Bezuiniging op rijksambtenaren kan ‘pijnloos’
Bezuinigen op het ambtenarenapparaat van het rijk kan een 'pijnloze ingreep' zijn, maar dan moeten bezuinigingen wel anders worden verdeeld.
Flink bezuinigen op het ambtenarenapparaat van de rijksoverheid, tot bijna 1 miljard euro in 2029, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering. Is dat mogelijk? Ja, als de kerndepartementen productiever gaan werken en de bezuinigingen anders over de ministeries worden verdeeld.
Verhoging productiviteit
Dat schrijven Jos Blank en Alex van Heezik van Ipse Studies in een bijdrage op het discussieforum Me Judice. Er is volgens hen ruimte voor bezuinigingen zonder dat het landsbestuur in het geding is, namelijk door een verhoging van de productiviteit op de kerndepartementen. Oftewel: hetzelfde blijven doen met minder mensen en middelen. Ze beperken zich tot de kernactiviteit van het kerndepartement: het beleidsproces.
Gestegen kosten
De kosten daarvoor zijn tussen 2013 en 2023 gestegen van 3,1 miljard naar 4,1 miljard euro. Het aandeel van personeel in de kosten nam in die periode ook fors toe: van 62 procent naar 74 procent. Tegelijk groeide ook de druk op het ambtenarenapparaat: het aantal documenten met 13 procent, omvang programma-uitgaven met 70 procent en de hoeveelheid behandelde Europese regelgeving met 68 procent.
Spijtig genoeg voor deze organisaties vallen de planbureaus en rijksinspecties nu ook onder de bezuinigingen, terwijl zij eigenlijk veel meer een uitvoerende taak hebben
Significante resultaten
Productiever werken kan alleen als er met de huidige inzet van personeel en materiaal ruimte is te vinden om een dergelijke verbetering door te voeren. Met hun methode is het is het mogelijk om voor ieder kerndepartement een potentiële besparing af te leiden door productiever te gaan werken. ‘Deze potentiële besparingen geven de ruimte weer die beschikbaar is om te bezuinigen’, aldus Blank en Van Heezik. Hun regressieanalyse op productiviteit van de kerndepartementen laat plausibele en significante resultaten zien, schrijven de twee.
850 miljoen productiviteitsruimte
De efficiëntiescores van de ministeries verschillen aanzienlijk. De hoogste score is voor OCW: 96 procent. Buitenlandse Zaken bungelt onderaan met 66 procent. In productiviteitsruimte komt dit neer op 167 miljoen euro (prijspeil 2023). Voor het ministerie van BZK is de efficiëntiescore 77 procent (productiviteitsruimte: 117 miljoen euro). De totale productiviteitsruimte is 800 miljoen euro. Rekening houdend met de groei van cao’s en het prijspeil van 2024 is die ruimte zelfs 850 miljoen euro, 19 procent van de totale kosten.
Correctie op cijfers
Interessant zijn de verschillen tussen de door het kabinet voorgestelde bezuinigingen per ministerie en de berekende productiviteitsruimte per ministerie van de twee onderzoekers. Door de gehanteerde afbakeningen van de kerndepartementen van de onderzoekers hebben zij wel een correctie moeten toepassen op de cijfers over de bezuinigingen. Zo hadden de onderzoekers niet de planbureaus en rijksinspecties meegenomen, maar de begrotingen wel. ‘Spijtig genoeg voor deze organisaties vallen zij nu ook onder de bezuinigingen, terwijl zij eigenlijk veel meer een uitvoerende taak hebben.’ In 2029 bedraagt de totale bezuiniging 929 miljoen euro. Met de gehanteerde afbakening wordt dit 682 miljoen euro.
Hoge doelmatigheid
En dan blijkt dat de bezuinigingen voor de kerndepartementen AZ, BZ, BZK, Financien, IenW en VWS binnen de productiviteitsruimte blijven. Voor EZ(K), OCW, SZW en JenV geldt dit niet. Deze kerndepartementen kunnen aan prestaties gaan inboeten, terwijl het juist (deels) de kerndepartementen zijn met een hoge doelmatigheid. Niettemin zijn de totale bezuiniging te dekken is uit de productiviteitsruimte, zonder dat de prestaties van het landsbestuur hoeven te worden aangetast. Belangrijk is dat de ministeries externe inhuur en ‘het aandeel van de inzet van materiele middelen (verder) verminderen. Ook zal er op vermindering van het ziekteverzuim moeten worden ingezet.
Bezuiningen anders verdelen
De onderzoekers noemen het ‘vreemd’ dat, ondanks het feit dat hogere doelmatigheid mogelijk is, het Hoofdlijnenakkoord stelt dat ‘de bezuiniging niet is op te vangen door doelmatiger te gaan werken’. Het enige dat volgens hen anders moet is de bezuinigingen anders verdelen over de ministeries. ‘In het huidige voorstel gaan de meest productieve kerndepartementen het gelag betalen, terwijl de minst productieve kerndepartementen grotendeels buiten schot blijven.’
Personeelskrimp 5 procent
En dat heeft weer gevolgen voor de prestaties van het landsbestuur. Naast de financiële kant is er ook nog de personeelskant. Het gevolg van het gebruiken van de productiviteitsruimte is dat 5000 fte moeten worden geschrapt. In vijf jaar tijd betekent dit een personeelskrimp van 5 procent per jaar. Dit is grotendeels op te vangen met natuurlijk verloop en vermindering van externe inhuur. ‘De sociale impact lijkt dus beperkt.’
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.