Advertentie
carrière / Redactioneel

Unisono

Van gemeenteambtenaren mag worden verwacht dat ze loyaal zijn. Uit diverse onderzoeken blijkt dat ze dat ook zijn. Maar wat te doen als je meerdere een koers vaart die op gespannen voet staat met de wet- en regelgeving of een beslissing neemt met onverantwoorde financiële risico’s? Dan is het aan de ambtenaar daarop te wijzen, tegen de keer in en desnoods bij herhaling.

14 september 2018

Van gemeenteambtenaren mag worden verwacht dat ze loyaal zijn. Uit diverse onderzoeken blijkt dat ze dat ook zijn. Dat moet ook wel, want anders werkt het niet. De ene keer drukt een rechtse wethouder zijn of haar stempel op het beleid, de andere keer doet iemand dat met een andere signatuur. 

Dat betekent dat het je als ambtenaar gegeven moet zijn je eigen politieke overtuiging opzij te zetten voor de leidende beleidsvisie. Maar wat te doen als je meerdere een koers vaart die op gespannen voet staat met de wet- en regelgeving of een beslissing neemt met onverantwoorde financiële risico’s? Dan is het aan de ambtenaar daarop te wijzen, tegen de keer in en desnoods bij herhaling.

Dat het in de praktijk niet altijd zo gaat, en dat de top dergelijke tegenspraak als negatief en niet loyaal opvatten, bleek eerder dit jaar al uit onderzoek van de Rekenkamer Rotterdam. Daaruit wordt duidelijk dat door de top in het stadhuis aan de Coolsingel niet wordt geschroomd oneigenlijke pressie uit te oefenen op het ambtenarenapparaat. In anonieme getuigenissen worden uitkaffersessies gemeld, dienstopdrachten om gemaakte fouten te verzwijgen en ander intimiderend gedrag. Zeven procent van de Rotterdamse ambtenaren zou tussen 2010 en 2017 op die manier onder druk worden gezet. Omgerekend trof dus zeker 250 Rotterdamse ambtenaren dat lot.

Onderzoek van I&O Research onder ruim 1.300 gemeenteambtenaren – gehouden in opdracht van Binnenlands Bestuur – geeft aan dat het verschijnsel wijdverbreider is: één op de vijf ambtenaren geeft daarin aan het afgelopen jaar wel eens onder druk te zijn gezet door oneigenlijke verzoeken vanuit de eigen organisatie.

Het is moeilijk te zeggen of hier sprake is van een trend, of dat het iets is van alle tijden. Ik denk dat laatste. Tien jaar geleden al – in een onderzoek van Binnenlandse Zaken – antwoordde van alle overheidswerknemers een kwart negatief op de stelling “Binnen mijn organisatie heerst een open organisatiecultuur waarin voldoende ruimte is voor het uiten van kritiek en het geven van eerlijke adviezen”. Je zou zeggen: niet meer van deze tijd. Maar intussen…

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie