‘Almere dwong juristes niet tot onderbetaald werk’
Almere heeft drie juristes die werkervaring opdeden bij de gemeente niet gedwongen tot onderbetaald werk. Dat antwoordt staatssecretaris Jetta Klijnsma op Kamervragen van Tweede Kamerlid Sadet Karabulut (SP).
Almere heeft drie juristes die werkervaring opdeden bij de gemeente niet gedwongen tot onderbetaald werk. Dat antwoordt staatssecretaris Jetta Klijnsma op Kamervragen van Tweede Kamerlid Sadet Karabulut (SP).
Talentenprogramma
De drie juristes werden in 2014 op het stadhuis tewerkgesteld, via een talentenprogramma van een detacheringsbureau voor overheidspersoneel. De vrouwen ontvingen tot op dat moment een bijstandsuitkering. Bij de gemeente Almere kregen ze gedurende de looptijd van het talentenprogramma voor hoger opgeleiden de eerste drie maanden 1600 euro bruto per maand en de negen maanden daarop 2100 euro.
Niet te handhaven
De juristes maakten van meet af aan duidelijk dat ze ontevreden waren over dit inkomen, dat beduidend lager was dan dat van de juristen die in vaste dienst zijn bij de gemeente. Hun protesten daartegen in de eerste drie maanden van hun aanstelling leidde ertoe dat de gemeente Almere tot de conclusie kwam dat de vrouwen niet te handhaven waren binnen de organisatie. Hun contract werd beëindigd.
Afstand tot de arbeidsmarkt
Volgens de staatssecretaris is er geen sprake van gedwongen onderbetaald werk omdat het hier gaat om werkervaringsplaatsen, die deel uitmaken van het arsenaal aan re-integratieinstrumenten die gemeenten tot hun beschikking staan om de afstand van bijstandsgerechtigden tot de arbeidsmarkt te verkleinen.
Zonder gevolgen
Klijnsma stelt dat de deelnemers aan het talentenprogramma bij de start de mogelijkheid hebben gekregen om er niet aan deel te nemen, zonder dat dat gevolgen zou hebben voor hun uitkering. Geen van de drie juristen hebben daar volgens de staatssecretaris gebruik van gemaakt. In haar antwoorden wijst Klijnsma er op dat de vrouwen onder begeleiding van een coach stonden en dat hun werkzaamheden als oefening gezien moesten worden. Mensen kunnen verschillende beloningen ontvangen gebaseerd op hun opleiding, kennis en ervaring, stelt Klijnsma. ‘Er is geen aanleiding om de Participatiewet op dit aspect te herzien.'
Reacties: 12
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Gelijk werk, gelijk loon! Als de gemeente daadwerkelijk zo veel belang hecht aan het herplaatsen van mensen in die functie, schrijf een vacature uit voor een echte functie. Klaarblijkelijk heeft de gemeente daar geen vertrouwen in en meent het op deze manier aan goedkoop personeel te kunnen komen.
De reden waarom die vrouwen op die manier niet aan het werk zouden komen is omdat de ambtenaren in kwestie hoe dan ook alleen blonde mannen uitkiezen.
stagiair, werkervaringsplaats, trainee, junior het wordt allemaal door elkaar gebruikt en misbruikt.
Er is niks mis met investeren in jezelf, las dan het bedrijf/instelling ook in jouw ontwikkeling investeert
Deze drie "juristen" hebben de kans gekregen werkervaring op te doen en zich te ontwikkelen, zodat ze beter zicht op een (vaste) baan hebben dan anderen die minder geluk wat dat betreft hebben!
Het zou wat anders zijn als er gebruik van "stagiaires" gemaakt zou worden en aan het eind van die stage konden vertrekken en vervangen werden door anderen. Dán is er sprake van verkapt werk door goedkope krachten laten doen; i.c. geen sprake van.
I.p.v. dat deze dames blij zijn met deze - op kosten van de gemeente en dus de maatschappij, náást of bovenop de uitkering (en dan nog meer betaald krijgen ook nog!) - kans op verbetering van hun arbeidspositie, gaan ze nog klagen dat ze te weinig betaald krijgen voor hun werk. Ze laten wel zien dat ze meteen goed ingeburgerd zijn in het ambtenarenwereldje!
Terecht dat het contract met hen niet is verlengd; met mensen met zulke instellingen kun je niks!
Ik volg uw betoog een heel eind. Wel vind ik dat ieder voor zijn of haar rechten mag opkomen. Of in dit geval terecht aan de bel is getrokken door de dames, laat ik in het midden. Ik meen echter wel dat het criterium over het al dan niet verlengen van het dienstverband zou moeten zijn, de kwaliteit van het werk dat zij afleveren en niet het feit dat zij hun onvrede hebben geuit over de honorering.