Werk maakt mens niet gelukkig
Volgens Aristoteles kun je alleen gelukkig worden als je niet hoeft te werken. Want werk leidt immers af van de zoektocht naar geluk. En geluk is datgene wat we willen omwille van zichzelf, en niet omwille van iets anders. Hard werken om gelukkig te worden zou dus niet kunnen, want dan streef je naar geluk door middel van iets anders dan het streven naar geluk zelf.

Onze huidige arbeidsmoraal lijkt in rechtstreekse tegenspraak met dat uitgangspunt. We willen werk dat ons gelukkig maakt en zijn bereid daar heel hard voor te werken. Maar, zo stelde de filosoof Menno de Bree tijdens de uitreiking van de HRtop100 Awards 2018: werk maakt niet gelukkig. We werken zo hard omdat we denken dat we daar gelukkig van worden. En als je dat niet wordt, dan moet je wat harder je best doen. Mensen met een burn-out voelen zich vaak mislukt, omdat ze de geluksbelofte van werk niet kunnen waarmaken. Maar die belofte is volgens hem loos.
Redenen om ongelukkig te zijn in je werk zijn er te over, van onrealistische doelstellingen tot zenuwslopende reorganisaties en psychopathische bazen. Werk is onderhavig aan twee ideologieën, meent hij: die van de plicht tot authentieke zelfvormgeving en die van het kapitalisme. Die twee brengen het slechtste in elkaar naar boven. Enerzijds word je verwacht op de meest efficiënte manier de hoogst mogelijke productie te leveren, terwijl het werk eigenlijk ook van je verlangt dat je je zoveel mogelijk authentiek ontplooit. Je faalt als je daar geen balans in vindt. En wie faalt in zijn werk, faalt als persoon. Ontslag of een burn-out geeft zowel economisch als existentieel een probleem. Mislukken op je werk betekent mislukken als mens, zo stelt De Bree.
Reacties: 5
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
En wat verschilt die situatie dan van de huidige?
In deze tijd is de mens volkomen ondergeschikt gemaakt aan het credo ‘werk,werk, werk’ , omdat dat de kortste weg is voor de kabinetten van VVD naar een gevulde staatskas, maar dat kan ook anders.
Ik heb inmiddels behoefte aan een andere definitie van werk, niet deze die uit de middeleeuwen stamt en feitelijk zegt: wie niet werkt zal niet eten. (Lees: in deze tijd niet meetellen). Het kabinet zegt letterlijk: niemand zal aan de zijlijn staan. Aan welke zijlijn? Als we in een tijd leven waarin digitalisering en robotisering elk vlak van ons leven verandert, hoe kan een regering dan zo naïef zijn en denken dat een middeleeus adagium standhoudt? Ook hoe we tegen werken aan kijken in relatie tot geld verdienen, is aan herdefinitie toe.
Het is juet voor niets dat Rutger Bregman met de herontdekking en promotie van een basisinkomen een groeiend gehoor vindt. Ook ik ben daar voorstander van, om levensonderhoud los te koppelen van een inmiddels pervers verdiensysteem, dat helaas ook de overheid heeft bereikt in zijn bedrijfsmatig denken.
Het huidige systeem heeft ongezonde financiële relaties tussen mensen gecreëerd, die onbalans in en machtsmisbruik faciliteren. Een onvoorwaardelijk basisinkomen heeft in diverse pilots over de hele wereld al laten zien dat mensen er gelukkiger van worden, onafhankelijker, initiatiefrijker en beter opgeleid. En niet luier!