Biker boa valt van trap, geen schadevergoeding

Tijdens een training valt een biker boa van een trap. Hij wil dat de gemeente zijn letselschade vergoedt. Die stelt dat de zorgplicht niet is geschonden. Of was de boa gewoon roekeloos?

Dat was een flinke smak die Jack Wezerman* maakte op een van de trappen van Centraal Station Utrecht. Door zijn gebroken hielbeen kan hij zijn normale werk bij de gemeente Utrecht niet meer doen, hij wordt er administratief medewerker.

Dat was zeker niet de ambitie van Wezerman, van oorsprong buitengewoon opsporingsambtenaar (boa). Hij wilde graag biker boa worden en volgde daarvoor een meerdaagse bikertraining. Een van de onderdelen daarvan was het afdalen van een trap, wat het voorlopige einde inluidde van zijn boa-carrière. De gemeente beschouwt de val als een dienstongeval en wijst aansprakelijkheid af. Alle maatregelen zijn getroffen die redelijkerwijs van de gemeente konden worden gevergd om te zorgen voor een veilige werkomgeving. De boa heeft zich gewoon roekeloos gedragen, aldus het college. De zorgplicht is helemaal niet geschonden, zoals de boa beweert.

Een arbeidshygiëniste constateert in haar onderzoek toch wat tekortkomingen. Zo was er maar één trainer aanwezig, dat hadden er twee moeten zijn. Ook heeft de gemeente ten onrechte geen trainingsrisicoanalyse verricht.

De bikertraining werd verzorgd door een gekwalificeerd bedrijf. Ook de sportinstructeur was gekwalificeerd. Voorafgaande aan de bikertraining werden de behendigheid en de conditie van Wezerman getest, die daarvoor slaagde. Hij had een lesprogramma gekregen met balansoefeningen, het leren vallen met de fiets, het leren rijden om obstakels en hindernissen en het leren afdalen van trappen.

Ook zag hij een instructiefilm over het afdalen van een trap, iets wat de instructeur in de praktijk ook voordeed. Jack Wezerman droeg die dag een helm en veiligheidsschoenen. Volgens de rechtbank Midden-Nederland heeft het college daarmee alle maatregelen getroffen die kunnen worden gevergd om de veiligheid van het personeel te waarborgen.

Een bikertraining is niet zonder risico’s, geeft het college toe, en van een biker boa mag worden verwacht dat hij zich bewust is van de gevaren van het per fiets afdalen van een trap. Het ging mis, aldus het college, toen Wezerman al met het afdalen begon hoewel hij zag dat de instructeur in gesprek was met andere cursisten. Hij heeft niet gewacht op groen licht van de instructeur. Wezerman wist zo dat de instructeur hem niet kon begeleiden of opvangen bij een val. Nu het college de zorgplicht niet heeft geschonden, is de gemeente niet aansprakelijk voor de letselschade van de boa. Zijn verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

Wezerman stapt naar de Centrale Raad van Beroep. Daar betoogt hij dat het college het parcours had moeten onderzoeken, dat deze alle veiligheidsrisico’s van de bikertraining had moeten inventariseren en dat risico’s zouden worden verminderd of weggenomen. Dit is niet gebeurd. Zelfs in de risico-inventarisatie en -evaluatie van de gemeente is aan deze training geen aandacht besteed.

Maar ook de Raad constateert dat het college de zorgplicht niet heeft geschonden. Dat de bikertraining niet is vermeld in de gemeentelijke risico-inventarisatie en -evaluatie is niet van belang. Uit een eerdere uitspraak van de Raad blijkt dat dit in vergelijkbare zaken geen formeel vereiste is. De zorgplicht gaat niet zover dat het college het parcours, dat de instructeur als geschikt voor de bikertraining had beoordeeld, zelf ook van tevoren moet bekijken en moet goedkeuren.

* De naam is gefingeerd.
ECLI:NL:CRVB:2022:1343