Thuis drinken mag, nuchter op het werk
Dronken op het werk? Kom nou, zegt de zweminstructeur van de gemeente Amsterdam. Zijn coördinator die bij hem alcohol rook wilde hem sowieso weg hebben, en is dus niet betrouwbaar. Andere collega’s roken niets. Waarom werd hij toch ontslagen?
In de clinch is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
Dronken op het werk? Kom nou, zegt de zweminstructeur van de gemeente Amsterdam. Zijn coördinator die bij hem alcohol rook wilde hem sowieso weg hebben, en is dus niet betrouwbaar. Andere collega’s roken niets en uit de ademtest bleek niet dat hij had gedronken. Waarom werd hij toch ontslagen?
Het is een zachte winterdag in februari 2016 als Assers*, zweminstructeur bij de gemeente Amsterdam, te laat op het werk komt. Hij krijgt daarover een gesprek en daarbij nemen zijn coördinator en een directe collega een alcohollucht bij hem waar. Dat gebeurde ook op een dag in mei 2014, toen Assers een waarschuwing kreeg. En op een dag in maart 2015 werd ’s middags opnieuw alcohol geroken, waarop een schriftelijke berisping volgde. Én de mededeling dat bij herhaling zwaardere maatregelen zullen volgen.
Na de derde keer, begin 2016, volgde een verantwoordingsgesprek, een schorsing en enkele dagen strafontslag. Wie met alcohol op op het werk verschijnt, maakt zich schuldig aan plichtsverzuim.
Dat vindt ook de rechtbank Amsterdam, waar Assers in beroep gaat. Wat de coördinator en de collega hadden geroken stond vast, want het was bevestigd met een ademen bloedtest. De rechtbank wijst erop dat het geven van zwemles en het houden van toezicht in het zwembad verantwoordelijke taken zijn. Het bewaken van de veiligheid van zwemleerlingen en andere badgasten is een stuk risicovoller als iemand heeft gedronken. Verder was hij een gewaarschuwd man, omdat aan hem twee keer eerder een maatregel is opgelegd wegens alcoholgebruik.
Assers legt zich er niet bij neer. Bij de Centrale Raad van Beroep trekt hij de integriteit van de coördinator en de collega in twijfel: ze waren erop uit hem te ontslaan. Dat maakt hun verklaringen onbetrouwbaar, vindt hij. Andere collega’s hebben diezelfde dag niets geroken bij Assers, beweert hij. Bovendien, nadat hij was heengezonden, heeft hij thuis de alcoholademtest Redline uitgevoerd. Daaruit blijkt niet dat hij heeft gedronken.
De Raad kan weinig met dit verweer. De verklaringen van de coördinator waren gedetailleerd en stellig. Ze vroeg een collega om even met Assers te praten en ook hij nam een alcohollucht waar. Vervolgens gaf de coördinator Assers de gelegenheid zich te douchen maar ook daarna rook zij nog een sterke alcohollucht. De twee collega’s die zeggen niets te hebben geroken, deden hun verklaringen pas veel later én hadden die dag nauwelijks contact met Assers – daar kan de Raad niets mee.
En de alcoholademtest? Als bewijs laat Assers foto’s zien van de resultaten. Maar die overtuigen de Raad niet. Het lijkt erop dat Assers de gebruiksaanwijzing niet goed heeft gevolgd, waardoor de test matig is uitgevoerd. Er blijkt in ieder geval níet dat Assers nuchter was.
Maar, zegt Assers, op het werk heb ik niet gedronken. Volgens de Raad maakt dat niet uit. Het alcoholgebruik heeft kennelijk in privétijd plaatsgevonden, maar dit had zijn weerslag op het functioneren van Assers als zweminstructeur. Het college heeft er terecht op gewezen dat een ambtenaar die drinkt, ervoor moet zorgen dat de alcohol bij aanvang van de werkzaamheden geheel en al uit het lichaam is verdwenen. Ook de Raad is helder in zijn uitspraak van 30 augustus 2018: het ontslag is een passende straf. Dat de financiële gevolgen van het ontslag ingrijpend zijn wil nog niet zeggen dat het strafontslag onevenredig is.
* De naam is gefingeerd.
ECLI:NL:CRVB:2018:2704
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.