Ollongren bepaalt verlanglijst voor Omgevingswet
In een brief aan de Eerste Kamer heeft minister Ollongren vijf minimumcriteria bepaald die noodzakelijk zijn voor een geslaagde invoering van de Omgevingswet. Ze kondigt onderzoek aan naar alternatieve routes, mochten decentrale overheden per 1 januari 2022 niet volledig aan de eisen kunnen voldoen.
In een brief aan de Eerste Kamer heeft minister Ollongren vijf minimumcriteria bepaald die noodzakelijk zijn voor een geslaagde invoering van de Omgevingswet. Ze kondigt onderzoek aan naar alternatieve routes, mochten de decentrale overheden per 1 januari 2022 niet volledig aan haar eisen kunnen voldoen.
Zorgen
Bij veel partijen in de Eerste Kamer bestaan zorgen of de geplande invoeringsdatum van 1 januari 2022 haalbaar is. Vooral het digitale stelsel omgevingswet (DSO) geldt daarbij als knelpunt. De zorgen werden onlangs gevoed door onderzoek van Binnenlands Bestuur en de Wethoudersvereniging, waaruit dat de helft van de geënquêteerden voor uitstel of afstel is. In de Kamerbrief stelt Ollongren vijf randvoorwaarden op waaraan door decentrale overheden op de geplande invoeringsdatum moet zijn voldaan.
Meest cruciaal
De meest cruciale voorwaarde is dat elke gemeente of provincie straks in staat is om een aanvraag of melding van een burger of bedrijf vanuit de landelijke voorziening van het DSO te ontvangen en af te handelen. Dit voorjaar zal volgens Ollongren blijken of daarvoor alternatieve maatregelen nodig zijn. Die moeten op hun beurt uiterlijk in juli beschikbaar komen.
Planvorming
De tweede eis luidt dat gemeenten na de invoering van de wet hun omgevingsplan moeten kunnen aanpassen, om vertraging bij alle ruimtelijke opgaven te vermijden. ‘Vooruitlopend op de inwerkingtreding moeten gemeenten planvorming voor urgente gebiedsontwikkeling op kunnen starten en overige aanpassingen aan het omgevingsplan kunnen voorbereiden’, schrijft Ollongren. Om de ‘continuïteit van planvormingsprocessen’ te garanderen, moet volgens de minister in april helder zijn welke alternatieven voor gemeenten (eventueel) beschikbaar komen.
Omgevingsvisie
De derde voorwaarde is dat alle provincies en het rijk over een vastgestelde omgevingsvisie beschikken, die wordt ontsloten via het DSO. Mocht dit per 1 januari 2022 niet zo zijn, dan is er volgens de Ollongren al een alternatief voor handen: opname van de visies in de huidige digitale voorziening (www.ruimtelijkeplannen.nl), waarna ze via een overbruggingsfunctie in het DSO zichtbaar kunnen worden gemaakt.
Verordening
De vierde eis luidt dat alle provincies een omgevingsverordening hebben vastgesteld en gepubliceerd in de landelijke variant van het DSO. Ollongren voorziet dat niet alle provincies eind dit jaar zo ver zullen zijn. ‘Het kan noodzakelijk zijn hier een tijdelijke alternatieve maatregel voor te ontwikkelen en in te zetten.’ Dat geldt ook voor het vijfde en laatste criterium: dat alle provincies, waterschappen en het rijk kunnen werken met het projectbesluit.
Tweede Kamer
In de komende twee maanden hakt de Eerste Kamer de knoop over de invoeringsdatum door. De zorgen in de Senaat hebben ook de Tweede Kamer bereikt, die in december al instemde met invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2022. Een motie van GroenLinks om de Omgevingswet alsnog uit te stellen kreeg vrijwel de gehele oppositie in de Tweede Kamer mee, maar dat was onvoldoende voor een meerderheid. Ook een door de decentrale koepels sterk bepleit noodfonds ter bekostiging van de invoering werd door de Tweede Kamer verworpen.
Reacties: 10
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Soort van: ik bestel een auto met als minimumeis dat hij kan rijden, maar als noodoplossing vind ik duwen ook akkoord....
Veel absurder kan het niet worden volgens mij.
De 'vrijvallende ambtenaren' kunnen dan meteen worden ingezet op de dossiers 'wonen'en 'klimaattransitie'.