Advertentie
carrière / Nieuws

Detacheerdersmarkt overheid krimpt in 2011 met 30 procent

Was 2010 al een slecht jaar voor de detachering aan overheden, in 2011 ging het nóg slechter. Detacheerders zoeken naarstig naar nieuwe modellen. ‘We zijn er nog lang niet.’ 

25 mei 2012

Het gaat onverminderd slecht met de detacheerders die aan overheden leveren. Dat blijkt uit een inventarisatie door Binnenlands Bestuur van de jaarcijfers over 2011 van de grootste externenbureaus. De gemiddelde omzetdaling bedroeg 30 procent bij leveranciers aan de publieke en semi-publieke sector, maar wie vooral externen aan gemeenten levert, heeft het nog zwaarder gehad. Een krimp van bijna 40 procent was in die markt niet uitzonderlijk.

De malaise in de sector, die begin 2010 met een vrijwel collectieve inhuurstop aanving, duurt nog altijd voort: lopende contracten worden niet verlengd, vaste medewerkers niet vervangen en expertise die gemeenten niet in huis hebben, kopen ze op op projectbasis goedkoop in.

En steeds vaker delen gemeenten hun marktkennis. De uitdagingen van gemeenten met bijvoorbeeld de invoering van de Wet werken naar vermogen worden niet langer op vierhonderd plekken in Nederland afzonderlijk bedacht.

Realiteitszin

Gaandeweg is de realiteitszin bij de detacheringsbedrijven dan ook doorgedrongen. ‘Het wordt nooit meer zoals het was’, zegt operationeel directeur Ton Hegeman van Eiffel. Eiffel, dat voor de helft van zijn omzet van de publieke en semi-publieke klanten afhankelijk is, gooide april vorig jaar het roer radicaal om. Na twee jaren van ‘wachten tot de markt weer aantrekt’ – waarin de winst verdampte – greep Eiffel in. En met succes: Eiffel wist de omzet in de publieke sector in 2011 te stabiliseren.

Het grootste probleem van de externenbureaus is de forse tariefdaling. Niet zozeer die voor de specialisten onder de huidige interimmers en gedetacheerden, maar onder de generalisten die bijvoorbeeld op grondexploitatie of gebiedsontwikkeling werden ingezet. Uit de opbrengsten van externen die uurtarieven van twintig euro of zelfs minder declareren, zijn de bedrijfskosten van de bureaus niet te betalen. Bovendien zijn de risico’s voor de bureaus des te groter, nu gemeenten nog maar zelden een externe langer dan vier maanden nodig hebben.

Zo zag Eiffel zich gedwongen om in de tachtig in grondexploitatie gespecialiseerde professionals te snijden. Er werken er nog maar twintig bij Eiffel. De andere zestig zijn elders in opdracht, omgeschoold, of al dan niet vrijwillig bij het bedrijf vertrokken.

Eiffel is niet de enige in de sector die de steven wendt. ConQuaestor noemt zijn resterende gedetacheerden tegenwoordig ‘interim-professionals’. En Maandag-directeur Rob Entjes stelde in het vakblad Flexmarkt in de ‘killing fields’ van deze markt te ‘innoveren op een buitengewoon darwinistische manier’. Survival of the fittest, dat betekent ook voor Maandag: zich losweken uit de ramsjmarkt voor generiek extern gemeentepersoneel.

Uitgespeeld

Dat laatste wil marktleider BMC niet overwegen. Niet alleen detacheert BMC nog altijd meerdere honderden generieke externen, het bureau ervaart ook verhevigde concurrentie op prijs aan de bovenkant van de markt. In het segment daartussenin lijkt volgens directeur-grootaandeelhouder Albert Jansen ‘de rol van de bureaus uitgespeeld.’

Jansen: ‘Het interim-management en de bemiddeling van teamleiders en afdelingshoofden is een speelveld van zzp’ers geworden. Daar komen bureaus zelden nog aan te pas.’ Dat wil zeggen: bureaus die niet zelf deze zelfstandigen zonder personeel bemiddelen. Pijnlijk genoeg vormt de schaduwmarkt van eenpitters inmiddels een geduchte concurrent voor de bureaus. Enkelingen, maar ook collectieven van zzp’ers, passeren de bureaus met gemak bij de gemeentelijke prijsafslag.

Detacheringsbedrijven werken dan ook steeds vaker met zzp’ers samen. Het maakt de bedrijfsvoering fl exibeler – afscheid nemen van zzp’ers kost niets, werknemers ontslaan wel – maar vormt tegelijk een bedreiging voor het imago. Want als een gemeente de bureauprijs betaalt voor een zzp’er die ook via een concurrent of zelfstandig had kunnen binnenkomen, wat is dan nog de meerwaarde van het bureau?

Dilemma’s

Het zijn strategische dilemma’s en ze zijn het grootst voor de marktleider. BMC, dat de gemeentedetachering begin jaren negentig bijkans uitgevonden heeft, is de gebeten hond. Dat het bedrijf na tweeënhalf jaar misère nog overleeft, is naast de vele gemeentelijke opdrachtgevers te danken aan investeerde GIMV die liever de rit uitzit dan een verlies op de participatie te nemen, aan staatsbank ABN Amro die een afschrijving van 45,1 miljoen euro kan missen als kiespijn, en aan het aandelen bezittende personeel en management zelf.

Het heeft erom gespannen voor BMC, zo erkent Jansen. Het bedrijfsmotto – ‘Wie ver wil zien, moet klimmen’ – zoals dat in topjaar 2007 nog op het jaarverslag prijkte, is voor het bedrijf een bezoeking geworden: hoe ver het zicht ook reikt, er valt weinig te klimmen. Is vertrekken uit de gemeentemarkt een optie? Jansen: ‘Zelfs dat hebben we besproken, maar is er een alternatief? Zouden we BMC opnieuw kunnen uitvinden zonder de gemeenten?’ Voor Jansen is het antwoord: nee. ‘BMC en de publieke sector, die horen bij elkaar. Juist nu onze klanten zelf bezuinigen, kunnen we met onze ervaring van de eigen opgave waarde toevoegen.’

Jansen wil dan ook vooral zijn focus verleggen naar ‘strategisch advies’, bijvoorbeeld over de ‘uitbesteding van taken door middel van samenwerking met opdrachtgevers’ en door ‘specialisatie in kennis’. Dit alles zonder daarmee grote gaten in de breedte van de dienstverlening te laten vallen.

Jansen verwacht dat pas in 2014 de vervangingsvraag bij de vergrijzende overheden en de schaarste aan specialistische kennis weer zullen opkomen. ‘Deze recessie is onvergelijkbaar met alles wat we hiervoor hebben meegemaakt. We zijn er nog lang niet.’ 

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Frank Doelen / consultant
Was het niet die meneer Jansen die een 3 jaar geleden stond te brullen dat de markt in 2011 weer zou aantrekken?! Jaren makkelijk geld verdiend en nu er pas achter komen dat je echt iets moet doen voor die munten, nm méérwaarde leveren! Bij BMC werd ik weggezet voor bedragen die ik niet kon waarmaken en nu als zzp-er kan ik dat voor € 65 per uur wel. Én kwaliteit leveren hoor!!!
Peter / Projectmanager
In de gehele interim-markt vindt momenteel een scheiding van kaf en koren plaats. Zowel bij eindklant (de échte opdrachtgever) als de ingehuurde medewerker leeft er grote en toenemende ergenis over de rol van de grote detacheringsbureaus en van mantelcontracten.



Anderzijds zijn er ook toenemende signalen dat de continue bezuinigingen binnen de overheid (centraal, decentraal en gedeconcentreerd) inmiddels schade begint aan te richten. Taken blijven liggen, kennis sijpelt weg. Dat geldt vooral voor de Governance&Compliance-hoek.



De overheid dient een duidelijker rol op zich te nemen als Opdrachtgever i.p.v. als inhuurder. Bureaus dienen duidelijker toegevoegde waarde te leveren door oplossingsgericht uit te lenen, i.p.v. het bekende 'handjes leveren'.



Freelancers (ZZP, ZZV, etc.) doen dat beter.

Daarnaast zijn diverse overheden begonnen met eigen marktplaatsen. Naar verluidt om meer transparantie en greep op de eigen zaak te krijgen.

Prachtig initiatief. Alleen beperkt men zich daarbij onnodig tot ZZP'ers. De ZZP-constructie heeft voor veel freelancers (te)veel negatieve kanten.

Opdrachtgevers (i.c. procurement-afdeling) vertrouwen op vermeende voordelen van ZZP en gaan daardoor voorbij aan pragmatischer oplossingen. Daardoor sluiten zij veel geschikte(r) kandidaten uit van selectie.
Peter / Projectmanager
Voor een goed achtergrondartikel zie http://www.zzp-nederland.nl/nieuws/73017-detache …

Advertentie