Zwevende arbeid
Er kunnen verschillende redenen zijn om een ambtenaar over te plaatsen. De ambtenaar functioneert bijvoorbeeld niet goed in zijn functie. Overplaatsing kan dan erger voorkomen, zoals ontslag. Het komt ook voor dat de ambtenaar prima werk levert, maar dat de werkgever hem graag wil inzetten in een andere functie. Veelal gebeurt dit in goed overleg tussen ambtenaar en werkgever. Maar niet altijd.
Voor rijksambtenaren bestaan twee grondslagen voor het opdragen van andere werkzaamheden. Op grond van art. 58 ARAR kan een ambtenaar worden verplicht tijdelijk andere werkzaamheden te verrichten. Indien de werkgever defi nitief een andere functie wil opdragen, is artikel 57 ARAR de geëigende grondslag. Steeds moet het gaan om een passende functie. En er moet voldoende dienstbelang zijn om de overplaatsing te rechtvaardigen.
Volgens vaste jurisprudentie bestaat een definitieve overplaatsing uit twee stappen: stap 1 is de ontheffing uit de oude functie; stap 2 het opdragen van een andere functie. In gevallen waar de ambtenaar niet goed meer functioneert, ligt de nadruk natuurlijk vooral op ontheffing uit de oude functie. In deze gevallen is vaak nog geen nieuwe functie gevonden. De ambtenaar wordt dan uit arren moede maar tijdelijk op een ander project ingezet. De rechter is kritisch op dit soort besluiten. Er moet wel uitzicht bestaan op een nieuwe, andere functie. De ambtenaar mag niet onaanvaardbaar lang blijven ‘zweven’ in de organisatie, zonder een vaste functie.
Zo werden aan een inspecteur van de Inspectie Jeugdzorg voor een periode van 6 maanden andere werkzaamheden opgedragen wegens functioneringsproblemen. Deze tijdelijke opdracht werd nog eens met 6 maanden verlengd. Volgens de inspecteur was nu in feite sprake van een definitieve ontheffing zonder dat uitzicht bestond op een nieuwe functie. Zij spande een bestuursrechtelijk kort geding aan.
De Voorzieningenrechter (zie rechtbank Den Haag, 25 maart 2011, TAR 2011, 89) oordeelde dat inderdaad inmiddels sprake was van een feitelijke ontheffing uit de functie. Er was wel voldoende dienstbelang voor deze ontheffing, gezien de blijvende problemen in het functioneren van de ambtenaar. Het stond vast dat er nog geen duidelijkheid was over een nieuwe functie. Partijen waren nog in onderhandeling over een oplossing, maar er was sprake van een complexe situatie waarbij de communicatie tussen partijen uiterst moeizaam verliep. De rechter oordeelde dat nog geen sprake was van ‘onaanvaardbaar zweven’ van de ambtenaar, maar hij maakt ook duidelijk dat deze situatie niet te lang mag blijven duren.
Kortom: er moet in overleg snel een oplossing worden gevonden. Lukt dit niet, dan moet de werkgever alsnog een plaatsingsbesluit nemen. Niet ondenkbaar is dat zo’n besluit ook weer aanleiding zal zijn voor diverse procedures, bijvoorbeeld over de vraag of de nieuwe functie wel passend is.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.