Depressies voorspellen
Verzamelde data helpen Kerkrade om depressie en eenzaamheid onder haar bewoners te voorspellen. Die informatie wordt gebundeld in de Digitale Wijkkaart. ‘Je ziet precies waar in de toekomst te veel of te weinig zorgvoorzieningen zijn.’
Kerkrade brengt met data toekomstige zorgvraag in beeld
Ooit maakten de Limburgse steenkoolmijnen Kerkrade tot een van de rijkste steden van het land. Nadat de mijnen werden gesloten, gingen er in Zuid-Limburg 75.000 banen verloren en ontstond er een krimpregio met sterke vergrijzing. Niet zo gek dus dat de druk op de zorgbudgetten in het gebied stijgt. Voor gemeente Kerkrade zijn vanwege de afnemende rijksbijdragen voor de komende jaren op alle drie de gedecentraliseerde domeinen financiële tekorten berekend. En de vraag naar zorg blijft intussen verder groeien.
‘Het sociale domein legt een steeds groter beslag op het gemeentelijke budget. Dat dreigt ten koste te gaan van andere belangrijke basisvoorzieningen in de stad’, zegt programma manager Hans Keulers. ‘We moeten als gemeente iets doen, anders brengen we de komende jaren al ons geld alleen nog maar weg naar de zorg.’
De Zuid-Limburgse gemeente had zich goed op haar nieuwe zorgtaken voorbereid. Ruim voor de overheveling van de zorgtaken naar gemeenten in 2015 zocht Kerkrade ondersteuning bij diverse zorgpartners waaronder Deloitte. Zo kwam het programma ‘Samen leven’ van de grond, dat door Keulers wordt geleid.
Datamodel
Deloitte Consulting en Kerkrade trekken binnen dat programma met elkaar op. Om het zorggeld efficiënter te besteden en gerichter in te spelen op de behoeftes van de burger, ontwikkelde Deloitte voor Kerkrade de Digitale Wijkkaart. Dit is een datamodel op basis van empirische gegevens en analyses, dat de vraag naar zorg en de aanbieders in beeld brengt, gecombineerd met diverse data over de leefbaarheid van de wijk. ‘Met dit instrument kunnen we voor het eerst op objectieve wijze bepalen hoe we het geld voor sociale voorzieningen in de gemeente precies moeten besteden’, zegt Jongen. ‘Ook kunnen we zien hoeveel leegstand er in de toekomst is, zodat we weten waar we wel en niet woningen moeten realiseren.’
Met de Digitale Wijkkaart kunnen ambtenaren dankzij visualisaties in een oogopslag zien welke zorgvraag er per wijk is, welke voorzieningen er al zijn en hoe de ontwikkeling door de jaren heen eruit ziet. De data is afkomstig van de gemeente zelf, maar kan worden aangevuld met externe bronnen zoals het CBS. Het model kan verbanden leggen en op buurtniveau aannames bevestigen of ontkrachten.
‘Het doel is om de zorgvraag van burgers te voorspellen’, leggen de betrokken managers Pouya Zarbanoui en Romain Dohmen van Deloitte uit. ‘Maar ook voorspellingen over het aantal bewoners met een depressie zijn mogelijk. Of hoeveel mensen aan eenzaamheid leiden. Het model moet organisch groeien. Hoe meer data er in het model is ingevoerd, hoe nauwkeuriger de voorspellingen worden.’
Scootmobiels
Wethouder maatschappelijke ondersteuning en volksgezondheid Leo Jongen geeft een voorbeeld van de meerwaarde: ‘Neem scootmobiels. Wanneer er straks te weinig budget is om die nog per inwoner te kunnen verstrekken, moeten we centrale punten oprichten waar de doelgroep ze gezamenlijk kan gebruiken. Aan de hand van de data zie je in welke buurten de klanten precies zitten en hoe deze populatie zich gaat ontwikkelen. Op basis daarvan kun je die verstrekpunten beter aanwijzen.’
Behalve vanwege die voorspellende ‘gave’, is de Digitale Wijkkaart voor gemeenten ook van belang omdat zaken met data kunnen worden ‘hard gemaakt’. Tot nu toe deed de gemeente dat vanuit ‘het onderbuikgevoel’ van medewerkers met vele jaren ervaring in de gemeente, vertelt Keulers. ‘Dat is óók nauwkeurig, maar met de gegevens uit de Digitale Wijkkaart kun je zaken echt bewijzen. Je kunt bij het ministerie onderbouwen dat de situatie zorgelijk is en dat die in de toekomst alleen maar nijpender wordt. Daardoor kun je duidelijk maken dat er wat betreft het zorgbudget wellicht anders gekeken moet worden naar deze regio. We moeten hier immers wel de middelen krijgen waar onze burgers recht op hebben.’
Ook de analyses op wijkniveau vormen een interessante meerwaarde, vertelt wethouder Jongen. ‘Je kunt aan de hand daarvan zien waar de populatie woont die een beroep doet op de gemeente. Zo kun je de wijk beter inrichten. Je ziet precies waar te veel of te weinig voorzieningen zijn en waar leegstand een groeiend probleem is. En in de Digitale Wijkkaart zijn ook data opgenomen over de publieke ruimte, zoals meldingen van overlast of beschikbare speeltuinen.’
Deloitte moest voor de ontwikkeling van de kaart ‘echt de organisatie in duiken’ om de data te verzamelen, zo vertellen Zarbanoui en Dohmen. Er wordt hard gewerkt om ook de laatste stap, het voorspelmodel, gereed te krijgen. Zarbanoui legt uit hoe dat bij het in kaart brengen van eenzaambaarheid werkt. ‘Op basis van wetenschappelijk onderzoek en samen met deskundigen van de gemeente bekijken we welke factoren kunnen leiden tot eenzaamheid. Met historische data uit 2011, 2012 en 2013 trainen we het model en voorspellen we hoe de situatie in 2015 is. Als die klopt met de daadwerkelijke situatie in 2015, kunnen we iets zeggen over de betrouwbaarheid. Ook kunnen we dan nog verschillende extra variabelen toevoegen om de betrouwbaarheid verder te verhogen. Wanneer het model voldoende betrouwbaar is, kun je het gaan toepassen in de dagelijkse praktijk.’
In detail
Niet dat Zarbanoui de aanwezige kennis van de experts van de gemeente wil onderschatten. ‘Zij weten ook heel goed wat er in een wijk speelt. Maar met dit soort modellen kun je meer in detail en op samenhangende wijze de situatie analyseren. Zodat je ook vroegtijdig op ontwikkelingen kunt anticiperen.’
Maar hoe staat het, met al die verzamelde burgerdata, intussen met het risico op privacyschendingen bij gebruik van de Digitale Wijkkaart? Ook in Kerkrade werd deze discussie al snel gevoerd. ‘De data worden geanonimiseerd en zijn niet herleidbaar tot een individu’, aldus Zarbanoui.
Hij geeft daarbij aan dat beleidsmakers goed moeten nadenken over welke informatie zij beschikbaar stellen aan betrokken ambtenaren en welke aan de burgers. ‘Voor veel gemeenten is big data een nieuw onderwerp. Het heeft tijd nodig. Bij ons project wordt er vanuit een juridisch kader meegekeken. De wetgeving hierover is nu nog een behoorlijk grijs gebied met veel onduidelijkheden.’
‘Je moet als gemeente ook de wil bij de medewerkers hebben om een project als dit door te zetten’, vult Keulers aan. ‘Gelukkig bemerk ik veel enthousiasme. Ik word nu bijvoorbeeld al regelmatig aan mijn jasje getrokken door beleidsmedewerkers die de analyses uit de Digitale Wijkkaart graag alvast willen hebben, omdat ze binnenkort nieuwe plannen maken voor hun wijken.’
Ook van andere gemeenten in de regio is er belangstelling, zo vertelt wethouder Jongen. ‘We hebben er al eens een presentatie over gegeven. Ik denk dat de Digitale Wijkkaart met name voor grote gemeenten waarde heeft.’
Zarbanoui: ‘Er is een wil bij gemeenten om meer met data te doen, zoveel is ons inmiddels wel duidelijk. Wanneer je de eerste analyses aanlevert, ontstáát er meteen iets bij medewerkers van een gemeente. Elk nieuw inzicht roept namelijk direct weer vijf nieuwe vragen op.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.