Openheid geven over twijfel aan integriteit
'In de clinch' is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
Een ambtenaar uit Zaanstad hield zich bezig met nevenactiviteiten, die twijfel opriepen over zijn betrouwbaarheid. Hij bekende en werkte mee aan het integriteitsonderzoek, wat het college wist te waarderen. Waarom volgde toch ontslag? Collega’s deden hetzelfde.
'In de clinch' is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
Het was niet fraai wat Harold Galenus*, medewerker vergunningverlening bij de gemeente Zaanstad deed. Buiten werktijd maakte hij als privépersoon voor inwoners van de gemeente uitgewerkte bouwtekeningen. Nadien werd door de gemeente bekeken of een vergunning kon worden verleend. Als een collega dat meldt, vermoedt het college integriteitsschending. Vervolgens spreken Galenus’ sectorhoofd, de adviseur P&O en de coördinator integriteit met hem.
Direct daarna wordt Galenus geschorst en wordt een officieel integriteitsonderzoek gestart. Dat levert plichtsverzuim op. Het is immers verboden nevenactiviteiten uit te oefenen die een directe relatie hebben met zijn taken als vergunningverlener. Hij heeft deze activiteiten niet gemeld en hij heeft hiervoor geen toestemming gevraagd, wat in strijd is met de arbeidsvoorwaardenregeling van Zaanstad. Daar komt bij dat hij voor meerdere van deze nevenwerkzaamheden privébetalingen heeft gevraagd én ontvangen.
Daarmee heeft hij zich schuldig gemaakt aan belangenverstrengeling. Ontslag volgt. Galenus stelt echter dat het college tijdens het gesprek in strijd met het Onderzoeksprotocol Integriteitschending Zaanstad heeft gehandeld. Daardoor zijn belangrijke – processuele – waarborgen geschonden en is uit dit gesprek verkregen bewijs onrechtmatig, wat buiten beschouwing moet blijven.
De Centrale Raad van Beroep, die zich na de rechtbank Noord-Holland buigt over het ontslagbesluit, ziet dat anders. De Raad ziet dat overleg als een informatief gesprek, waarin het college om opheldering vroeg. Vaste rechtspraak heeft hier twee regels opgeleverd. Eén: het bestuursorgaan – hier het college – hoeft een ambtenaar niet expliciet te wijzen op de mogelijkheid van bijstand.
Twee: indien gerechtvaardigde twijfel aan de integriteit of betrouwbaarheid van een ambtenaar bestaat, mag van die ambtenaar worden verlangd dat hij die twijfel wegneemt. Dat doet Galenus door te erkennen dat hij schetsen maakte voor inwoners van Zaanstad, buiten werktijd en soms tegen betaling. Een week na het gesprek betuigt hij spijt en besluit alsnog om mee te werken aan het onderzoek. Wat Galenus nog dwarszit, is het ontslag. Dat vindt hij onevenredig zwaar.
De Raad vindt van niet. Dat Galenus over meerdere jaren bouwtekeningen heeft gemaakt heet ‘doorgaand normoverschrijdend gedrag’. Dat hij slechts in een beperkt aantal gevallen hiervoor – enige vorm van – betaling heeft gevraagd en ontvangen, en dat deze vergoedingen niet in verhouding stonden tot de tijdsinvestering die met het maken van de tekeningen was gemoeid, maakt de ernst van het plichtsverzuim niet minder.
Galenus wíst dat wel: hij had geen toestemming gevraagd omdat hij wist dat dit toch zou worden geweigerd. Dat hij aanvoert dat binnen de afdeling een cultuur heerste waarbij het gebruikelijk was om tekeningen voor inwoners te maken, geldt niet als excuus: hij blijft verantwoordelijk voor wat hij doet. Dat het college nog aandraagt dat het hierbij hooguit kan gaan om globale schetsen in het zogeheten vooroverleg met een aanvrager, doet ook niets af aan de ernst van de overtreding.
Dan ziet Galenus nog één uitweg. Tijdens het gesprek is hem gezegd dat medewerking door hem positief wordt gewaardeerd. Dat is toch min of meer een toezegging dat geen onvoorwaardelijk strafontslag zal volgen? Voor dit beroep op het vertrouwensbeginsel ziet de Raad in zijn uitspraak op 25 juli 2019 geen grond. Het ontslag blijft staan.
* De naam is gefingeerd.
ECLI:NL:CRVB:2019:2499
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.