Voorbij is het ‘jojo-beleid’
In de Wet versterking bestuur pensioenfondsen is bepaald dat werknemers die niet zijn aangesloten bij een vakbond ook zeggenschap kunnen krijgen. Per 1 juli verandert de bestuursstructuur en de medezeggenschap van ABP.
Voor het eerst mogen niet-vakbondsleden meepraten over het beleid van ABP. Het pensioen- fonds zal de invloed van deze ‘onafhankelijke denkers’ snel merken. ‘ABP maakt per jaar 2 miljard euro vermogensbeheerkosten. Wat zit daarachter?’
‘Dat wij er met onze onafhankelijke lijst in zijn geslaagd om vanuit het niets vijf werknemerszetels te bemachtigen, is veelzeggend. Onze kandidatenlijst kwam pas vlak voor de verkiezingen tot stand. Kennelijk zijn er veel mensen die zich te weinig herkennen in de vakbonden als traditionele belangenbehartiger’, zegt Ryanne Cox, wetenschappelijk medewerker pensioenen bij het Centraal Planbureau en één van de vijf onafhankelijke leden in de deelnemersvertegenwoordiging van ABP.
‘Ineens vijf zetels, terwijl we 1 januari nog niet eens bestonden’, zegt lijsttrekker Myrthe de Jong, beleidsmedewerker zorgverzekeringen bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), enthousiast.
In de Wet versterking bestuur pensioenfondsen is bepaald dat werknemers die niet zijn aangesloten bij een vakbond ook zeggenschap kunnen krijgen. Per 1 juli verandert de bestuursstructuur en de medezeggenschap van ABP. De deelnemersraad, die bestaat uit vertegenwoordigers van werknemers en gepensioneerden, komt te vervallen.
Ook de werkgeversraad, waarin werkgevers uit de overheids- en onderwijssectoren zitten, houdt op te bestaan. In plaats daarvan komt er een verantwoordingsorgaan, waarin werkenden, gepensioneerden en werkgevers zitten. Het verantwoordingsorgaan controleert het ABP-bestuur en heeft vergaande adviesbevoegdheden over bijvoorbeeld de hoogte van de pensioenpremie, wel of niet indexeren en het beleggingsbeleid.
Nieuwe mogelijkheid
ABP organiseerde dit voorjaar verkiezingen voor de vertegenwoordiging van de werknemers en de gepensioneerden in het verantwoordingsorgaan. Zowel de werknemers als de gepensioneerden maakten gebruik van de nieuwe mogelijkheid om onafhankelijke kandidaten naar voren te schuiven.
Het Onafhankelijk Samenwerkingsverband Gepensioneerden Overheid en Onderwijs slaagde erin twee van de dertien gepensioneerdenzetels te behalen. De onafhankelijke werknemers hadden meer succes; hun Lijst voor Onafhankelijk Pensioentoezicht sleepte vijf van de negentien werknemerszetels in de wacht.
Pas vlak voor kerst werden de verkiezingen bekendgemaakt. ‘Toen hebben we in korte tijd de Lijst voor Onafhankelijk Pensioentoezicht opgetuigd’, zegt Cox.
‘Ik zag het op Twitter. Mensen vroegen: is dat niets voor jou?’, vertelt Michael Visser, docent belasting- en pensioenrecht aan de Universiteit van Tilburg. De Jonge Democraten, de jongerenafdeling van D66, zorgde voor faciliteiten.
‘Het was goed dat we op hen konden leunen, want we hadden niets. Geen website, geen printer’, zegt Jochem Sprenger, beleidsmedewerker bij de Europa-directie van het ministerie van Economische Zaken en D66-lid. ‘Maar nu hebben we de banden doorgeknipt en staan we op eigen benen.’
Visser: ‘We zijn geen speeltje van de Jonge Democraten. Ik ben geen lid, ook niet van een andere politieke partij of jongerenafdeling overigens. We zijn vooral onafhankelijke denkers.’
Via informele kanalen en sociale media werden potentiële kandidaten voor de lijst benaderd. Sprenger: ‘Vakbonden kunnen alleen in hun eigen vijver vissen. Wij kunnen breed zoeken naar deskundigen, binnen de hele sector overheid en onderwijs.’
Bekende hoogleraren fungeren als lijstduwers en motiveren hun keuze. Zo schrijft Rick van der Ploeg, hoogleraar economie in Oxford en aan de Vrije Universiteit: ‘De huidige structuur leidt tot een situatie die niet representatief is. De dominante rol voor de vakbonden leidt bovendien tot onvoldoende financiële kennis bij de ABP-top. Deze lijst is een broodnodige aanvulling.’
Anachronisme
‘De zeggenschapsstructuur van de pensioenfondsen stamt uit een paternalistische, industriële economie’, stelt Ewald Engelen, hoogleraar financiële geografie aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Nu vakbonden nauwelijks meer leden hebben en pensioendeelnemers steeds hoger zijn opgeleid, is dit een anachronisme geworden. Helaas beseffen vakbonden dat onvoldoende. Deze lijst is een goede poging dit paternalistische verbond te doorbreken.’
Lijsttrekker De Jong werkt nog maar kort bij VWS. Tot voor een paar maanden geleden was ze beleidsadviseur bij het ministerie van Financiën. ‘Daar adviseerde ik de minister en de staatssecretaris over pensioenen. In die functie had ik niet op deze lijst kunnen gaan staan, vind ik. Dan is er de schijn van belangenverstrengeling. Maar het is wel zo dat in mijn tijd bij Financiën mijn interesse voor pensioenen is gewekt. Ik vroeg me vaak af: waarom is dat op deze manier geregeld? Dat kan beter.’
De Jong vindt bijvoorbeeld dat het ABP te snel indexeert. ‘Dat kun je alleen doen als er voldoende geld in kas zit. In 2010 was de dekkkingsgraad net voldoende om niet te hoeven korten. Toch werd er toen gedeeltelijk geïndexeerd. Daarmee vergroot je de kans dat er in de toekomst moet worden gekort. In 2013 bleek een korting inderdaad nodig. Het is verstandig om voorzichtiger te zijn met indexeren. Daarmee voorkom je jojo-beleid.’
Cox formuleert het minder stellig. ‘Ik wil meewerken aan transparantie. Voor mij gaat het er nog niet eens om of het goed of slecht is om die korting van vorig jaar ongedaan te maken, maar ik wil weten wat de overwegingen zijn geweest. De werkenden betalen nog altijd 3 procent extra pensioenpremie, een herstelpremie. ABP maakt de korting ongedaan, maar past de herstelpremie niet aan. Misschien liggen daar heel logische redenen aan ten grondslag, maar voor mij zijn ze niet duidelijk.’
Nog zo’n punt waarover zij duidelijkheid wil, zijn de kosten van bijvoorbeeld uitvoering en vermogensbeheer. ‘Er zijn al stappen gezet om dat transparant te rapporteren, maar wat mij betreft onvoldoende. ABP maakt per jaar 2 miljard euro vermogensbeheerkosten. Dat is nogal wat. Wat zit daarachter?’
Sprenger: ‘Misschien zijn die kosten nodig. Maar op dit moment is ons niet duidelijk wat er zou gebeuren als je die kosten zou verhogen of verlagen.’
Kernwaarden
Visser: ‘Als lijst hebben we een aantal gezamenlijke kernwaarden. We zijn voor onafhankelijk toezicht, we willen transparantie en meer inzicht in de beslissingen, we willen dat er behoedzaam geïndexeerd wordt, dat er een evenwichtige afweging wordt gemaakt tussen de belangen van generaties en dat ABP maatschappelijk verantwoord belegt. Verder kan iedereen zijn eigen specialisme volgen en eigen accenten leggen.’
‘We kennen geen verstikkende fractiediscipline, je kunt je eigen geluid laten horen’, vult Sprenger aan. Hij hield zich in het verleden bij Robeco bezig met beleggingsstrategie en zou zich in het verantwoordingsorgaan over het beleggingsbeleid willen buigen. ‘Hoe kun je duurzaam beleggen, of de economie ondersteunen, of bijdragen aan mobiliteit? Daar kan ABP veel ambitieuzer in zijn, zonder dat het ten koste gaat van het rendement.’
Visser en De Jong zijn felle tegenstanders van de lobby van ABP om de pensioenverplichtingen te mogen berekenen tegen een hogere rente. ‘Een schadelijke lobby’, vindt De Jong. ‘Absurd’, zegt Visser. ‘De aard van de pensioentoezegging is zodanig dat je moet rekenen met de marktrente. Als je dat niet doet en speculeert op een rentestijging, ben je geld aan het herverdelen van jong naar oud.’
Ook wil Visser zich, net als Cox, hard maken voor de belangen van de ‘slapers’: ongeveer een miljoen voormalige ambtenaren en onderwijzers, die samen goed zijn voor ongeveer 18 miljard euro ABP-vermogen, maar daarover letterlijk niets te vertellen hebben. ‘Die zou je moeten betrekken bij de medezeggenschap’, vindt Cox. ‘Ik neem misschien een klapstoel mee naar de eerste vergadering van het Verantwoordingsorgaan, als symbool voor de slapers’, zegt Visser.
Geen leden
De Lijst voor Onafhankelijk Pensioentoezicht heeft geen leden. Wie vertegenwoordigen zij in het verantwoordingsorgaan? ‘Die vraag krijg ik vaker’, zegt De Jong. ‘Ik draai het liever om. Wij denken dat de belangen evenwichtiger kunnen worden behartigd en we merken dat veel mensen dat met ons eens zijn. Zij stemmen op ons omdat zij zich in onze standpunten herkennen.’
Behartigen vakbonden dan niet alle belangen? Cox: ‘Hun achterban bestaat gemiddeld uit iets oudere deelnemers, en hoofdzakelijk uit mannen. Je moet je natuurlijk inzetten voor alle deelnemers en je niet alleen laten leiden door je eigen achterban, maar uit onderzoek is bekend dat mensen zich bij het nemen van beslissingen wel door die achterban laten beïnvloeden.’
Sprenger wijst erop dat minder dan een kwart van het overheids- en onderwijspersoneel lid is van een vakbond. ‘De meerderheid is niet aangesloten en heeft niet de kans zijn stem te laten horen.’ Visser: ‘Nu worden ook de stemmen van de niet-vakbondsleden gehoord.’
Volgens hem reageren de vertegenwoordigers van de vakbonden positief op de nieuwkomers. ‘We hebben er allemaal zin in om gezamenlijk het beste te realiseren voor werkenden en gepensioneerden. Het heeft geen zin om tegen elkaar te strijden. Ongetwijfeld zijn er zaken waar wij anders tegenaan kijken. We gaan de discussie graag aan.’
‘Voor ABP is dit heel goed’, vindt Cox. ‘Dankzij onze lijst is het verantwoordingsorgaan representatiever. Er zitten meer jongeren in en meer vrouwen. De laatste jaren wordt er vaak gezegd en geschreven dat deelnemers ontevreden zijn en weinig vertrouwen hebben in pensioenfondsen. Ik denk dat dat voor een groot deel komt doordat ze het gevoel hebben weinig invloed te kunnen uitoefenen. Door deze verkiezingen uit te schrijven en door onze lijst wordt het draagvlak breder en dat is goed voor het vertrouwen in het pensioen.’
Lage opkomst
De opkomst bij de verkiezingen was echter erg laag. In totaal konden 1,8 miljoen mensen – ruim 1 miljoen werkenden en ruim 700.000 gepensioneerden – in de tweede helft van maart digitaal of telefonisch hun stem uitbrengen, maar nog geen 85.000 mensen maakten van die mogelijkheid gebruik. Van de pensioengerechtigden stemde ruim 7 procent, van de werkenden minder dan 3 procent. Weinig animo dus. Hoe komt dat?
‘Veel mensen wisten niet eens dat er verkiezingen werden gehouden’, zegt Sprenger. ‘Mijn vriendin had het magazine van ABP met informatie over de verkiezingen en onze stembiljetten bij het oud papier gegooid.’ Cox: ‘Wat ons betreft wordt de evaluatie van de verkiezingen een van de eerste agendapunten in het verantwoordingsorgaan. We willen weten welke les we hieruit kunnen trekken en hoe we kunnen zorgen voor een hogere opkomst.’
Ook het bestuur van ABP krijgt vanaf 1 juli een nieuwe samenstelling. Tot nu toe werden er zes bestuursleden benoemd door de vakcentrales en zes door de werkgeversvereniging VSO (sectorwerkgevers overheid). Straks dragen de vakcentrales vier bestuursleden voor en de VSO vijf. De pensioengerechtigden in het verantwoordingsorgaan dragen kandidaten voor de overige drie bestuurszetels voor. Een van de kritiekpunten van de Lijst voor Onafhankelijk Pensioentoezicht is dat vakbonden zowel besturen als toezicht houden.
De Jong: ‘De vakbonden wijzen zowel de bestuursleden aan als de Raad van Toezicht en degenen die deel uitmaken van de medezeggenschapsvormen. Dat is geen gezonde situatie, want dan controleer je jezelf.’
Wordt het nu ook tijd voor onafhankelijke leden in het ABP-bestuur? ‘First things first’, zegt Cox. ‘We richten ons eerst op onze taken in het verantwoordingsorgaan. Maar het verantwoordingsorgaan heeft ook een commissie die zich met de governance van het pensioenfonds bezighoudt. Daar zal zeker over dit soort structurele zaken nagedacht worden. We gaan kijken hoe we onze doelstellingen het beste kunnen realiseren. Het grote streven is dat een groot fonds als ABP, dat zo veel potentie heeft, ook voor de toekomst en voor nieuwe generaties een mooi fonds blijft. Er zit veel waarde in collectiviteit en solidariteit, maar je moet je wel aanpassen aan de 21e eeuw.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.