Verhouding man-vrouw

Het totaal aandeel vrouwen in dienst van gemeenten steeg in 2022 van 54 naar 55 procent ten opzichte van het jaar daarvoor. Ook het aandeel vrouwelijke leidinggevenden bij gemeenten nam vorig jaar weer iets toe. Echter, in tegenstelling tot eerdere jaren loopt het verschil tussen het bruto maandsalaris van mannen en vrouwen weer wat op. Dat blijkt uit de Personeelsmonitor 2022 van A&O fonds Gemeenten.

Ongelijkheid in salaris

Anders dan eerdere jaren zien de onderzoekers het verschil tussen het bruto maandsalaris van mannen en vrouwen weer oplopen. Het verschil in 2022 bedroeg 102 euro. Een jaar daarvoor was dat nog 38 euro. Het afgelopen jaar hebben mannen er gemiddeld 3,8 procent bij gekregen, terwijl vrouwen binnen gemeenten gemiddeld 2,5 procent meer gingen verdienen. In totaal zat 85 procent van de medewerkers in schaal 7 of hoger en 42 procent zelfs in salarisschaal 10 of hoger. Vergeleken met 2021 veranderde die verdeling amper. Ook onveranderd in vergelijking met voorgaande jaren is dat vrouwen veel vaker in salarisschaal 7 tot en met 9 zitten dan mannen. Mannen zitten juist vaker in de lagere salarisschalen (schaal 6 of lager) of in de hoogste salarisschalen (schaal 13 of hoger). Het gemiddelde bruto maandsalaris per medewerker was in 2022 4.183 euro (exclusief IKB en gecorrigeerd naar deeltijd). Daarmee steeg het gemiddelde salaris met 3,1 procent.

Vrouw geeft vaker leiding

In 2022 lag het aantal leidinggevenden met 5,1 leidinggevenden per 100 medewerkers bijna op hetzelfde niveau als in 2021 (5,2 leidinggevenden per 100 medewerkers). Het aandeel vrouwelijke leidinggevenden bij gemeenten nam weer iets toe, al was die groei kleiner dan gemiddeld in Nederland. Ter vergelijking: het landelijk percentage vrouwelijke leidinggevenden steeg van 26 naar 28. Bij gemeenten steeg het van 43 naar 44. Het aandeel vrouwelijke leidinggevenden blijft daarmee wel flink hoger dan in de rest van Nederland. Het totaal aandeel vrouwen in dienst van gemeenten steeg overigens van 54 naar 55 procent.

Instroom man blijft achter

Het aandeel vrouwelijke instromers in gemeenteland steeg vorig jaar ten opzichte van 2021, net als het aandeel deeltijders. Het totale instroompercentage was in 2022 15,9 en nam daarmee flink toe ten opzichte van eerdere jaren. Het is volgens de onderzoekers van A&O fonds Gemeenten opvallend dat in alle gemeentegrootteklassen de instroom beduidend hoger was, behalve bij de G4 – Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Bij de G4-gemeenten was slechts sprake van een lichte stijging van het instroompercentage, namelijk van 13,2 in 2021 naar 13,8 in 2022.

Man draait meer uren

Mannen werken vaker voltijds dan vrouwen. Wat opvalt, is dat in de leeftijdsgroepen tussen 35 en 45 jaar en 45 en 55 jaar minder vaak voltijds wordt gewerkt. In 2022 werkte 59 procent van de gemeentemedewerkers fulltime, 41 procent deed dat in deeltijd. Het aandeel ambtenaren dat voltijds werkt, steeg daarmee opnieuw ten opzichte van het voorgaande jaar. Sinds 2019 is er ieder jaar een stijging van 1 procentpunt van het aandeel fulltimers. In het algemeen geldt: hoe groter de gemeentegrootteklasse, hoe groter het aandeel medewerkers dat voltijds werkt. Zo ligt het aandeel medewerkers dat bij de vier grootste gemeenten fulltime werkt op 69 procent, en bij gemeenten met minder dan 20.000 inwoners op 48 procent.