Onzekerheid over AI-technieken

Overheidsorganisaties wereldwijd zijn van plan meer te investeren in kunstmatige intelligentie (AI), maar werknemers blijven huiverig. Dat concludeert onderzoeksbureau Gartner. Een op de drie werknemers die AI hebben gebruikt, denkt dat het zijn baan kan bedreigen. Het Europees Parlement maakt zich intussen zorgen over de ontwikkeling en het gebruik van de nieuwe technieken.

Data mining

36 procent van de ondervraagde Chief Information Officers gaven aan van plan te zijn dit jaar meer te investeren in AI. Chatbots zijn de meest ingezette vorm van AI-technologie: 26 procent geeft aan ze te gebruiken en 59 procent verwacht ze binnen drie jaar te gebruiken. De belangrijkste technologie voor de toekomst lijkt echter data mining met behulp van machine learning te zijn: 16 procent gebruikt het op dit moment en 69 procent is van plan het in de toekomst te gebruiken.

Baan in gevaar

Maar in een aparte enquête gaven de ondervraagden aan nog steeds onzeker te zijn over de technologie. Dat is met name het geval bij mensen die er nog niet mee hebben gewerkt: 34 procent van de medewerkers die nog niet met AI hebben gewerkt, gaf aan dat het hun beter in staat stelde hun werk te doen, tegenover 53 procent van de medewerkers die wél met AI hebben gewerkt. Bijna een op de drie werknemers die AI heeft gebruikt, denkt dat het hun baan in gevaar brengt, tegenover een kwart van de werknemers die het niet heeft gebruikt.

Van kritiek belang

Automatisering, inzicht en informatie zijn als prioriteiten van elkaar afhankelijk, vertelt een senior onderzoeker van Gartner, maar de steun van de werknemers is van kritiek belang. Het advies is om een duidelijk verband te trekken tussen de technologie en de resultaten die het oplevert.

Strenger controleren

Intussen wil het Europees Parlement dat AI-technieken als gezichtsherkenning of cameragebruik bij de politie strenger worden gecontroleerd. Ook moet er een verbod komen op geautomatiseerde herkenning in de openbare ruimte en maakt het Europarlement zich zorgen over de inzet van biometrische gegevens, waarmee mensen op afstand kunnen worden geïdentificeerd.