Vrouwelijke chefs hebben meer oog voor gezonde werkdruk
UIt promotie-onderzoek blijkt dat leidinggevende vrouwen meer oog hebben voor werkdruk en kansenongelijkheid.
Leidinggevende vrouwen hebben meer dan mannen oog voor een gezonde werkdruk en kansengelijkheid. Dat is een van de bevindingen van de net gepromoveerde Nijmeegse socioloog dr. Carly van Mensvoort.
Van Mensvoort, die tegenwoordig werkt bij het Nijmeegse onderzoeksintituut ResearchNed, onderzocht de werkervaringen en van zowel medewerkers als die van leidinggevenden – vrouwelijk én mannelijk. Daarbij keek ze naar dataverzamelingen en onderzoeken uit in Nederland en andere, vooral westerse landen. Daarnaast interviewde Van Mensvoort zowel mannelijke als vrouwelijke managers.
Er is veel onderzoek gedaan naar de invloed van topvrouwen en hun stijlen van leidinggeven. In welke zin onderscheidt uw onderzoek zich van wat we al wisten?
‘Ik wilde graag inzicht hebben in wat er gebeurt als vrouwen al leidinggevende posities hébben. Inmiddels heeft ruim een derde van de vrouwen formeel wél invloed; in hoge inkomenslanden is bijna 36 procent van de managers vrouw, terwijl dit 20 jaar geleden nog geen 30,0 procent was. Daarom vond ik het belangrijk te bestuderen hoe leidinggevende vrouwen zélf aankijken tegen werk en werkomstandigheden, voor zichzelf en anderen. En of ze daarin verschillen van leidinggevende mannen. En dan niet uitsluitend de queen bees, maar ook vrouwelijke leidinggevenden lager in de hiërarchie, in alle segmenten van organisaties. Waar ligt hun invloed, en verandert die iets in de organisatie?’
Hebt u ook gelet op de invloed van de loonkloof tussen mannen en vrouwen, en of vrouwelijke bazen daarin een rol spelen?
‘Amerikaans onderzoek wijst er duidelijk op dat vrouwelijke managers helpen de loonkloof tussen mannen en vrouwen in organisaties te verkleinen. Maar op de Europese arbeidsmarkt ligt dat genuanceerder en hangt de loonkloof niet zozeer af van het geslacht van de manager voor wie men werkt. Door arbeidswetgeving en regels voor beloning kunnen individuele managers daar mogelijk vrij weinig in bewegen. Ik vond het interessant om te bekijken op welke domeinen leidinggevende vrouwen dan mogelijk wél het verschil maken. Bijvoorbeeld in de omgang met werknemers. Dat ligt binnen hun directe invloedsfeer. Een van de bevindingen is dat vrouwelijke managers juist invloed hebben op andere werkwaarden dan “harde” indicatoren als loon en posities.’
Wat is de meest in het oog springende uitkomst van uw dissertatie?
‘Dat de groeiende aanwezigheid van vrouwen in leidinggevende posities bijdraagt aan het ontwikkelen van duurzame, gezonde en ondersteunende werkplekken. In hun rol zijn ze change agents; ze dragen bij aan het verlagen van overmatige werkdruk in hun organisatie, of een deel daarvan. Managers met een masculiene stijl van leidinggeven blijken veeleisender, terwijl vrouwelijke leidinggevenden, ook voor zichzelf, meer waken voor overmatige werkdruk. Ze zijn daarin te vergelijken met mannen en vrouwen zónder leidinggevende functie en hechten meer waarde aan een goede balans is dan mannelijke leidinggevenden. Terwijl ze niet minder gemotiveerd zijn voor een inhoudelijk interessante baan.’
Maakt het medewerkers wat uit of ze een vrouw of man als baas hebben?
‘Over het algemeen zijn Nederlanders tevreden met de sociale competenties van hun leidinggevenden, waarbij het er niet zozeer toe doet of dat mannen of vrouwen zijn. Vrouwelijke medewerkers blijken iets tevredener over een vrouwelijke leidinggevende dan over een mannelijke. Met betrekking tot werkdruk blijkt dat werknemers met een vrouwelijke manager daar minder vaak last van ondervinden dan werknemers onder een mannelijke manager. Dit verschil zien we voornamelijk onder vrouwelijke werknemers en het treedt vooral op als de manager een sociale en ondersteunende leiderschapsstijl heeft.’
Zijn vrouwen tegenwoordig in het voordeel als er leidinggevende posities te vergeven zijn?
‘Dat durf ik niet te zeggen, omdat ik dan zou speculeren. Maar de genoemde leiderschapsstijl doet er wel toe. Een van de trends de afgelopen jaren is dat we bewegen naar meer niet-hiërarchisch leiderschap, en meer waarde zijn gaan hechten aan sociale competenties. Omdat die vanouds meer worden toegeschreven aan vrouwen dan aan mannen, kunnen zij daarbij in het voordeel zijn.’
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.