Ambtenaren steeds vaker opgebrand
Steed vaker vallen ambtenaren uit omdat ze de werkstress niet meer aankunnen. Burn-outs komen meer dan gemiddeld voor in de publieke sector en de omgeving is er niet op gericht om hier mee om te gaan of het verschijnsel te voorkomen.
Steeds meer werknemers in Nederland vallen om door een burn-out. Vooral onder ambtenaren is ziekte door werkstress een ware epidemie. Preventie en hanteren van dit soort verzuim is niet alleen de verantwoordelijkheid van de werknemer, maar ook van de werkgever en zelfs van collega’s.
Man met hamer
De klap kwam op maandag, na een weekje herfstvakantie. Die dagen had Erik met zijn gezin in een vakantiehuisje doorgebracht. Hij zat veel achter zijn meegebrachte laptop. Het werk moest af, vond hij. Op die eerste werkdag na de vakantie voelde hij zich wat gestrester dan normaal. Maar toen hij ‘s avonds de auto voor het huis parkeerde en uitstapte kwam de man met de hamer. ‘Ik trilde ineens van top tot teen, als een rietje’, vertelt gemeenteambtenaar Erik Baas (38). ‘En toen ik de huiskamer inliep waar mijn vrouw en kinderen al aan tafel zaten, barstte ik in huilen uit. Ik was volledig opgebrand’.
Langdurig verzuim
Het is een fenomeen waar vrijwel elke afdeling in elk gemeente- of provinciehuis, ministerie of andere overheidsinstelling meer dan ooit mee te maken heeft. Langdurig ziekteverzuim door een burn-out. Het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) waarschuwde deze maand dat het aantal mensen dat zich met een burn-out meldt bij de bedrijfsarts enorm toeneemt. Werknemers zijn tegenwoordig vaker overspannen door een te hoge werkdruk, in combinatie met een gebrek aan ondersteuning van collega’s, is hun bevinding. In de publieke sector is het probleem groter dan elders. Het ziekteverzuim is met 5,3 procent in 2016 het hoogst in de publieke sector. Het landelijk gemiddelde ligt op 3,9 procent. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek en de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden.
Werkdruk is toegenomen
Voor een deel ligt het aan de ambtenaren zelf, ze trekken niet op tijd aan de rem en gaan over hun grenzen heen. Maar door de bezuinigingen van de afgelopen jaren is de werkdruk ook daadwerkelijk toegenomen. Leidinggevenden en collega’s staan er meestal bij en kijken er naar. Werkgevers weten simpelweg nog niet goed hoe ze met werkstress geteisterd personeel om moeten gaan, laat staan hoe het te voorkomen.
Signalen gemist
Met die wetenschap werd ook Erik geconfronteerd. Als nieuwe beleidsmedewerker Veiligheid bij een middelgrote gemeente (welke houdt hij liever voor zichzelf) liep hij al een tijdje tegen muren aan. Het was de tijd dat de decentralisaties werden ingevoerd en hij zocht samenwerking met andere afdelingen. ‘Maar ik kreeg weinig medewerking’, vertelt hij, ‘de collega’s zaten op hun eigen eilandje en verdedigden hun territorium. Bang voor veranderingen,’ blikt hij terug. ‘Ik ben ambitieus, wil graag ergens een stempel op drukken en voel me erg verantwoordelijk. Dat ging niet goed samen. Ik voelde me gefrustreerd en trok steeds meer werk naar me toe’, vertelt hij openhartig. De functionerings-en beoordelingsgesprekken waren echter altijd goed. Zijn leidinggevende miste de signalen’.
Omgeving verantwoordelijk
‘Je kunt er niet omheen dat veel mensen uitvallen door stress op hun werk. Dan is het logisch dat er iets moet gaan gebeuren’, constateert Lysanne van Schaik (22) die onlangs haar scriptie over burn-outs onder ambtenaren schreef. Na haar studie Bestuurskunde deed ze Strategisch Human Resource Management en zette dit onderzoek op. Ze ondervroeg ruim vierhonderd overheidsmedewerkers, met name veel gemeenteambtenaren. Ze legt de verantwoordelijkheid voor het voorkomen van een burn-out echter niet alleen bij de werknemer of de werkgever neer. Ze vindt dat de hele omgeving een oogje in het zeil moet houden. ‘Doorbreek het taboe op psychische problemen door werkdruk, praat erover’, bepleit ze. ‘Iedereen kent wel een collega die eigenlijk veel te hard werkt, maar bijna niemand doet daar wat mee.’
Taboesfeer
Dat is ook Erik Baas’ zijn ervaring. ‘Ik heb veel reacties gehad van collega’s die mijn klachten herkenden en ook toegaven tegen muren aan te lopen. Maar toen was het te laat’, zegt hij. ‘Ongezonde werkstress en burn-outs moeten echt uit de taboesfeer, mensen durven er vaak niet over te praten omdat ze bang zijn dat het gevolgen heeft voor hun baan. Daarom vind ik dat leidinggevenden ervoor moeten zorgen dat werknemers zich veilig genoeg voelen om het te zeggen als het niet goed gaat. En vervolgens samen op zoek gaan naar een oplossing’, bepleit hij.
Coaching
Zijn huidige werkgever, de Friese fusiegemeente DDFK (Dantumadiel, Dongeradiel, Ferwerderadiel en Kollumerland) heeft goed preventiebeleid. ‘Ik ben tegen mijn werkgever van het begin af aan open geweest over mijn verleden’, vertelt Erik. ‘Want de oorzaak van mijn burn-out lag ook aan mezelf, het heeft met mijn karakter te maken,’ geeft hij toe. ’Mijn leidinggevende reageerde heel goed. Ze schakelde een coach voor me in waarbij ik vooral aan zelfreflectie doe, het coachen zie ik echt als persoonlijke ontwikkeling. Ik leer er veel van en kan het meteen in de praktijk brengen’.
Reacties: 10
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Gewoon doen, ik ben er gezond en werkend 63 jaar mee geworden.. En doe heel andere dingen naast je werk, durf jezelf te vernieuwen.
Ik herken wat je schrijft. Ook ik heb een aantal jaren geleden met serieuze gezondheidsproblemen te maken gehad en ook ik werd onder druk gezet. Probleem is wel dat je het laat gebeuren. Liet ik ook gebeuren, tot ik ineens de ingeving kreeg om stevig terug te vechten. In een functioneringsgesprek liet ik onverwacht met een stevige vloek weten dat hier mijn grens lag voor grof gedrag! 'Zo, en nu ga jij eruit, of wij beiden!". Nou werkte ongelooflijk goed. Vanaf dat moment ben ik ook mijzelf flink gaan vernieuwen. Ik sta voor mijn werk, de burger en de stad, maar als de deur dicht valt, ben ik in de rol van eigen Ik.
Een grote reorganisatie die nu speelt, zie ik vooral als een luidruchtig theaterstuk met slechte spelers.... Ik zit tweede rang en soms overweeg ik in de pauze weg te gaan....(met eerder pensioen...).
De politiek zweert hier nog steeds bij, het management holt hier achteraan.
En onderaan staan nog een paar mensen die hart voor de zaak hebben (en de zaak is hard voor hen), de rest haakt af. Ach ja, als de cijfers maar kloppen en de politiek maar voldoende stemmen krijgt.