Advertentie
carrière / Column

Snel verdiend

Soms kan een maand langer of korter in dienst blijven financieel een groot verschil maken voor de ambtenaar, veel méér dan alleen die ene maand salaris. Als de regelgeving deze ruimte biedt, is het logisch dat de ambtenaar daar dan optimaal gebruik van maakt. Dat valt die ambtenaar moeilijk kwalijk te nemen.

21 oktober 2011

Wat was het geval? Een ambtenaar van de deelgemeente Feijenoord was aangewezen als herplaatsingskandidaat. In het ook voor de deelgemeente toepasselijke Sociaal Statuut van de gemeente Rotterdam is een regeling over vertrekpremies opgenomen. De herplaatsingskandidaat die vrijwillig vertrekt komt volgens deze regels in aanmerking voor zo’n premie. De hoogte ervan is afhankelijk van de datum van vertrek.

Bij een vertrek na 6 maanden vanaf de aanwijzing als herplaatsingskandidaat wordt de vertrekpremie gehalveerd. Het is dus nogal een verschil of je binnen 6 maanden of ná 6 maanden vertrekt. In het geval van de Rotterdamse ambtenaar bedroeg de vertrekpremie bijna 155.000 euro als hij zou vertrekken binnen 6 maanden. De ambtenaar verzoekt inderdaad tijdig om ontslag binnen 6 maanden, maar de werkgever verleent het ontslag pas met ingang van een maand later. Daaraan werd een gehalveerde vertrekpremie van ruim 77.000 euro verbonden.

De ambtenaar gaat in beroep. Het bestuur van de deelgemeente wijst erop dat het de bedoeling van het Sociaal Statuut is om mensen van werk naar werk te begeleiden. Verder benadrukt het bestuur dat het belang van de deelgemeente Feijenoord groot is en dat de publieke middelen zo doelmatig mogelijk moeten worden besteed. Zeker in een deelgemeente met schrijnende achterstandssituaties.

De rechter heeft hier geen boodschap aan. Er is geen reden om in dit geval een langere opzegtermijn te hanteren vanwege de continuïteit van de openbare dienst. De ambtenaar was immers herplaatsingskandidaat en hield zich bezig met tijdelijke projecten. De werkgever had geen argument om hem langer in dienst te houden dan hij had verzocht. Ook het argument van de deelgemeente dat de regeling naar ‘Feijenoordse maatstaven’ te ruimhartig is, wordt afgewezen. Ook de deelgemeente is gebonden aan de Rotterdamse regeling. Kortom: het ontslag had volgens de rechter moeten ingaan op de gevraagde datum, met daaraan dus gekoppeld de volledige vertrekpremie van 155.000 euro.

Stimulerings- of vertrekpremies komen in deze tijden van reorganisaties en bezuinigingen erg veel voor. Meestal kennen de regelingen over dit soort premies een glijdende schaal: hoe eerder je weg gaat, hoe meer geld je mee krijgt. In dit geval was de overgang tussen eerder of later weg wel erg abrupt. Dit vraagt bijna om ‘strategisch handelen’ van de ambtenaren.

CRvB 6 oktober 2011, LJN: BT7183

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie