‘ABP kent haar eigen pensioenregels niet’
Het afschaffen van de ANW-compensatieregeling was voor veel ambtenaren een zure appel. Het stopzetten ervan heeft er wel toe geleid dat het nabestaandenpensioen wat ruimer kan uitvallen. Voor sommigen, althans. Desondanks is de minister geïrriteerd door het handelen van het ABP. Kamerlid Pieter Omtzigt is meer dan dat: hij is boos.
Onvrede over compensatieregeling Nabestaandenwet
Als werkgevers en werknemers in de zomer van 2017 een akkoord sluiten, wordt de ANW-compensatieregeling stopgezet. Die regeling ontstond toen de overheid in 1996 de Algemene Weduwenen Wezenwet verving door de beperktere dekking in de Algemene Nabestaandenwet, waarmee het ABP nog een gedeeltelijke aanvulling kon bieden indien geen of verminderd recht op een ANW-uitkering vanuit de overheid bestond. Daarvan is onder meer sprake als iemand overlijdt waarvan de partner nog geen recht heeft op AOW. Door de afschaffing van die regeling per 1 mei kunnen nabestaanden tot wel 540 euro per maand mislopen. Volgens het ABP worden er jaarlijks 1.700 ANWcompensaties toegekend. De gemiddelde uitkering bedroeg rond de 8.500 euro.
Met hun Kamervragen verwoorden de indieners Pieter Omtzigt en Lenny Geluk (beiden CDA) de klacht die bij velen leeft: de afschaffing is een slechte maatregel en het ABP heeft daar slecht over gecommuniceerd. ‘Het ABP heeft haar deelnemers niet binnen de wettelijke termijn van drie maanden correct geïnformeerd over de wijziging in de regeling’, aldus Omtzigt en Geluk. Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) veroordeelt die houding van het ABP: zij vindt dat de berichtgeving en de communicatie rondom het vervallen van de ANW-compensatieregeling ‘ronduit ongelukkig en onvoldoende’ is geweest, meldt ze als antwoord op de Kamervragen.
Late communicatie
Wel heeft de afschaffing van de compensatieregeling een neveneffect: een oude regeling (‘Bijlage K’) krijgt nu weer betekenis. Voor deelnemers die pensioen hebben opgebouwd vóór 1996 kan er alsnog een aanvulling op het nabestaandenpensioen zijn – bovenop de extra rechten die voortkomen uit de verruiming van het partner- en wezenpensioen per 2018. In februari werden de sociale partners, waaronder de sector rijk als werkgever, in de Pensioenkamer daarop gewezen. Door de complexiteit van de ABP-pensioenregeling kon dat kennelijk niet eerder worden ontdekt, vermoedt de minister. Desondanks gebruikt de minister bij de late communicatie door het ABP dezelfde woorden: die is ‘ronduit ongelukkig en onvoldoende’ geweest.
In een schriftelijke reactie over deze late communicatie over het ‘herleven’ van de oude regeling meldt het ABP: ‘De pensioenregeling van ABP zit complex in elkaar. De rechten uit Bijlage K van het pensioenreglement waren sinds de invoering van de ANW-compensatie niet leidend bij het bepalen van de uitkering, maar komen nu dus weer in beeld. Dit element is in een laat stadium van de discussie over de ANW-compensatieregeling naar boven gekomen. Overigens is bij deze regeling geen sprake van een verandering. In het verleden is nooit actief gecommuniceerd over mogelijke aanspraken die uit de Bijlage K zouden voortkomen, gezien de complexiteit daarvan.’
Het ABP zegt dat ‘het moeilijk in te schatten is’ hoeveel mensen baat hebben bij deze regeling. ‘Het gaat om een aanvulling voor nabestaanden die voorwaardelijk is en afhangt van persoonlijke omstandigheden. Nabestaanden komen in aanmerking voor deze aanvulling als zij voor 1996 pensioen opbouwden bij het ABP. Daarnaast moet men geen wettelijke ANW ontvangen, niet in aanmerking komen voor ANW-compensatieregeling en dus ook niet voor de coulanceregeling.
Het bedrag van de aanvulling is overigens wel duidelijk lager dan het bedrag van de ANW-compensatieregeling. Pas op het moment van uitkeren kan worden vastgesteld of men in aanmerking komt voor de aanvulling. De aanvulling hoeft overigens niet aangevraagd te worden bij het ABP. Na overlijden wordt deze automatisch uitgekeerd als wordt voldaan aan de voorwaarden.’
Laakbaar
Wie door het afschaffen van de ANW-compensatieregeling in de problemen raakt, kan een ‘ANW-hiaatverzekering’ afsluiten, niet bij het ABP maar op de markt. Dat had moeten gebeuren voor 1 mei 2018, wat Ollongren een ‘redelijke’ termijn vindt. Voor deelnemers die vóór 1 mei 2018 ongeneeslijk ziek zijn en zich daardoor voor die dag niet, of alleen tegen hoge kosten (meer dan twee maal de basispremie) aanvullend konden verzekeren, geldt een uitzondering: de coulanceregeling. In dat geval kan voor de partner ook na 1 mei 2018 het recht op ANW-compensatie blijven bestaan volgens de oude voorwaarden. Deze coulanceregeling eindigt op 1 mei 2023. Dat betekent dat de partner alleen recht kan hebben op ANW-compensatie als de deelnemer overlijdt voor 1 mei 2023. Omtzigt en Geluk vinden de periode voor de coulanceregeling (vijf jaar) te kort, maar de minister wil er niet aan tornen. ‘Je moet dus binnen vijf jaar overlijden willen je nabestaanden nog recht krijgen op een uitkering’, zegt Omtzigt. ‘Duurt het langer – en dat geldt vaak bij een slopende ziekte – dan is het misschien prettig voor jezelf dat je langer leeft, maar je partner krijgt dan niks.’
Voor Omtzigt blijft de handelwijze van het ABP laakbaar. ‘Het ABP heeft niet alleen haar pensioenverzekerden te laat geïnformeerd over de wijziging in de compensatieregeling, maar ook nog eens onjuiste informatie verschaft op haar pensioenoverzichten en op mijnAPB.nl. Daarop hoort te staan hoeveel pensioen je krijgt, maar dat klopte in veel gevallen niet. Daarmee was alle communicatie van het ABP fout, ook materieel.’
De oorzaak heeft minister Ollongren al gegeven, zegt Omtzigt: het ABP kent haar eigen pensioenregels niet. ‘Het ABP beheert 400 miljard euro. Na deze fouten is het echt tijd voor een bezoek van de Autoriteit Financiële Markten naar de gang van zaken daar.’
Niet nodig, vindt het ABP. ‘Wij hebben onze deelnemers geïnformeerd over de wijziging van de pensioenregeling. Hierbij hebben wij gewacht op sociale partners die aan zet waren voor een oplossing. Door te wachten is de tijd om te communiceren te kort geworden. We evalueren dit traject omdat we hier lering uit willen trekken om het in het vervolg beter te doen.’
Dat de cijfers in de pensioenoverzichten niet klopten, bestrijdt het ABP: ‘Wij hebben aan onze deelnemers de juiste cijfers in hun pensioenoverzichten gecommuniceerd. Maar wij kunnen niet op een willekeurig moment de aanspraken uit de Bijlage K vaststellen omdat daar vaak persoonlijke gegevens voor nodig zijn.’ De minister heeft het verzoek om de AFM in te schakelen inmiddels naast zich neergelegd, wat Omtzigt nog bozer heeft gemaakt. ‘Ik bereid nieuwe Kamervragen voor. En die zijn nog nijdiger.’
Het ABP over de compensatieregeling
‘Het vervallen van de ANW-compensatieregeling maakt deel uit van een pakket aan maatregelen waartoe de werkgevers en werknemers hebben besloten. Tegenover het afschaffen van de ANW-compensatieregeling staat een verbetering van het partner- en wezenpensioen. De hoogte van het nabestaandenpensioen is aangepast van 50 naar 70 procent van het ouderdomspensioen. Daarnaast is ook het wezenpensioen verbeterd. Het nabestaandenpensioen voor kinderen, dat ingaat vanaf 2018, loopt door totdat zij 25 jaar worden. Dit was 21 jaar. Het nabestaandenpensioen wordt verhoogd van 10 naar 14 procent. Deze opbouw wordt twee keer zo hoog (28 procent) als het kind geen verzorger heeft. De lopende uitkeringen veranderen niet.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.