Geboortedatum als service
Los de GBA-problemen op, en maak een fictieve geboortedatum mogelijk.
Los de GBA-problemen op, en maak een fictieve geboortedatum mogelijk.
Nederlanders die geen geboortebewijs uit het land van herkomst kunnen overleggen worden met een bijzondere geboortedatum geregistreerd in de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA). Bij deze mensen wordt dan ‘00’ op de plaats van dag, maand of jaar ingevuld omdat de exacte geboortedatum niet bekend is of bewezen kan worden. De geboortedatum die zo ontstaat, is een niet-bestaande datum. Deze niet-bekende en niet-bestaande geboortedatums geven deze personen en organisaties regelmatig problemen door informatiesystemen die alleen bestaande datums accepteren. Eerder schreven wij over deze problematiek naar aanleiding van wat wij in de praktijk bij onze klanten (gemeenten, ziekenhuizen) tegen zijn gekomen. Recent heeft staatssecretaris Bijleveld opnieuw geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Pierre Heijnen. Een inwoner uit Zoetermeer heeft tot aan de Raad van State geprocedeerd om een echte geboortedatum in het paspoort te krijgen. Bieden deze twee ontwikkelingen een kans op een oplossing voor de mensen met een (deels) onbekende geboortedatum?
Door elektronische dienstverlening, toenemende informatie-uitwisseling tussen overheidsinstanties en het gebruik van het BSN-nummer is gebleken dat mensen met een niet-bekende geboortedatum maatschappelijk hinder ondervinden. Dit wordt veroorzaakt door informatiesystemen die niet om kunnen gaan met een niet-bestaande datum. Mede omdat datumvelden in informatiesystemen gebruikt worden voor berekeningen is dit probleem niet technisch op te lossen. Deze personen kunnen bijvoorbeeld geen elektronische formulieren op een gemeentelijke website gebruiken doordat deze een datum met ‘00’ daarin niet accepteert. In de zorg wordt gegevensuitwisseling over de betreffende persoon belemmerd omdat de geboortedatum een essentiële rol speelt in het vaststellen van iemands identiteit.
Allereerst: waarom is dit belangrijk; is dit geen muggenzifterij op de vierkante millimeter? Ons inziens niet. Het gaat hier om details met grote gevolgen voor individuele personen. Zij ondervinden daadwerkelijk hinder in hun contacten met de overheid en andere instanties. De authenticiteit van en informatie over personen is altijd een basisvoorwaarde voor alle vormen van dienstverlening. De overheid moet ervoor zorgen dat alle Nederlanders van dezelfde voorzieningen gebruiken kunnen maken. Een specifieke groep wordt door hun onbekende geboortedatum onnodig achtergesteld.
Uitspraak Raad van State
De persoon die de zaak aanspande is niet in het gelijk gesteld, helaas. Enerzijds lezen we in de uitspraak de ‘kille’ constatering dat de overheid niets te verwijten is omdat ze strikt volgens de wet heeft gehandeld. Anderzijds is er de ‘warme’ erkenning voor het feit dat de betrokkene daadwerkelijk ‘maatschappelijk hinder’ ondervindt. Maar daar hebben de betrokkene, en alle andere mensen met hetzelfde probleem, in de praktijk natuurlijk niets aan. Het stukje erkenning zou ons inziens echter wel bij moeten dragen aan de druk op de overheid om dit probleem structureel op te lossen.
In haar antwoord geeft Staatssecretaris Bijleveld eerst aan geen cijfers te kennen van klachten van uitvoeringsinstanties en dat er binnen de (gemeentelijk) overheden weinig klachten zijn. Dit betreuren wij. Naar ons idee onderschat de staatssecretaris de problematiek voor de betreffende individuen. Bovendien staan we aan het begin van verdergaande digitalisering en gegevensuitwisseling tussen instanties waardoor de hinder die mensen kunnen ondervinden zullen gaan toenemen.
Vervolgens geeft ze aan hoe de Sociale Verzekerings Bank (SVB) er in de praktijk mee omgaat: er wordt een fictieve datum bepaald: 1 juli van het jaar of de 16e als alleen de maand bekend is. Hiermee wordt bevorderd dat de SVB en de Gemeentelijke Sociale Diensten op dezelfde wijze omgaan met onbekende geboortedata. Ook de Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND) stelt tegenwoordig een fictieve geboortedatum vast op basis van regels, maar uit de beantwoording van de staatsecretaris blijkt niet of de IND dezelfde regels hanteert. Tenslotte wil ze onderzoeken of bij nieuwe Nederlanders de door de IND vastgestelde datum opgenomen kan worden in de GBA, waarvoor de wet aangepast moet worden.
Kansen voor een oplossing?
Bieden de uitspraak van de Raad van State en de reactie van staatssecretaris Bijleveld nu kansen voor een oplossing voor de mensen met een onbekende geboortedatum? Ons inziens zou voor de korte termijn het afkondigen van de ‘SVB-richtlijn’ voor heel Nederland ook voor andere instanties tenminste enige eenduidigheid opleveren. Zeker als er meer bekendheid aan deze afspraken gegeven zou worden weten de doelgroep en instanties waar ze aan toe zijn.
Voor de geautomatiseerde koppelingen tussen informatiesystemen is dit nog geen oplossing. Hiervoor is implementatie van de ‘SVB-richtlijn’ in de landelijke voorzieningen zoals GBA-V en SBV-Z (Sectorale Berichten Voorziening in de Zorg) noodzakelijk. Deze voorzieningen geven nog steeds de – voor de meeste informatiesystemen ongeldige – ‘00’-datum door. Voor het toepassen van de ‘SVB-richtlijn’ hoeft geen GBA of wet voor aangepast te worden, omdat de ‘SVB-richtlijn’ zich gemakkelijk laat automatiseren in de landelijke voorziening zelf. Zij kan een dag ‘00’ uit de GBA doorgeven als ‘16’ en een dag/maand ‘0000’ als ‘0107’. Het is voor de gemeenschap vele malen goedkoper om de landelijke voorzieningen aan te passen dan elk afzonderlijk afnemend systeem.
Tenslotte geeft staatsecretaris Bijleveld een kleine opening naar een structurele oplossing. Ze wil onderzoeken of bij nieuwe Nederlanders de door de IND vastgestelde datum opgenomen kan worden in de GBA, waarvoor de wet aangepast moet worden. Naar ons idee moet er inderdaad iets in de bron aangepast worden. Hopelijk gebeurt dat dan wel op een zodanige manier dat in één keer alle fictieve geboortedata door een geschatte datum vervangen zullen worden en niet alleen voor nieuwe inburgeraars. Dat gaat waarschijnlijk niet gebeuren omdat de GBA-registratie momenteel wettelijk gezien alleen gebaseerd mag zijn op brondocumenten. Naar ons idee zit hier echter de problematiek ook niet echt. De GBA gaat steeds meer dienen als basis voor service aan de burger. In die zin zou de wet aangepast moeten worden: de servicerol moet daarin omschreven worden, waarbinnen het bepalen van een fictieve geboortedatum opgenomen kan worden, als service en niet per sé als registratie. De GBA-systemen (binnen een gemeente) en de landelijke voorzieningen zorgen vervolgens voor de verspreiding.
Los het nu op
Goed, de wet aanpassen ligt op het bordje van de politiek en mede door de erkenning in de uitspraak van de Raad van State pakt ze dit hopelijk snel op. Maar wie neemt het initiatief voor de korte termijn? Met een richtlijn en goede communicatie kan al veel verbeterd worden. Mogelijk kunnen, naast de landelijke overheid, ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken hier een rol in spelen. Daarnaast pleiten we voor het aanpassen van de landelijke voorzieningen, waarvoor de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (voor de SBV-Z) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (voor de GBA-V) het initiatief moeten nemen. In ieder geval: oplossen zal hoe dan ook kosten voor aanpassing van informatiesystemen met zich meebrengen. Hoe langer men wacht hoe hoger die kosten zullen gaan worden. En een oplossing bij de bron is altijd goedkoper dan het aanpassen van alle gekoppelde informatiesystemen.
Marnix van Welie en Antoon van Luxemburg zijn adviseurs bij M&I/Partners en onder andere betrokken bij de implementatie van e-dienstverlening bij gemeenten en het landelijke Elektronisch Patiënten Dossier (EPD).
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.