd. De stijging is onder andere te danken aan hogere tarieven.
Dat blijkt uit CBS-onderzoek naar de provinciale begrotingen. Waar de provincies meer denken te gaan ontvangen, verwacht het rijk juist een daling van de inkomsten uit de wegenbelasting – 2,9 procent minder dan oorspronkelijk geraamd. Belastingmaatregelen zoals de (gedeeltelijke) vrijstelling van gedeeltelijk of volledig elektrische voertuigen hebben een remmend effect op de verwachte opbrengsten. Daarnaast zorgt een minder snelle groei van het aantal registraties van onder andere personenauto’s voor lagere opbrengsten dan eerder werd verwacht. De minder snelle groei is volgens het CBS vooral te wijten aan een negatiever economisch beeld door corona. Maar nog altijd levert de wegenbelasting (motorrijtuigenbelasting) het rijk dit jaar 4,2 miljard euro op.
Meer zware auto’s
Bij de provincies wordt wel rekening gehouden met een stijging van de inkomsten uit motorrijtuigenbelasting. Ze verwachten dit jaar 34 miljoen euro meer binnen te krijgen dan was geraamd; in totaal ruim 1,7 miljard euro. Dat is een stijging van 2,0 procent vergeleken met een jaar eerder.
Behalve door hogere tarieven, is de stijging een gevolg van een toename van het aantal auto’s met een hoger gewicht; het gewicht vormt de grondslag van de motorrijtuigenbelasting van de in Nederland geregistreerde auto’s. Wel remt de toename van het aantal volledig elektrische auto’s die groei iets.
Tariefsverhogingen
Provincies mogen zelf het opslagpercentage, het zogenoemde opcententarief op de motorrijtuigenbelasting, bepalen. Mede daardoor, en ook omdat het aantal auto’s zich niet in elke provincie gelijk ontwikkelt, zijn er aanzienlijke verschillen per provincie. De helft van de twaalf provincies verhoogt dit jaar de opcententarieven, vijf provincies houden hun tarieven gelijk. Alleen de provincie Zeeland verlaagt het opcententarief naar het oude niveau van voor 2019.
Zeeland
Voor een Zeeuwse automobilist met een auto van 1.200 kilogram op benzine betekent dat een daling van 12 euro op jaarbasis. Deze automobilist gaat 608 euro betalen aan wegenbelasting in 2022. In de duurste provincie, Drenthe, betaalt een autorijder 636 euro voor een vergelijkbaar voertuig. De provincie Noord-Holland is het goedkoopst, daar kost een vergelijkbare auto 568 euro op jaarbasis.
Kunnen ze dan helemaal niet ramen op de provincie?
Kennelijk gebeurt er iets waar de provincies helemaal geen rekening mee hebben gehouden; de tarieven worden hoger en dan stijgen plots, als een natuurverschijnsel, de inkomsten.
Daar houd je toch geen rekening mee.........