Advertentie
carrière / Nieuws

'Maastricht moet integriteitsmeldpunt externen regelen'

Het mislukken van het Shared Service Centrum Zuid-Limburg (SSC-ZL) begon al bij de eerste stap: er was geen robuuste businesscase die op solide uitgangspunten en veronderstellingen was gebaseerd. Dat concludeert de Rekenkamer Maastricht. De rechter had al bepaald dat het e-mailonderzoek van de gemeentesecretaris, de ‘spionageaffaire’, buitenproportioneel was. Volgens de rekenkamer beschikte hij over te weinig tegenmacht.

02 april 2020
stadhuis-maastricht.jpg

Het mislukken van het Shared Service Centrum Zuid-Limburg (SSC-ZL) begon al bij de eerste stap: er was geen robuuste businesscase gebaseerd op solide uitgangspunten en veronderstellingen. Dat concludeert de Rekenkamer Maastricht. De rechter bepaalde al dat het e-mailonderzoek van de gemeentesecretaris, de ‘spionageaffaire’, buitenproportioneel was. De rekenkamer vindt dat hij over te weinig tegenmacht beschikte.

Hoofdoorzaak: combinatie van factoren
De combinatie van een kwalitatief onvoldoende businesscase, geen implementatieplan, onduidelijke gedefinieerde doelstellingen, een beperkte investering in draagvlak, vooral vanuit formele posities acteren en het mede daardoor vaak beslechten van meningsverschillen bij de rechter, is volgens de Rekenkamer Maastricht de hoofdoorzaak voor het mislukken van het SSC-ZL. Dat staat in het onderzoeksrapport naar de casus SSC-ZL en het e-mailonderzoek. Doel van dit onderzoek was om met een feitelijke reconstructie van de casus mogelijke lessen voor de toekomst te trekken.

Meer conflictmodel dan harmoniemodel
Het ontbreken van een robuuste businesscase en ‘een weinig concreet implementatieplan’ zorgde bij het voortschrijden van de tijd en het uitblijven van aansprekende successen ongeduld en irritaties bij de betrokken partijen, aldus de Rekenkamer. Er waren beperkte mogelijkheden om mensen op inhoud te overtuigen. Om toch successen af te dwingen werd het veranderingsproces steeds meer vanuit formele posities aangestuurd. ‘Meningsverschillen werden al snel conflicten die niet open werden besproken, maar vaak bij de rechter moesten worden beslecht. Door deze benadering werd het SSC-ZL ‘iets van boven’ in plaats van ‘iets van ons’.’ Er ontstond meer een conflictmodel dan een harmoniemodel. Omdat logische reflectiemomenten niet in het proces waren ingebouwd werd het ‘voor bestuur en directie steeds lastiger zonder gezichtsverlies het traject fundamenteel te herzien’.

Kritiek op etiket 'raadsbesluit'
De raad is in dit traject inhoudelijk slechts beperkt betrokken geweest, ook omdat de implementatie van het SSC-ZL als een collegebevoegdheid werd gezien na het raadsbesluit van 10 oktober 2014. De rekenkamer is overigens kritisch op het etiketteren van dit besluit als een ‘raadsbesluit’. Er ontstond intussen binnen het SSC-ZL wantrouwen in elkaars intenties, wat volgens vakbondsmedewerkers tot een voor werknemers onveilige situatie leidde. Dat zagen zij terug in de gelekte conceptnotulen van het bestuur van het SSC-ZL. De cri de coeur van de medewerkers werd niet echt opgepakt, omdat de status van de concept-notulen onduidelijk was. Wel werd gewezen op het strafbare karakter van de verspreiding.

Proportionaliteit onderzoek niet aan de orde
Na de melding bij het Intern Meldpunt Integriteit bleek uit hun onderzoek dat de bron vrij nauwkeurig viel te lokaliseren. Vervolgonderzoek had volgens de rekenkamer dus binnen deze beperkte groep kunnen worden gehouden. De vraag naar de proportionaliteit van het onderzoek in opdracht van  de gemeentesecretaris is niet expliciet aan de orde geweest. Door het uitgebreide onderzoek in 41 mailboxen kwamen de onderlinge verhoudingen verder onder spanning te staan en raakte een constructieve samenwerking aan een gemeenschappelijk doel verder uit beeld.

Vermijd tunnelperspectief
Kort samengevat zijn de aanbevelingen van de Rekenkamer Maastricht: vermijd tunnelperspectief, sta open voor afwijkende meningen, fixeer niet op één aspect, denk de-escalerend, benut het instrument van de second opinion en maak gebruik van logische reflectiemomenten. Opvallend is verder dat het moment dat op initiatief van het bestuur van het SSC-ZL, waar een lid van het college van B&W van Maastricht deel van uitmaakt,  een melding wordt gedaan bij het Interne Meldpunt Integriteit van de gemeente Maastricht, twee lijnen samenkomen. De wethouder had ‘Personeel’ in portefeuille en dat kan ‘complicerend werken in het oplossen van vraagstukken waarbij ook personele kwesties aan de orde zijn’.

Extern integriteitsmeldpunt nodig
De aanbeveling is om in dit soort gevallen te bezien of het raadzaam is de lijnen, al dan niet tijdelijk, te ontrafelen. Ook beschikt de gemeente niet over een regeling voor externe integriteitsmeldingen. De aanbeveling is een regeling te treffen die daarop toeziet. De rekenkamer betwijfelt verder of in het overleg van de gemeentesecretaris/WOR-bestuurder met de externe juridisch adviseur, het forensisch bureau en IMI, waarin vervolgopties werden besproken, de gemeentesecretaris op dat moment over voldoende countervailing power beschikte. De aanbeveling is om bij de forensische onderzoeken de opdrachtgeversrol zeer serieus te nemen en te borgen dat de opdrachtgever met voldoende interne expertise gesteund wordt. Omdat de omvang van het forensisch onderzoek naar het oordeel van de rechter niet proportioneel was, is de aanbeveling om de omvang van een dergelijk onderzoek vooraf vast te stellen.

Uit de bestuurlijke reactie blijkt volgens de rekenkamer dat het college zijn conclusies niet volledig onderschrijft en slechts in algemene zin reageert op de aanbevelingen die daaruit voortkomen.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Jan H
De rekenkamer is een instrument van de gemeenteraad. Het is nu aan de gemeenteraad om de conclusies van de rekenkamer en reactie van het college te bespreken en daar conclusies aan te verbinden die op zijn minst een lering moeten zijn voor de toekomst.
Advertentie