Weinig ambitie bij gemeenteambtenaren
De meeste gemeenteambtenaren streven – heel bescheiden of weinig ambitieus – naar een ontwikkeling binnen de huidige functie (47 procent), terwijl 22 procent streeft naar positieverbetering en 18 procent naar verandering van positie. Dat opvallende resultaat blijkt uit een enquête van Binnenlands Bestuur onder ruim 1200 gemeenteambtenaren. Uit diverse soortgelijke onderzoeken van Team Vier in die sector, blijkt dat in het bedrijfsleven juist meer dan de helft van de medewerkers streeft naar positieverbetering.
De meeste gemeenteambtenaren streven – heel bescheiden of weinig ambitieus – naar een ontwikkeling binnen de huidige functie (47 procent), terwijl 22 procent streeft naar positieverbetering en 18 procent naar verandering van positie.
Dat opvallende resultaat blijkt uit een enquête van Binnenlands Bestuur onder ruim 1200 gemeenteambtenaren. Hoe anders is dat in het bedrijfsleven. Uit diverse soortgelijke onderzoeken van Team Vier in die sector, blijkt meer dan de helft van de medewerkers te streven naar positieverbetering.
Minder druk om te presteren
‘Climbing the corporate ladder' is veel meer een standaardhouding in de commerciële wereld’, zegt onderzoeker Jelle Rehbergen van Team Vier, het bureau dat de enquête in opdracht van Binnenlands Bestuur uitvoerde. Wat volgens hem ten grondslag ligt aan het grote verschil, is dat de druk om te presteren in de ambtelijke wereld minder groot is. ‘Op heel veel terreinen hebben gemeenten een monopoliepositie. Het heilige moeten is daardoor veel minder. Medewerkers van bedrijven opereren op een speelveld waar de concurrentie groot is. Dat is een omgeving met veel meer turbulentie. Er is daar ook veel meer druk van bovenaf om je als medewerker te ontwikkelen. Dat is veel meer geborgd in de cultuur van het bedrijfsleven. Dat moet wel, anders loop je het risico dat de organisatie het niet overleeft.’ Het grote verschil met de uitkomst van de BB-enquête onder medewerkers van gemeenten geeft volgens hem aan ‘dat de ambtenaar een heel ander dier is.’
Ambitie niet zo bon ton
Jeoen Pepers, directeur A+O fonds Gemeenten, verklaart het verschil in ambitie onder meer uit het feit dat positieverbetering in de private sector meer wordt gewaardeerd dan bij de overheid. Bij ambtenaren is die ambitie ook heus wel aanwezig, maar daar is het niet zo bon ton.
‘Wat ook zeker meespeelt, is het feit dat ambtenaren pas op vrij ‘oude’ leeftijd bij de gemeente aan hun baan beginnen: gemiddeld is dat op hun 36e’, zegt Pepers. ‘Het is hun tweede of derde loopbaan-baan. Ze komen dus binnen op een plek die ze ambiëren. En dat op een leeftijd waar andere zaken als bijvoorbeeld geringe reisafstand en een goede combi tussen werk en privé relatief belangrijker zijn.’
Volop kansen doorontwikkeling ambtenaar
Pepers duidt de geringe ambitie van positieverbetering bij de gemeenteambtenaar ook positief. Het betekent volgens hem dat hun baan voldoende kans op doorontwikkeling geeft. ‘Ze zijn gemotiveerd door de inhoud. Er is van alles te doen op hun vakgebied waar ze als professional volop de ruimte krijgen’, zegt hij. Daarbij komt dat de mogelijkheden om ‘hogerop’ te komen, beperkter worden door de verplatting die plaatsvindt: in veel gemeenten worden er in de organisatie managementlagen tussenuit gesloopt. ‘Dat betekent dat professionals nog meer de ruimte krijgen’, zegt Pepers.
Lees meer over het onderzoek in Binnenlands Bestuur nr 19
Samenvattend: geen touw aan vast te knopen.