Een op drie ambtenaren wil andere baan

Eén op de drie werknemers in de publieke sector is geïnteresseerd in een andere baan. Dat geldt vooral voor de jongere werkers want het aantal neemt af naarmate men ouder wordt. Vanaf 55 jaar en ouder heeft nog maar 1 op de 5 behoefte aan een nieuwe baan. Dat blijkt uit onderzoek van Driessen HRM_Payroll & TNS Nipo onder duizend mensen die werkzaam zijn bij de (semi-)overheid.

Collega's zijn niet onmisbaar
De medewerkers denken volgens het onderzoek overigens niet alleen maar aan zichzelf, maar ook aan het welzijn van hun collega’s. Het blijkt dat  maar liefst tweederde van de respondenten ervan overtuigd is dat hun collega’s beter af zijn in een andere baan. Het argument hierbij is omdat dat ten goede komt aan hun persoonlijke ontwikkeling. De werknemers zijn daarbij niet erg sentimenteel, want slechts 5 procent denkt dat die collega's onvervangbaar zijn. Een kwart van de ondervraagden zou wel hun vertrekkende collega's missen.

Dezelfde werkgever

Ambtenaren zijn over het algemeen honkvast, slechts een derde van de ondervraagden is nul tot één keer van werkgever gewisseld. Dat percentage geldt ook voo de 55 plussers, al lijken die een uitzondering te vormen. De jongere generatie blijkt steeds vaker van werkgever te wisselen.

Positief ondanks crisis

In deze crisis blijft een overgrote meerderheid van de ondervraagde werknemers in de publieke sector optimistisch. 70 procent denkt dat het voor hem/haar goed zal aflopen. Slechts 6 procent denkt dat het verliezen van zijn/haar baan het einde van de wereld is. Daarentegen ziet een kwart een gedwongen vertrek als een positief nieuw begin.