Geen verplichting tot inzetten jobcarving
Een ambtenaar kan door haar arbeidsbeperking haar werk niet meer aan. Twee instanties adviseren het college om middels jobcarving een speciale functie voor haar te creëren, zodat ze gewoon kan blijven werken. Waarom wordt ze toch ontslagen?
In de clinch is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
Met een arbeidsongeschiktheid van 45-55 procent kan Corry Heikant* prima zestien uur per week bij de gemeente Oosterhout werken. Maar als ze zich in 2014 met toegenomen klachten ziek meldt, verhoogt het UWV haar mate van arbeidsongeschiktheid naar 65-80 procent. Het UWV acht Heikant ongeschikt voor het werk dat ze nu verricht.
Vervolgens schakelt het college arbeidskundig bureau Margolin in om de re-integratiemogelijkheden van Heikant te onderzoeken. Ook Margolin concludeert dat Heikants eigen werk, gezien haar belastbaarheid, niet passend is. Het is ook niet passend te maken en er is voor haar geen andere passende structurele functie bij de gemeente. Margolin adviseert het college na te denken over jobcarving: een nieuwe functie creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Middels jobcarving kan wellicht een passend structureel takenpakket voor haar worden gevonden, eenvoudig administratief ondersteunend werk, zonder deadlines en productiepieken.
Het college heeft echter een andere route in gedachte. Twee jaar na de eerste ziekmeldingen wordt Heikant ontslagen, op grond van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte. Het UWV wordt gevraagd advies uit te brengen of is voldaan aan de voorwaarden voor dit ontslag. Deze constateert dat herstel over zes maanden is te verwachten, als Heikant maar werk krijgt dat ze aan kan. Kortom, ook het UWV stuurt aan op jobcarving.
aar het college legt beide adviezen naast zich neer en verleent Heikant ontslag. Jobcarving zien ze in Oosterhout niet zitten. Het college acht zich niet verplicht voor haar een nieuwe functie te creëren. Bovendien zijn er binnen de gemeente – na de digitalisering en optimalisering van de werkprocessen – geen resttaken meer die tot een takenpakket van zestien uur per week kunnen worden gebundeld en die ze, gelet op haar beperkingen, kan verrichten. De arbeidsgehandicapte Heikant vecht het ontslag aan bij rechtbank Zeeland-West-Brabant.
Centraal staat de vraag of het college voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht om Heikant aan het werk te houden. Het antwoord is duidelijk: noch de arbeidsvoorwaardenregeling CAR/UWO, noch de rechtspraak erkent de verplichting om in zo’n situatie een passende functie te creëren. Kortom: van het college kon niet worden verlangd de mogelijkheid van jobcarving nader te onderzoeken.
Op die lijn zit ook de Centrale Raad van Beroep, die 12 april uitspraak deed in de hoger- beroepszaak die Heikant aanspande. Uit de rapportages van Margolin en het UWV blijkt dat Heikant, door haar aanzienlijke beperkingen, slechts weinig arbeidsmogelijkheden heeft. De hoogste ambtenarenrechter oordeelt dat het na zorgvuldig onderzoek niet mogelijk is gebleken binnen de gemeente voor Heikant passende arbeid te vinden. Daarmee houdt het op.
Maar de adviezen van Margolin en het UWV over jobcarving dan? Kunnen die zo maar worden genegeerd? Heikant verwijst ook naar een verslag van de VNG van een bijeenkomst van P&O-ers over de vraag hoe overheidswerkgevers banen kunnen creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. Jammer voor haar – de Raad vindt ook dat een verplichting tot het creëren van een takenpakket ontbreekt en er geen reële mogelijkheden zijn voor de door Heikant bepleite jobcarving. Er is dan ook voldaan aan de voorwaarden voor ontslag. Een schadevergoeding zit er voor Corry Heikant niet in.
* De naam is gefingeerd.
ECLI:NL:CRVB:2018:1135.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.