Nederlanders in EU meest digivaardig

Nederlanders zijn van de inwoners van de 27 EU-landen het meest digivaardig. In de leeftijdscategorie van 17 tot 74 jaar beschikt 83 procent van de Nederlanders over digitale basisvaardigheden, gevolgd door Finland (82 procent) en Denemarken (70 procent).

Roemenië en Bulgarije minst digivaardig

Aan de andere kant van het spectrum werd het laagste aandeel geregistreerd in Roemenië (28 procent), gevolgd door Bulgarije (36 procent) en Polen (44 procent). Gemiddeld beschikte vorig jaar 56 procent van de mensen over ten minste algemene digitale basisvaardigheden.

Deze informatie is afkomstig uit nieuwe Eurostat-gegevens over het ICT-gebruik in huishoudens en door individuen. De indicator voor digitale vaardigheden is een van de belangrijkste indicatoren binnen het Digitale Decennium waarin de EU-visie op digitale transformatie uiteen is gezet. Het doel voor het jaar 2030 is dat 80 procent van de EU-burgers tussen 16 en 74 jaar over ten minste digitale basisvaardigheden beschikt.

Contact met overheid

De EU heeft dat beleid geformuleerd omdat de samenleving steeds digitaler wordt. Zo vindt contact tussen burgers en overheden steeds vaker digitaal plaats. Maar ook de communicatie met zorginstellingen of boodschappen-doen gaat steeds vaker digitaal.

Ongeveer 11 procent van de Nederlanders van 16 tot 65 jaar heeft geen of weinig ervaring met de computer, zo bleek uit eerder Nederlands onderzoek. Onder 55-plussers dit zelfs zo’n 20 procent. Van de laaggeletterden in Nederland kan ruim 30 procent niet goed omgaan met een computer.

Vaardigheidslessen

Nederlandse gemeenten krijgen ieder jaar ongeveer 60 miljoen euro van het rijk om achterstanden in taal, rekenen en digitale vaardigheden bij hun inwoners aan te pakken, bijvoorbeeld door aanbod van cursussen. Zulke vaardigheidslessen maken ook vaak deel uit van integratiecursussen of sollicitatietrainingen.

Over het geheel genomen hebben digitale vaardigheden betrekking op vijf gebieden: informatie- en datageletterdheid, communicatie- en samenwerkingsvaardigheden, vaardigheden voor het creëren van digitale inhoud, veiligheidsvaardigheden en probleemoplossende vaardigheden. Om ten minste over algemene digitale basisvaardigheden te beschikken, moeten mensen weten hoe ze ten minste één activiteit met betrekking tot elk gebied moeten uitvoeren.