Advertentie
carrière / Achtergrond

Activistische ambtenaren

Binnenlands Bestuur sprak met drie ambtenaren over hun activisme, buiten én binnen het werk.

09 juni 2023
Klimaatprotest in Amsterdam
Klimaatprotest in Amsterdam

De overheid worstelt met het behalen van haar klimaatdoelen. Wat doe je als ambtenaar, gebonden aan de ambtseed, als je vindt dat er een tandje bij moet? Binnenlands Bestuur sprak met drie ambtenaren over hun activisme, buiten én binnen het werk.

Teamleider Ruimtelijke Ontwikkeling | Publieke sector | Medior | Senior | Landelijk

BMC
Teamleider Ruimtelijke Ontwikkeling | Publieke sector | Medior | Senior | Landelijk

principal Consultant Inkoop & Contractmanagement

Yacht
principal Consultant Inkoop & Contractmanagement

Kan een ambtenaar de overheid aan de wet houden en verdergaande maatregelen voorstellen om klimaatdoelstellingen te halen? Afgelopen februari kwam de Haagse ambtenaar Sam Schwenke in het nieuws toen zij bij een actie van Extinction Rebellion (XR) gearresteerd werd. De gemeente erkende het demonstratierecht van de ambtenaar en wees tegelijkertijd op de beperkingen die de Ambtenarenwet en de Gedragscode van de gemeente hieraan verbinden. Schwenke voelde zich beperkt als activist en diende haar ontslag in.

Klimaat is niet het enige onderwerp waarop ambtenaren hun ‘activistisch’ kunnen zijn. De drie ambtenaren die in dit artikel aan het woord komen noemen het aanzwengelen van de Toeslagenaffaire door ambtenaar Sandra Palmen. En transitieprofessor Jan Rotmans die ambtenaren opriep om activistisch te zijn. Dat was tegen het zere been van emeritus hoogleraar gebiedsontwikkeling Friso de Zeeuw. In zijn column voor Binnenlands Bestuur schreef hij: ‘De activistische ambtenaar kent geen grenzen in morele motivatie én werkmethoden en vormt daarom een bedreiging voor het democratisch bestuur.’ Maar hoe ziet de activistische ambtenaar het zelf? Waar ligt de grens van het eigen activisme?

‘We zien onze rol vooral als signalerend’

Al in 2019 was Anne Hofstede, communicatieprofessional bij de gemeente Amsterdam, betrokken bij een ambtenarenactie tegen investeringen van pensioenfonds ABP in fossiele brandstoffen. ‘Bestuurders spraken hun steun uit en wij mochten buiten werktijd actievoeren. Onze petitie leverde 3.000 handtekeningen op, waarvan 2.000 van Amsterdamse ambtenaren.’ Dat deed Hofstede samen met zes andere ambtenaren die ze eerder had ontmoet op een klimaatmars. ‘Het probleem met activisme op het werk is dat je vaak alleen bent, zeker in een grote organisatie.’ Met dit groepje konden ze samen iets doen. Met succes, het ABP ging uiteindelijk overstag. ‘Op de klimaattop in Glasgow noemde de Nederlandse klimaatgezant dit het grootste Nederlandse klimaatsucces ooit. Dat smaakte naar meer.’

‘In een grote organisatie kun je veel impact hebben’

Ook op het stadhuis zet Hofstede zich in voor het klimaat. ‘Je kunt in je privéleven duurzame keuzes maken om je ‘voetafdruk’ te verkleinen, maar kijk ook naar je ‘handafdruk’: je invloed in je werk. Zeker in een grote organisatie kun je veel impact hebben.’ Toen vorig jaar uit een rapportage bleek dat de gemeente haar eigen klimaatdoelstellingen niet zou halen, stuurden Hofstede c.s. een brandbrief naar het gemeentelijk managementteam (GMT). ‘We uitten onze zorgen over het niet behalen van de doelen, gezien onze ambtseed, waarin wij beloven voor het welzijn van alle Amsterdammers te zorgen.’ De brandbrief werd binnen de organisatie 1.200 keer ondertekend. Kritiekpunt was dat de initiatiefnemers illegaal de hele organisatie hadden gemaild. ‘Dat was het ambtelijk ongehoorzame deel. Daarvoor hebben we een standje gehad.’ Daarna pakte het GMT de zorgen voortvarend op, onder meer door klimaatevents voor alle medewerkers te organiseren en ambities te formuleren om de doelen toch te behalen. ‘Wij zien onze rol nu vooral als signalerend. We blijven de voortgang kritisch volgen.’

Als ambtenaar geloof je dat je verschil maakt, aldus Hofstede. Ook buiten de taakomschrijving. ‘Je hebt lef nodig. In onze ambtseed staat dat je een zelfstandig oordeel moet vellen over de morele juistheid van jouw handelen. Als we onze klimaatdoelen niet halen, is ons handelen moreel onjuist.’ Hofstede sprak met Bureau Integriteit over activisme in het werk. ‘Zij bleken constructief. Er komt een protocol over hoe om te gaan met activistische collega’s.’ Daar staat in dat ambtenaren rechten hebben en mogen demonstreren. ‘Het is een soort handreiking, zodat je niet bent overgeleverd aan de willekeur van leidinggevenden. Het mag, zolang het niet tegen de organisatiedoelen is. We kunnen natuurlijk niet ingaan tegen ons democratisch vastgestelde beleid.’

Hofstede kent de kritiek op ambtelijk activisme, namelijk dat ambtenaren zich er verre van zouden moeten houden. Ze voelt zichzelf juist heel loyaal. ‘Loyaliteit betekent niet: je mond houden. We zijn loyaal, want we wijzen op wat is afgesproken en beloofd, maar niet wordt uitgevoerd. De gemeente Amsterdam staat ervoor open dat je je uitspreekt, mits je het bestuur niet afvalt.’ Hofstede adviseert activistische ambtenaren eerst gelijkgestemden te zoeken binnen de organisatie, want ‘in je eentje ga je nat’. ‘Kijk naar de organisatiedoelen, signaleer het verschil met de realiteit, creëer een kerngroep en maak een petitie. Dat is een veilige manier. Probeer binnen de lijntjes van de organisatie te kleuren.’

‘Het is belangrijk om in gesprek te blijven’

Voor Daniël Koelikamp, teammanager Groene & Slimme Mobiliteit bij de provincie Groningen, eindigt activisme waar geweld begint. ‘Zodra er geweld zou zijn, haak ik af. Gelukkig is Extinction Rebellion altijd volledig geweldloos.’ Sinds kort is Koelikamp onderdeel van een groep ambtenaren die zich onder de vlag van XR uitspreken; zij maken zich zorgen maken over de gevolgen van klimaatverandering en verlies van biodiversiteit. Zodra het over klimaat gaat, beschouwt Koelikamp, al vijftien jaar ambtenaar, zich als activistische ambtenaar. ‘Ik vind dat er veel meer moet gebeuren dan nu gebeurt. De belangrijkste manier om dat voor elkaar te krijgen is zoveel mogelijk benadrukken dat systeemverandering nodig is.’

Koelikamp vindt de ‘overheidsroute’ niet snel genoeg gaan. Als activist en XR-lid liep hij mee met de Klimaatmars en deed hij mee met andere demonstraties. De uitwisseling tussen zijn inhoudelijke werk en XR noemt hij ‘fijn’. ‘Er zitten veel verschillende mensen bij XR: wetenschappers, mensen uit het bedrijfsleven, praktijkgerichte mensen.’ Volgens Koelikamp komen de hoofddoelen van XR overeen met die van een ambtenaar. ‘Ik wil eerlijk zijn over de klimaatcrisis. Als bestuurders vragen wat nodig is, krijgen zij altijd eerlijk antwoord en dan is het aan hen om er iets mee te doen.’ Inherent aan politiek is dat er altijd compromissen worden gesloten.

Die nadelen horen bij besturen. ‘Terwijl er een noodtoestand is, waar helemaal geen ruimte is voor compromissen.’ XR wil daarom een burgerberaad om met draagvlak de benodigde maatregelen wel te nemen. ‘Rechtstreekse invloed, dat past goed bij waar de overheid voor moet zijn.’ Vanwege het gebrek aan politieke daadkracht is Koelikamp buiten zijn werk actief. ‘De doelen waar ik mee bezig ben, komen overeen met de eed die ambtenaren afleggen. Het is niet gek om te eisen dat de overheid maatregelen treft die nodig en rechtvaardig zijn, zoals de Urgenda-zaak liet zien.’

Als activist doet Koelikamp iets anders dan in zijn functie als ambtenaar, benadrukt hij. Er is vaak kritiek op de ‘disruptieve’ manier van demonstreren van XR, maar dat is volgens hem ‘de enige manier om snel genoeg iets te bewerkstelligen’. ‘Het afschaffen van belastingkorting voor vervuilende bedrijven is veel belangrijker dan een klein beetje disruptie. De schade aan het klimaat is vele malen groter.’ Naar acties gaat de ambtenaar op persoonlijke titel. ‘Ik neem vrij of ga op een vrije dag.’ Hij wil niet polariseren over dit onderwerp dat iedereen aangaat. ‘Het is belangrijk in gesprek te blijven met eventuele tegenstanders.’ Hij ziet evenwel dat het beeld van XR kantelt en acties steeds meer worden geaccepteerd. ‘Dat is maar goed ook, want het is nodig en het zijn allemaal aardige, vreedzame en bovenal bezorgde mensen. Het is nu nog wachten op de eerste bestuurder die openlijk meedoet.’

‘Laten we onze vinger opsteken’

‘Iedere overheidsmedewerker heeft te maken met de rijksdoelstellingen. Dus iedereen moet een beetje activistisch zijn om de CO2-doelstellingen te halen’, vindt rijksinkooptrainee Hannah Deelstra. Zij werkt bij Defensie aan het verduurzamen van de inkoop. Via ‘Inkopen met impact’ laat ze opdrachtgever, inkoper en markt op een zo maatschappelijk verantwoorde manier samenwerken, schrijft ze op haar LinkedIn-pagina. ‘Ik probeer in mijn werk te pushen door mijn hand op te steken en iets extra’s te vragen, bijvoorbeeld het minimaliseren van het verpakkingsmateriaal van bedrijfskleding. Binnen circulariteit is veel mogelijk.’ Juristen vinden het lastig dat in te bedden in de aanbesteding, maar de markt is al ver, merkt ze. ‘Volledig klimaatneutraal in 2050 is mogelijk.’

Defensie is ontvankelijk voor deze ‘frisse wind’, constateert ze. Binnen het traineeship is er veel aandacht voor maatschappelijk verantwoorde inkoop. ‘Bij de werving van de nieuwe lichting bleek dat iedereen iets wil doen voor duurzaamheid. Wij zijn de generatie die hier iets mee moet.’ Ambtenaren hebben het recht om te demonstreren, maar ook om te zeggen dat iets niet goed gaat, vindt ze. ‘Er zijn veel crises geweest, zoals de Toeslagenaffaire.’ Intussen wordt klokkenluiden gestimuleerd en zijn er cursussen dialoog en ethiek. ‘Eigenlijk worden nu allemaal individuele ambtenaren gemotiveerd om activistisch te zijn’, meent Deelstra. Goede besluitvorming vraagt om inbreng vanuit verschillende invalshoeken, disciplines en culturen, vindt ze. ‘Dat bevordert en verrijkt de dialoog.’

Demonstreren doet ze als burger. ‘Het is mijn eigen mening en ik doet dat op persoonlijke titel. XR is 100 procent geweldloos. Daar sta ik 100 procent achter.’ In veel vacatures worden eisen gezet, zoals ‘lef’ en ‘moed’, merkt ze op. ‘Als we dat dan ook bieden, moet je daar niet raar van opkijken. Sta dus achter je idealen en de rijksdoelstellingen, bijvoorbeeld bij een demonstratie.’ Toch bespreekt ze niet voor of na ‘hoe het op de A12 ging’. Ze ziet wel ‘een beetje een tweedeling’ tussen de individuele persoon op de A12 en die binnen de eigen organisatie. ‘Beiden zijn activistisch te noemen. Als ik in mijn werk aandacht vestig op duurzaamheidseisen, beschouw ik dat als goed ambtenaarschap.

Dat is wat anders dan voor mijn eigen ideaal en het demonstratierecht staan.’ Ze zou niet op een Defensie-terrein gaan demonstreren. ‘Maar ik kan wel het gesprek voeren met een generaal. Dat heeft meer impact dan voor de Kromhoutkazerne staan.’ Hoe ver je gaat in je activisme is persoonlijk, vindt Deelstra. ‘De XR-beweging besteedt veel aandacht aan hoe je je activisme uit. Ik doe low risk, ik laat mezelf niet oppakken. Maar dat heeft niets te maken met het ambtenaarschap.’ Ze noemt het frappant dat de gemeente Den Haag er één persoon op berecht, ‘terwijl grotere processen in haar voordeel pleiten’. ‘Dat snap ik niet.’ Het lijkt Deelstra belangrijk dat meer ambtenaren zich binnen en buiten hun werk meer uitspreken. ‘Ik wil geen ambtenaar zijn die over vijf jaar, als de klimaatcrisis op een bepaald punt is, zegt niet aan de bel te hebben getrokken. Laten we dus onze vinger opsteken.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie