E-participatie kan beter!
Succesvolle e-participatie vraagt om een aantal essentiële componenten.
Succesvolle e-participatie vraagt om een aantal essentiële componenten.
Vorige week is de prijs voor het beste e-participatie initiatief uitgereikt door Ank Bijleveld, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De genomineerden (geselecteerd uit 300 kandidaten) laten een mooie variëteit aan e-participatie mogelijkheden zien: inzicht in het stemgedrag van gemeenteraadsleden (‘Wat stemt mijn Raad?), via twitter meeleven met en reageren op een bestuurder (Twitter van minister Verhagen), zelf ideeën aandragen en ondersteunen voor de ontwikkeling van de stad (Droombeek), of met virtuele prikkers op een kaart problemen of ideeën voor verbetering van de gemeente aandragen (Verbeter de Buurt). Uiteindelijk hebben ‘De Amstel verandert’ in de categorie Overheid en ‘Verbeter de buurt’ in de categorie Samenleving de prijzen in de wacht gesleept.
Hoe mooi deze initiatieven ook zijn, en hoe goed de uiteindelijke winnaars ook zijn, toch missen alle initiatieven volgens de auteurs een aantal essentiële componenten voor succesvolle e-participatie. Dit artikel gaat in op de vormgeving en invulling van e-participatie, zodat de mogelijkheden van e-participatie veel meer dan in de genoemde voorbeelden ook daadwerkelijk worden benut.
Succesvolle e-participatie
Er is geen eenduidige definitie van e-participatie. Burgerlink (het driejarige stimuleringsprogramma van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ondergebracht bij ICTU) onderscheidt drie soorten e-participatie:
Politieke participatie Hoe kan een burger bij het besluitvormingsproces worden betrokken op die onderwerpen waar hij of zij zich over uit wil spreken?
Beleidsparticipatie Het gaat hier om participatie van de burger bij de dienstverlening en ook de handhaving. Burgers en overheden werken samen aan het uitvoeren en handhaven van beleid.
Sociale participatie Hoe kan de onderlinge betrokkenheid van burgers versterkt worden?
De indruk wordt daarmee gewekt dat het om drie verschillende domeinen gaat, maar dat hoeft zeker niet het geval te zijn. Voorbeelden van succesvolle e-participatie integreren juist de drie genoemde verschijningsvormen. Om dat toe te lichten, wordt het beleidsproces als uitgangspunt genomen.
Een vereenvoudigd model van een beleidsproces kent de volgende fasen:
- Inventariseren van informatie en ideeën
- Opstellen en afwegen van alternatieven
- Bestuurlijke besluitvorming
- Uitvoering en evaluatie
Beleidsvoorbereiding (fase 1 en 2), bestuurlijke besluitvorming (fase 3) en uitvoering en evaluatie van het beleid vormen ieder herkenbare fasen, waarop de invulling van e-participatie afgestemd kan worden. Deze invulling gebeurt met een webgebaseerde participatie-toepassing.
De burgers die deelnemen, krijgen reeds bij aanvang zicht op het volledige traject: doelstelling van de beleidsvorming, planning van de fasen, aard van de (e-) participatie per fase en momenten waarop door de gemeente resultaten worden teruggekoppeld. Er is een duidelijke start, een gedefinieerd resultaat en een duidelijk einde: het mag niet doorkeutelen. Ook de laatste fase kent dus een einddatum!
Verleiden
Iedere fase vereist specifieke invulling van participatie. In de inventarisatiefase vergaart de beleidsambtenaar informatie, ideeën en meningen van de burgers. De nadruk van de participatie-toepassing zal liggen op het stimuleren van ideevorming, onderlinge discussie en het creatieve proces. Met bijvoorbeeld geschreven posts, videopodcasts, reacties op posts, een forum en stemknoppen zijn er mogelijkheden te over om burgers tot bijdragen te verleiden. Het winnende e-participatie initiatief ‘De Amstel verandert’ is een uitstekend voorbeeld van een aanpak in de inventarisatiefase, maar lijkt daarna helaas niet verder te gaan, namelijk met het betrekken van de burger bij de besluitvorming en de uitvoering.
Bij het opstellen en afwegen van alternatieven ligt de nadruk op het informeren van de burgers over de mogelijke oplossingsrichtingen (mede gebaseerd op hun eigen bijdrage) en het vormen van een mening over een gewenste oplossingsrichting. Naast stemmen over de alternatieven is het in deze fase ook interessant om de dialoog te stimuleren met én tussen burgers omdat dit het eerste moment is waarop de oplossingen aan de burger worden gepresenteerd. Jongeren, ouders van jongeren en ouderen zullen heel verschillend reageren op bijvoorbeeld plannen voor jeugdwerk in de wijk.
Bereidheid
De mate van e-participatie tijdens de fase van besluitvorming is feitelijk aan het bestuur van de gemeente: is het college en/of de gemeenteraad bereid de besluitvorming over de oplossingrichting (mede) over te laten aan de burgers? Dit raakt aan het principe van de representatieve democratie en is vooral een politieke keuze. Het is essentieel dat de burger reeds bij aanvang van de e-participatie weet waar hij aan toe is. Mocht de bereidheid er zijn om de burgers te laten (mee)beslissen, dan is het belangrijk dat alleen die burgers kunnen kiezen wier belang het raakt. De gemeente kan dit met behulp van het BSN en DigiD organiseren.
Tijdens de uitvoering kan de burger optreden als ‘begeleidingscommissie’ (ervan uitgaande dat de uitvoering van de beleidskeuze in de ‘echte’ wereld plaatsvindt). Voor de evaluatiefase is van belang dat belanghebbenden kunnen aangeven in hoeverre de gekozen oplossing voldoet en wat er wellicht nog kan worden verbeterd. Ook hier is dialoog tussen de burgers onderling van belang. Dat leuke speelveldje is wellicht het einde voor de kinderen maar een ramp voor de inwoners van een er tegenover liggend flat.
Duidelijk doel
Voor alle fasen geldt dat de gemeente op afgesproken momenten elke fase afsluit en eenieder (participanten en niet-participanten) tijdig informeert over het resultaat. In 2007 heeft Burger@overheid.nl onderzoek laten doen naar e-participatie. Daaruit kwam een aantal aspecten naar voren waaraan e-participatie moet voldoen, zoals het formuleren van een duidelijk doel, goede communicatie én terugkoppeling, en een onderwerp dat de eigen (lokale) leefomgeving raakt.
Adviezen voor e-participatie
Zoals aangegeven zijn de mogelijkheden voor concrete en resultaatgerichte e-partipatie groot, met name voor lokale overheden. Zeven adviezen om zowel ambtenaren als burgers betrokken en gemotiveerd te krijgen voor een interactief e-participatie traject:
Informeer de belanghebbenden tijdig via diverse media over het op handen zijnde e-participatietraject. Geef bij aanvang inzicht in de planning van het volledige traject en wees duidelijk in welke participatie van de burger gevraagd wordt.
Gebruik een webgebaseerde participatie-toepassing die de verschillende fasen van het beleidsproces ondersteunt en die op eenvoudige en flexibele manier is in te richten voor een diversiteit aan beleidsvraagstukken.
Kies een onderwerp dat raakt aan de beleving van de burger en waarbij het resultaat van de besluitvorming binnen een redelijke termijn door de burgers wordt ervaren. Zo houd je burgers betrokken.
Ruim voldoende middelen, tijd en ambtelijke capaciteit in om tijdens het beleidsproces de e-participatie voor te bereiden, in te richten en de resultaten ervan te verwerken.
Creëer bestuurlijk en politiek draagvlak om de input van burgers ook daadwerkelijk mee te kunnen nemen in (met name de besluitvormingsfase van) het beleidsproces.
Informeer burgers regelmatig over de voortgang van het beleidsproces. Ook wanneer het resultaat wat langer op zich laat wachten is het van belang de burger mee te nemen in het proces.
Rond het e-participatietraject op een duidelijke en wellicht feestelijke manier af.
Over de auteurs
Ruud Boot en Lucas Korsten werken als senior aviseur bij Verdonck, Klooster & Associates in Zoetermeer.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.