Dimpact moet eerst bij rechter langs
Dimpact, het samenwerkingsverband rond e-dienstverlening van vijf gemeenten, wil eind dit jaar transactievoorzieningen voor de eerste 34 producten en diensten hebben geïmplementeerd. Amper uit de startblokken wordt het echter al voor de rechter gedaagd.
Dimpact, het samenwerkingsverband rond e-dienstverlening van vijf gemeenten, wil eind dit jaar transactievoorzieningen voor de eerste 34 producten en diensten hebben geïmplementeerd. Amper uit de startblokken wordt het echter al voor de rechter gedaagd.
Binnen Dimpact werkt initiatiefnemer Enschede, destijds als superpilot al op zoek naar een gelegenheid om zijn producten elders in te voeren, samen met Hellendoorn, Oldenzaal, Zwolle en Heusden. De vijf richten in september de coöperatieve vereniging Dimpact op. Hun initiatief heeft inmiddels bij een tiental andere gemeenten ‘serieuze interesse’ opgewekt, zegt Enschede’s hoofd dienstverlening Christiaan Elferink. Daaronder vijf 100.000+ gemeenten, in welke segment later een vergelijkbaar initiatief, GovUnited, is ontstaan. Emmen heeft zich al als Dimpact-gegadigde gemeld en zit nu in de intake. Dimpact-leden onderschrijven een serie uitgangspunten, waaronder: “Geen samenwerking op vrijblijvende basis, maar verplichtend naar elkaar toe, zowel in de zin van bouwen als financieel.” Die uitgangspunten noemt Elferink ‘belangrijker dan de harde ICT’.
Proof of concept
De aanbestede opdracht, met een looptijd van vier jaar, kent drie fasen. Allereerst implementeren de vijf gemeenten tien producten, bij wijze van ‘proof of concept’. Als het hier werkt, is de gedachte, laat het zich ook opschalen. Het zijn vier transactiemodulen, voor onder meer verhuizingen doorgeven en bouwvergunningen aanvragen, en zes generieke midofficefuncties, zoals identificeren en betalen. Dat zou begin september beschikbaar moeten zijn om uit te rollen over de ‘launching customers’, in een tempo dat hun past. Maar ook weer niet te traag, want Dimpact wil aantonen dat het werkt. En voor het eind van het jaar is afronding van fase-twee voorzien: nog eens 30 modulen, van paspoort, rijbewijs, parkeervergunning en bijstandsuitkering aanvragen tot bestemmingsplannen inzien, bezwaar indienen en schade aan wegen of groen melden. De dan beschikbare 34 transactiemodules (in Enschede’s Superpilottijd ‘griffieren’ genoemd) worden geacht 65 procent van de dienstverlening te omvatten, zoals rijksbeleid nastreeft. In de derde fase groeit Dimpact in twee dimensies: gemeenten en modules. Volgend jaar moet het aantal modules oplopen tot negentig. Om welke 56 nieuwe producten het dan precies zal gaan, wordt bepaald door de vereniging.
Niet verplicht
Volgens Elferink en de 1 juli aangetreden Dimpact-directeur René Bal (afkomstig van het Telematica Instituut en betrokken bij de voorbereiding van het samenwerkingsverband) is het niet verplicht, maar wel logisch dat deelnemende gemeenten de producten ook gaan gebruiken. Bal: “Je gaat mee met de standaarden. Als het bij vijf gemeenten past, kun je ervan uitgaan dat het ook bij jou zal werken. Het gezamenlijke onderhoud drukt dan nog eens de kosten.” Leden betalen een instapbedrag van 1 euro per inwoner. Met de vijf huidige deelnemers levert dat een werkkapitaal van 375.000 euro op. Vanaf volgend jaar betalen ze een jaarbedrag van 1,20 euro per inwoner. Daarvoor verwerven ze het recht alle Dimpact-producten te gebruiken.
Centric en Getronics, vanouds sterk in de lokale overheid, hebben niet op de Dimpact-aanbesteding ingeschreven. Elferink: “We proberen al jaren dat soort clubs in beweging te krijgen, want er is meer flexibiliteit nodig. Maar dat is niet gelukt.” Bal: “De grootte van de opdracht speelde ook mee. We vragen zowel producten als diensten, met één aanspreekpunt. Men moest ook volume kunnen leveren. Als we straks landelijk opereren moet alles zich flexibel laten koppelen in alle gemeenten. Anders is ook dat wij sturing geven aan de ontwikkeling en niet afwachten tot de leverancier met een nieuwe release komt. Dat is lastig voor sommige partijen.”
Groei
Niet voor Atos Consultancy, Inter Access, Ciber Nederland en BitWise, die wel inschreven. Dimpact koos Atos, dat met onderaannemer BMC de bij gemeenten noodzakelijke organisatorische veranderingen wil begeleiden en met nog twee onderaannemers werkt: frontofficeleverancier XL21 en midofficeleverancier eMaxx. Wanneer Dimpact groeit, leveren ze tegen lager tarief. En omdat het abonnementsgeld gelijk blijft, levert dat extra budget op. Dat geld wil Dimpact inzetten voor nieuwe ontwikkelingen. Het businessmodel biedt ruimte voor een groei met 250.000 inwoners per jaar.
Onwenselijk
Maar eind vorige week trok Inter Access aan de bel. Het gaat de voorgenomen gunning bij de rechter aanvechten omdat deze, zegt Han Dieperink, lid van de hoofddirectie, ‘maatschappelijk onwenselijk’ is. Inter Access zou 2,5 maal zo goedkoop leveren en aangezien het om gemeenschapsgeld gaat, vindt Dieperink dat een principiële zaak. Daarbij komt dat zijn bedrijf en Atos op functionaliteit ‘vergelijkbaar’ scoorden, waardoor de afwijzing vooral verband moet houden met het plan van aanpak en het te leveren dienstverleningsteam. “Maar door het ontbreken van subcriteria was het onduidelijk waaraan precies moest worden voldaan. Waarom bepaalde scores zijn toegekend is ook niet transparant.” Omdat de vereniging nog niet bestaat heeft Inter Access de vijf gemeenten gedagvaard, voor een rechtszitting begin september. En daar Dimpact, zegt directeur Bal (die er inhoudelijk liever niet op ingaat), geen drie maanden vertraging wil oplopen, stuurt dat aan op een eerdere behandeling van het geschil. (Peter Mom)
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.