Amsterdam kan flexwerk niet beteugelen
Telefonische dienstverlening aan burgers wordt bij de gemeente Amsterdam grotendeels afgehandeld door flexwerkers. Volgens de gemeente is 63 procent van de 300 medewerkers op het klantcontactcentrum flexwerker. Volgens onderzoek van de FNV is het zelfs 75 procent. Streefcijfer voor het hele ambtenarenapparaat is 15 procent. ‘Externe inhuur blijft een pijnpunt.’
De gemeente Amsterdam laat de telefonische dienstverlening aan de burger grotendeels afhandelen door flexwerkers: 63 procent van de 300 medewerkers op het klantcontactcentrum is flexwerker. En volgens onderzoek van de FNV is het zelfs 75 procent. Streefcijfer voor het hele ambtenarenapparaat is 15 procent. ‘Externe inhuur blijft een pijnpunt.’
Actie voor vaste banen
De flexwerkers op het callcenter voeren met de FNV actie voor meer vaste banen. Nu verdienen ze weliswaar hetzelfde per uur als vaste medewerkers, maar bouwen minder pensioen op, krijgen geen scholingsbudget of eindejaarsuitkering en hebben geen vaste vrije dagen op 1 en 5 mei. Volgens de FNV werken veel uitzendkrachten er al drie jaar en worden ze veel meer uren ingeroosterd dan hun uitzendovereenkomst voorschrijft.
Duiventil
Het Parool citeerde vorige week flexwerkers van het callcenter die spreken over ‘een duiventil’ waar steeds nieuw personeel wordt ingewerkt. Volgens hen gaat dat ten koste van de dienstverlening aan de burger. Het verloop is door de onzekerheid van een flexcontract groot. Een uitzendkracht zegt dat hij al 3,5 jaar werkt bij het callcenter en eerder door de gemeente is beloofd dat bij die termijn een vast contract zou worden aangeboden, maar die termijn bleek te zijn opgerekt. De uitzendkracht voelt zich ‘een wegwerpartikel’.
Zwartboek
Weliswaar zijn acht mensen vast aangenomen, maar dat is volgens de FNV maar een druppel op de gloeiende plaat. Ook op het callcenter moet het streefcijfer voor het aantal flexwerkers 15 procent zijn, vindt de vakbond. De FNV vestigt zijn hoop op PvdA en GroenLinks die twee jaar geleden vanuit de oppositie nog opkwamen voor de flexwerkers, nadat een zwartboek was uitgebracht, waaruit bleek dat medewerkers van onder andere de afdeling reiniging en communicatie flexcontract op flexcontract kregen.
OR steunt FNV
Toen lag het aandeel flexwerk in de hele gemeentelijke organisatie boven de 20 procent. Vorig jaar gaf de gemeente 19 procent van de loonkosten uit aan externen. Dat was lager dan de jaren ervoor. OR-voorzitter Mario Soriano wijst erop dat er recent bij de afdeling Werk, Participatie en Inkomen 250 flexkrachten in vaste dienst zijn gekomen, maar steunt het standpunt van de FNV. Hij spreekt van extreem hoge percentages externe inhuur bij het callcenter en noemt dat ‘het erfgoed van het vorige college’. ‘Wethouder Litjens heeft in 2016 met de gemeenteraad het streefcijfer 15 procent afgesproken en zou daar op toezien. Dat is helaas niet gelukt. Het blijkt een flinke uitdaging.’
Frustrerend
Soriano schrikt van de schrijnende verhalen van flexwerkers op het callcenter, ondanks het feit dat de OR en de FNV al een aantal keer aan de bel hebben getrokken over externe inhuur. De flexibele schil is wel van deze tijd, vindt hij, maar dan moet de dienstverlening daar wel op aansluiten. ‘De intentie was de dienstverlening door externe inhuur te verbeteren. Als dat niet zo is, dan is dat frustrerend voor de burger. Het is raar dat ze niet weten hoe te handelen bij de balie.’
24 uurseconomie
De OR ziet liever vaste dan flexbanen, maar Soriano ziet dus ook de realiteit van de 24 uurseconomie. ‘Dat zie je ook in de reiniging. Zij moeten meer op pieken en dalen acteren. Daarin moet je dus een middenweg vinden, maar bij het callcenter slaat het veel te ver door.’ Over de opgerekte termijn om in vaste dienst te treden weet hij niets. ‘Er was een gekke draaideurconstructie, waarbij mensen een jaar voor het ene uitzendbureau werkten en daarna een jaar voor een andere. Dat is onwenselijk.’
Gemeente moet voorbeeld zijn
Gemeenten dienen als goed werkgever hierin het voorbeeld te geven, vindt hij. ‘Dit is niet het juiste voorbeeld van hoe je met mensen omgaat. Ik vind de cijfers een pijnpunt. Ik dacht dat de gemeente er na het zwartboek echt iets aan ging doen en de cijfers echt zouden dalen. Hier dus niet. Dat is een pijnlijke constatering voor de werkgever en frustrerend voor de burger. Als gemeente sta je er dan niet goed op.’ Volgens Soriano heeft het college nu de sleutel in handen. ‘De kritische partijen van destijds zitten nu zelf aan de knoppen, dus zouden ze meer moeten doen dan enkel een onderzoek.’
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.