Digitale weerbaarheid krijgt voorrang van rijk

Het rijk geeft binnen de digitale strategie voorrang aan weerbaarheid. Dat schrijft staatssecretaris Van Huffelen (Digitalisering, D66) in een brief aan de Tweede Kamer. Het sturen op risico’s, feitelijke veiligheid en weerbare medewerkers moet voor die weerbaarheid zorgen. En voor het verbeteren van de kennis en capaciteit benadrukt Van Huffelen de samenwerking met het bedrijfsleven.

Herstelbaar

Drie van de tien thema’s uit de I-strategie van het rijk krijgen voorrang: digitale weerbaarheid, technische expertise en het benutten van kansen. ‘Door continu te werken aan de versterking van onze digitale weerbaarheid’, schrijft de staatssecretaris, ‘borgen we dat (basis)informatie onder alle omstandigheden beschikbaar is, correct en volledig is en alleen toegankelijk voor de juiste personen. En als er onverhoopt iets misgaat, wordt dat snel opgemerkt en is het herstelbaar.’

Van Huffelen denkt hierbij aan hybride werken, cloudtoepassingen en ‘digitale soevereiniteit ook in het licht van geopolitieke ontwikkelingen en de toename van digitale criminaliteit’. Ze wil bijvoorbeeld red-teaming aanmoedigen, een oefening om kwetsbaarheden op te sporen.

Verleiding

Het gebrek aan kennis en capaciteit moet ook worden aangepakt. Het gaat daarbij niet alleen om personeel ‘te verleiden bij de overheid te komen en blijven werken’, maar ook om de kennis bij het overige personeel te verbeteren. Hiervoor wordt steeds nauwer samengewerkt met de markt: ‘met een klankbordfunctie vanuit het bedrijfsleven, pilots voor de 1-op-1-coaching van topmanagers en bijdragen aan lopende opleidingstrajecten door wederzijdse inzet van inhoudelijk experts.’

Het derde thema dat voorrang krijgt is het benutten van kansen door beleid en uitvoering (‘I in het hart’ genoemd). ‘Bij het maken van elk nieuw stuk beleid, wetgeving, uitvoering of toezichtsarrangement’ moet vooraf rekening worden gehouden met de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.