Roulerende ambtenaar funest voor uitvoering
Er moeten grenzen worden gesteld aan de snelle roulatie van leidinggevenden en beleids- en uitvoeringsambtenaren binnen SZW en gemeenten.
De wisseling van ambtenaren in het sociaal domein is zo groot dat de uitvoering van taken verre van optimaal is. 'Durf goede mensen te binden met vaste aanstellingen, want mensen behouden is een prioriteit voor de komende jaren,' zo stellen diverse wethouders.
Zwakke kennisbasis
Het WRR-rapport Kennisversterking in het sociaal domein windt er geen doekjes om: het is slecht gesteld met het kennisniveau van medewerkers in dat beleidsveld, zowel bij het rijk als bij gemeenten. Dat die kennisbasis zwak is, is deels het gevolg van een te snelle roulatie van ambtenaren. Daardoor moeten ze volgens de onderzoekers steeds het wiel opnieuw uitvinden. Een ander gevolg is dat het beleid daardoor wispelturig – ‘staccato’ – is. De WRR-onderzoekers Meike Bokhorst en Godfried Engbersen baseren zich onder meer op de meningen van gesprekspartners die ze spraken in het kader van hun onderzoek. Dat richtte zich op de vragen welke deskundigheid de landelijke overheid nodig heeft om de centrale regie te kunnen voeren over de gedecentraliseerde taakuitoefening en welke deskundigheden gemeenten nodig hebben om hun taken met betrekking tot participatie, schuldhulpverlening en inburgering lokaal uit te voeren.
Versnippering
Vluchtig, zo noemen de onderzoekers de kennisbasis binnen het sociaal domein. Twee op elkaar ingrijpende factoren zijn daar debet aan. Zo is het sociaal domein zeer gevoelig gebleken voor de veranderende waardering van de verzorgingsstaat, in het bijzonder voor ideologische veranderingen in de verhoudingen tussen overheid, markt en samenleving. ‘Schommelende budgetten, uiteenlopende wetgeving en wisselende verantwoordelijkheidsverdeling hebben zo geleid tot een geringe continuïteit van beleid. Die geringe continuïteit heeft directe gevolgen gehad voor de kennisbasis, die versnipperd is en vaak een tijdelijk karakter heeft’, aldus Bokhorst en Engbersen.
Managementopvatting
Wat zich volgens hen vooral wreekt, is de erg grote omloopsnelheid van medewerkers in het sociaal domein. ‘De overgrote meerderheid van onze gesprekpartners is van mening dat grenzen moeten worden gesteld aan de snelle roulatie van zowel leidinggevenden als beleids- en uitvoeringsfunctionarissen binnen het ministerie van SZW en gemeenten. Die snelle roulatie van vooral leidinggevenden is deels het gevolg van managementopvattingen die passen bij een bescheiden rol van de overheid en een grotere rol voor markt en samenleving – een sterkere gerichtheid op proceskennis dan op domeinspecifieke expertise.’
Hoge werkdruk
Daarnaast heeft de snelle roulatie in het sociaal domein volgens de WRR-onderzoekers te maken met een zeer krappe arbeidsmarkt en met het feit dat het beroepsprestige van werksoorten in het sociaal domein relatief laag en de werkdruk hoog is. Een grotere continuïteit van leidinggevenden en uitvoerenden is van belang voor de kwaliteit en continuïteit van beleid. Verder valt er winst te behalen door de deskundigheid en autonomie van medewerkers te vergroten en het aantal zaken per persoon te beperken. Op die manier kunnen medewerkers langer voor het sociaal domein behouden blijven en kan kennis beter worden geborgd. Diverse wethouders pleiten daarnaast voor het in dienst nemen van meer vast personeel.
Kennisopbouw
Er blijkt verder met name ook behoefte aan onderzoeksprogramma’s voor de langere termijn. Daarvoor is nodig dat binnen het rijk meer mensen aan kennisopbouw doen. Van belang is dat er een cultuur ontstaat waarin beleid systematisch wordt geëvalueerd en naar alternatieven voor beleidsmaatregelen wordt gekeken. Daarvoor dienen ambtenaren tijd en ruimte te krijgen. Zorg ervoor dat er mensen zijn die het geheel kunnen overzien; nu zijn te veel mensen te veel gericht op hun eigen deelterrein.
Een betere aansturing vanuit het rijk zou ook helpen. De problematiek binnen het sociaal domein is te veel opgeknipt in specifieke onderdelen en te veel verdeeld over allerlei diensten en ministeries.
Niet alleen roulerende ambtenaren zijn funest, maar ook de oude plucheplakkers die op dit domein zonder WMO kennis tot aan hun pensioen de lakens blijven uitdelen.