Advertentie
digitaal / Achtergrond

Essay: E-democracy als aansporing

In een tijd waarin we veel horen over een democratie in crisis, biedt e-democracy kansen om participatie van burgers te vergroten en draagvlak voor besluiten te bevorderen. Digitale democratie is volgens Wim de Jong niet een oplossing, maar een uitdagende ontwikkeling voor bestuurders op het gebied van participatie en de werking van de representatieve democratie. Door een goede mengeling van digitaal én analoog kunnen bestuurders burgers helpen om kritische tegenmacht vorm te geven.

04 mei 2018

In gemeenteland borrelt het. Sinds enige tijd staat burgerparticipatie op de agenda, in allerlei initiatieven van bewonerscollectieven tot burgerbegrotingen. In al die ontwikkelingen staat digitalisering in het brandpunt. De overheid wil verbindingen met en tussen burgers faciliteren. Daarvoor worden allerlei apps ontwikkeld, van discussieplatform Argu tot Consul, een platform dat bewoners laat meebeslissen over publieke vraagstukken en de verdeling van het stadsbudget. Om gemeenten te helpen aan de slag te gaan met digitale tools heeft Binnenlandse Zaken in samenwerking met maatschappelijke partners een Handreiking Digitale Democratie uitgebracht.

Die wijst er bijvoorbeeld op dat gemeenten het beste eerst kunnen inventariseren wat eigenlijk de vraag is bij burgers en welk digitaal middel daarbij past. Per probleem kan verschillen hoe mensen willen participeren. E-democracy biedt een wenkend perspectief, van een overheid die via interactieve netwerken bestuurt, en door burgerparticipatie en inspraak de kloof met burgers dicht. Als deze zelf beleid vormgeven worden legitimiteit, draagvlak en kwaliteit van besluiten vergroot. Door digitale tools worden grotere groepen mensen bij de democratie betrokken.

Wantrouwen
De meest inspirerende initiatieven gaan nog verder, zoals Decide Madrid, waar burgers 100 miljoen euro mochten verdelen op basis van het open source systeem Consul. Decide is ontstaan vanuit wantrouwen tegen de overheid in een periode van bezuinigingen en corruptie. In Madrid kan iedereen voorstellen doen en een discussie starten. Een voorstel krijgt bij minstens 1 procent steun van de bevolking ook een politieke stemming. Gemeenteraadsleden nemen deel aan de online discussies.

Het gaat hier om echte zeggenschap en eigenaarschap: de Handreiking stelt terecht dat niets zo funest is als inspraak waar niets mee wordt gedaan. Hier wordt het eigenlijk pas echt spannend. Als burgers zelf de beslissers worden, richten frustraties zich primair op het directe democratische proces zelf en de andere deelnemers daarin, en minder op de overheid. Westerse democratieën verkeren wat dit betreft in het experimentele stadium. Bij massale experimenten zoals de digitale burgerbegroting blijkt of democratie echt een way of life wordt van gewone mensen. Uitdagingen zijn er ook.

Zo ziet Joop Hofman, auteur van diverse boeken over burgerbegrotingen, dat in Zuid-Amerika, waar sinds 1989 burgerbegrotingen bestaan, toch weer een consumentistische houding ontstaat. De overheid wordt dan een producent die de agendapunten van in het eigenbelang denkende burgers uit moet voeren. Om dat te voorkomen moeten burgers zich in elkaar in leren leven.

Dit werkt in Madrid door een ingenieuze combinatie van on- en offline. Er zijn zo’n 21 ‘ruimtes’ waar zo’n 1.000 mensen bij elkaar komen die als collectief de coördinator van de ruimte kunnen laten stemmen. Die stemmen tellen dan voor iets meer mee dan stemmen via het onlinesysteem. Andere mensen kunnen hun stem delegeren aan deze ‘ruimtes’. Dit systeem van delegatie, bekend uit de Piratenpartij, hebben ze in 2017 verder uitgebouwd, om te bevorderen dat niet alleen een participatie-elite meedoet. Miguel Arana, betrokken bij het participatieproject van de gemeente Madrid, geeft namelijk toe dat op die bijeenkomsten vooral activistische en geïnformeerde types afkomen.

Laaggeletterden
Het betrekken van minder vertegenwoordigde groepen is inderdaad evenzeer een probleem van digitale als van klassieke democratie. Wellicht hebben burgers bovendien juist behoefte aan minder e-communicatie. Onder andere digitaal laaggeletterden, maar zij niet alleen, kunnen de toenemende digitalisering juist zien als bedreigend, een eis van de overheid die steeds meer van je vraagt op digitaal gebied. Met klassieke analoge middelen zijn deze burgers vaak beter te bereiken.

In de wereld van de burgerparticipatie verheugt ‘deliberatieve’ democratie zich in een grote populariteit, onder andere dankzij David Van Reybroucks pamflet Tegen verkiezingen. Deliberatie gaat over constructief samenwerken, overleg, argumenten en een redelijke dialoog, terwijl verkiezingen vooral tegenstellingen naar voren brengen. In face-to-face bijeenkomsten blijkt evenwel dat deliberatie ook intimiderend kan zijn, door het belang van verbale vaardigheden en een dwang om je ‘constructief’, redelijk op te stellen.

Natuurlijk moeten problemen uiteindelijk worden beslecht, maar in deze setting durven bewoners die bijvoorbeeld bang zijn voor ‘populist’ te worden versleten, of juist het slachtoffer te worden van een luidruchtige meerderheid, vaak hun stem niet te verheffen. Digitale democratie biedt juist deze groep een kanaal om zich te uiten. Hier blijkt wederom dat digitaal én analoog elkaar aanvullen.

Kwade reuk
Discussies op internet staan in een kwade reuk. Nederlanders uiten zich op Facebook in vergelijking het meest haatdragend. Bij het ontwerpen van een parti cipatietool wil bijvoorbeeld de door veel gemeenten gebruikte app Argu digitale discussies stroomlijnen en in constructieve richting duwen. De programmeur van het algoritme moet echter niet al te veel een volksopvoeder willen zijn, maar ook ruimte bieden aan afwijkende en niet per se constructieve geluiden. Digitale platforms hebben ook een emanciperende werking, juist omdat vanachter de computer je identiteit niet direct zichtbaar is. Het is een gemiste kans als e-participatie ertoe leidt dat deze groepen ofwel niet meer meedoen, of hun stem eruit wordt gefilterd door een al te nadrukkelijk modererende administrator.

Op dit gebied wordt momenteel veel bijgeleerd: zo haalde nu.nl vorig jaar het platform nujij.nl offline, vanwege de vele hatelijke reacties. Na anderhalf jaar aandringen van gebruikers herintroduceert nu.nl het nu, maar gaat de content veel strakker modereren. Het luistert daarbij nauw wat acceptabele en niet-acceptabele content is. Meerwaarde van deze vorm van democratische participatie is dat zij burgers helpt de maatschappelijke strijd vorm te geven, niet alleen om tot consensus te komen. Met de juiste mengeling van digitaal en analoog kunnen zo verschillende groepen hun kritische stem laten horen.

Ongekende creativiteit
De weeklachten over de kloof tussen burger en overheid zouden bijna doen vergeten dat die kloof ook functioneel is. Democratie is uitgevonden om zich teweer te stellen tegen de overheid. E-democracy gaat niet alleen over bijvoorbeeld ruimtelijke ordening in een buurt, maar ook over controle op de macht door functioneel ontevreden burgers. Zij hoeft niet alleen bij te dragen aan het oplossen van problemen, maar moet die ook juist groter maken, voor the powers that be welteverstaan, bijvoorbeeld door onafhankelijke kritische journalistiek, die in veel gemeenten niet meer bestaat.

Bij de Democratic Challenge, een project van Binnenlandse Zaken in de voorbije jaren, bleek dat burgers lokaal over ongekende creativiteit beschikken. Wie kijkt naar deze initiatieven krijgt de indruk dat democratie één groot feest is. De initiatiefnemers associëren de traditionele politiek veelal met gehakketak, het op de spits drijven van tegenstellingen en electoraal kortetermijndenken. De traditionele politiek staat zo lokaal en landelijk onder de verdenking het wantrouwen in de samenleving te vergroten, daar zelfs baat bij te hebben.

Digitale democratie wordt zo een verbond van moderne bestuurders en burgerinitiatieven tegen de klassieke democratie van verkozen partijen in de gemeenteraad. In deze versie van de participatiesamenleving nemen burgers ambtenaren werk uit handen door zelf hun wijk vorm te geven en wordt inefficiënte partijpolitiek overgeslagen. De initiatiefnemers van WIJ Delfshaven bijvoorbeeld zeggen: ‘dat geeft ons de mogelijkheid om apolitiek, maar wel democratisch mee te doen.’ Door directe democratie willen ze ‘bewoners online vaker dan eens in de vier jaar vragen wat zij willen met én kunnen doen voor de wijk’. Inderdaad bestaat er een spanningsveld tussen gekozen politici en platforms voor digitale democratie. Dat kan er soms mee te maken hebben dat partijen zoals de SP prat gaan op hun worteling in de wijken, en geen baat hebben bij het openen van een nieuw kanaal naar burgers waarvan zij zichzelf als enige rechtmatige vertegenwoordiger zien.

Burgerinitiatieven en professionals die door digitale democratie de traditionele politiek willen ontstijgen krijgen bovendien gezelschap van populisten, die digitale middelen als breekijzer zien tegen het ‘partijkartel’, zoals Forumleider Thierry Baudet het aanduidt. Dat roept een regenteske reactie op, het meest pregnant in de afschaffing van het referendum door D66. Dat is ook te zien als een afwijzing van digitale democratie: een van de argumenten in dit debat is immers dat digitale democratie participatie te laagdrempelig maakt. Met 300.000 digitale handtekeningen kan een referendum worden georganiseerd. Bestuurders laden zo de verdenking op zich alleen participatie te willen van de juiste mensen, met de juiste uitkomsten.

Positieve energie
Veel burgerinitiatieven gaan gek genoeg niet over het controleren van de plaatselijke overheid, ook al zetten ze zich af tegen de traditionele politiek. De relatief geringe aandacht voor kritische tegenmacht komt eruit voort dat de positieve energie juist wordt ontleend aan het omzeilen van politiek. Er zit zeker iets in dat de legitimiteit van een voorstel kan toenemen als zo op een breed draagvlak wordt aangestuurd. Anderzijds kan het probleem ontstaan dat als het besluit door iedereen gemaakt is, niemand meer verantwoordelijk is. Wantrouwen is daarnaast niet per se slecht, maar kan bijdragen aan checks and balances, transparantie en controle op de macht.

Juist op dat gebied is door e-democracy een wereld te winnen: burgers die notulen en begrotingen napluizen, de lokale rekenkamer controleren, kritisch verslag leggen van gemeenteraadsvergaderingen. Neem Nieuwe Onderzoeksjournalistiek in Weert: een sterk burgernetwerk dat met een digitaal vertelpunt werkt aan lokale onderzoeksjournalistiek.

Kritische tegenmacht
Digitale democratie is big business. Door de grote behoefte bij gemeenten aan platforms en apps, is er een levendig veld ontstaan van ontwikkelaars, voor wie gebruikersdata een belangrijke vorm van kapitaal zijn. Niemand hoeft na het Facebookschandaal nog te worden overtuigd van de gevaren van het overlaten van dit domein aan marktpartijen. Ook wijst een voorstel als dat van Maurice de Hond om de overheid DigiD te laten inzetten bij referenda in de verkeerde richting.

Nuttig wantrouwen wordt juist negatief versterkt als de overheid de stemmen van burgers op gaat slaan. De ontwikkeling van digitale middelen biedt daarentegen juist een kans om tegenmacht van burgers te organiseren. Daarom is Open Source, voor burgers beheerbare en inzichtelijke software zo belangrijk. Tussen 2013 en 2016 heeft in verschillende Europese landen het D-CENTproject gedraaid, waarin samen met burgerorganisaties deelbare, lokale en privacy bewuste software voor burgerparticipatie is ontwikkeld.

De toekomst ligt in een combinatie van digitaal en analoog. Zo kunnen verschillende groepen hun stem laten horen. Dat gaat de kloof tussen gemeente en bewoner niet dichten. Dat hoeft ook niet. Het gaat er juist om kritische tegenmacht te organiseren. E-democracy en digitale participatie hoeven niet iets op te lossen, of dit nu wantrouwen, legitimiteitsproblemen of uitsluiting is. Een nieuw gouden tijdperk van burgerparticipatie breekt misschien niet aan, maar e-democracy is wel een ontzettend spannende ontwikkeling, die klassieke problemen van de democratie op nieuwe manieren vormgeeft.

Wim de Jong, historicus en universitair docent politieke geschiedenis aan de Universiteit van Utrecht

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie