Pensioenkorting kan beperkt blijven
Door verhoging van de rekenrente en het spreiden van tekorten over meerdere jaren kan de korting van pensioenen beperkt blijven, schrijft De Krom.
Pensioenfondsen mogen de noodzakelijke verlaging van hun pensioenen onder voorwaarden over meerdere jaren spreiden. Ze mogen deze korting ook beperken tot maximaal 7 procent per jaar. Staatssecretaris Paul de Krom van Sociale Zaken heeft dat maandag aan de Tweede Kamer geschreven.
De Krom, die de taken van de tot informateur benoemde minister Henk Kamp waarneemt, treft ook andere maatregelen om de pensioenfondsen meer lucht te geven. In overleg met De Nederlandsche Bank (DNB) wordt de rekenrente waarmee de fondsen hun vermogen op lange termijn moeten becijferen, aangepast. De rente wordt daardoor minder gevoelig voor schommelingen op de financiële markten. Vanwege de huidige lage rentestand moeten de fondsen uitgaan van een rente van 2 procent, terwijl een pensioenfonds als het ABP de afgelopen 15 jaar gemiddeld 5 procent haalde. Het kabinet overweegt nu de rekenrente voor de lange verplichtingen vanaf 20 jaar wat te verhogen, zodat de fondsen meer lucht krijgen.
Pensioenkortingen niet van de baan
Ondanks deze tegemoetkoming zijn de pensioenkortingen niet van de baan, schrijft De Krom. Ze kunnen volgens hem in 2013 wat omvang betreft wel beperkt blijven tot wat begin dit jaar al is aangekondigd. Toen lieten 103 pensioenfondsen weten in 2013 te moeten korten. Dat zullen er volgens Sociale Zaken nu 81 worden. Ook zullen de kortingen vaak wat lager zijn. In mei zou het grootste pensioenfonds van Nederland, het ABP, nog 18 procent moeten korten. Met een verhoogde rekenrente zou dit op maximaal 8 procent kunnen neerkomen.
Adempauze bij verhogen premies
Pensioenfondsen die een dekkingstekort hebben, kunnen volgend jaar wel een adempauze krijgen bij het verhogen hun pensioenpremies. Ze kunnen de kortingen ook spreiden. Ze moeten dan aan enkele strenge eisen voldoen. Zo moeten ze meer rekening houden met de gestegen levensverwachting. Ook mogen ze hun pensioenen pas verhogen als de dekkingsgraad boven de 110 procent uitkomt, in plaats van 105 procent, zoals normaal is.
Reacties: 7
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Hadden we dat niet wat eerder kunnen doen? Dan hadden de pensioenfondsen geen aandelen (verplicht) hoeven te verkopen, waren de beurzen niet zo onderuit gegaan en hadden de pensioenpremies niet hoeven te stijgen.
Hebben we nog meer van dit soort boekhoudregeltjes (zoals de 3% norm) die we beter kunnen aanpassen?
Zit het probleem niet eerder in het feit dat iedereen een te grote broek aanheeft (lenen, geld creëren wat er niet is, speculeren (hebzucht?)). 3% is geen begrotingsevenwicht en leidt nog steeds tot het doorschuiven van de rekening.
@Ferdinand:
De meeste deelnemers en pensioengerechtigden waren er in 1996 zelf bij! Zij hebben bijgedragen aan de verzelfstandiging en de greep uit de kas welke deels is aangewend voor de arbeidsvoorwaarden (en weer pensioengevend zijn geworden). Om nu te zeggen: Wir haben est nicht gewusst en de rekening door schuiven is ronduit schandalig! Het is natuurlijk een illusie om te stellen dat de overheid dit bedrag terugbetaald zonder dat dit uit de loonruimte komt.
Het aanpassen van de ABP-regeling is sinds de verzelfstandiging ingezet. Het besef was toen al aanwezig dat de regeling niet langer betaalbaar was, dit is alleen nooit concreet toegegeven. Het gevolg was een zeer grote premiestijging, afschaffen kapitaal gedekt nabestaandenpensioen, overstappen op middelloonpensioen, etc.
Belangrijk detail: het afstappen van de vaste rekenrente had positieve invloed op de dekking (op dat moment was de marktrente gunstiger dan de vaste rekenrente) en de indexering op dat moment. Nu deze rente even tegenvalt en er maatregelen genomen moeten worden is de tendens:
- verhogen rekenrente. In die zin mogen jongeren blij zijn dat de korte termijnrente gebaseerd blijft op de marktrente.
- verhogen premie
- uitkleden regeling (verlagen fiscale opbouw pensioenen), maar wel de FPU-premie blijven gebruiken na afloop regeling om maximale premie ruimte te behouden.
Het meest vreemde is nog wel dat een samenleving welke steeds individualistischer wordt niet leidt tot het verlagen van de franchise (deze is nog steeds gebaseerd op gehuwden waardoor met name alleenstaanden met een lagere inkomens benadeeld worden). Het aftoppen op een bepaald niveau zou wat dat betreft eerlijker zijn (maar wettelijk gezien niet mogelijk). Hiernaast is een verplichte keuze voor een pensioenfonds gedwongen winkelnering, maar noodzakelijk om geen leegloop van grijze fondsen te creëren zodat de ‘rekening’ kan worden doorgeschoven.
Nu maar hopen dat leeftijds- en rendementsaanpassingen direct doorwerken in de aanspraken, zodat niet alleen de premie en de toekomstige uitkeringen bijdragen aan tekorten en buffervorming (niet indexeren heeft nadelige consequenties voor allen, waarbij de middelloonpensioenen vanaf 2004 het hardst geraakt worden, deze zijn immers niet prijs/looninflatie gecompenseerd. Tot 2004 wel, tegen een te lage premie).