Raadskringen: meer democratie of meer bureaucratie?
Veel raadsleden vinden regelingen voor regionale samenwerking een bedreiging voor de lokale democratie. Uit een recente enquête van de Nederlandse Vereniging van Raadsleden blijkt dat velen een oplossing zien in ‘regionale raadskringen’. Binnenlands Bestuur sprak een voorstander en een tegenstander van zulke raadskringen.
Veel raadsleden vinden regelingen voor regionale samenwerking een bedreiging voor de lokale democratie. Uit een recente enquête van de Nederlandse Vereniging van Raadsleden blijkt dat velen een oplossing zien in ‘regionale raadskringen’. Binnenlands Bestuur sprak een voorstander en een tegenstander van zulke raadskringen.
Pionieren
‘De raadskringen zijn er voor het versterken van de democratische legitimiteit’, zegt Nanda van Doremalen, fractievoorzitter van de VVD in Buren. ‘Als raadslid kom je aan het einde van het proces aan bod wanneer het plan door wethouders en de burgemeester al geschreven én gecontroleerd is.’ Om meer grip te krijgen op het democratische proces, startte Van Doremalen samen met twee andere raadsleden uit Tiel en West Maas en Waal het initiatief Raadskring Regio Rivierenland. Het is ‘pionieren’.
Einde van proces
Uit de enquête van de raadsledenvereniging blijkt dat 67,5 procent van de ondervraagde raadsleden het toenemende aantal gemeenschappelijke regelingen een (sterke) bedreiging vindt voor de lokale democratie. Dat komt volgens Van Doremalen onder andere omdat raadsleden pas aan het einde van het proces betrokken worden. ‘Nu wordt 100 procent van de collegestukken geschreven door ambtenaren, maar wij zouden graag zien volksvertegenwoordigers ook 50 procent bepalen.’
Minder budgetrecht
‘Het tweede punt is de financiën. Doordat je geen grip hebt op gemeenschappelijke regelingen, lopen tekorten op. We kunnen onvoldoende richting geven. De tekorten lopen op en zo snoepen regelingen steeds meer op in gemeentelijk begrotingen. Zo wordt het budgetrecht van raadsleden steeds kleiner. En als dat steeds kleiner wordt, wordt de democratie steeds kleiner.’
Samen
‘De werkgroep heeft vier moties opgesteld en aangeboden aan 176 raadsleden van acht gemeenten en drie moties zijn overal aangenomen. De raadskring werd in zes van de acht aangenomen. Dat is impact, dat is samen tot een besluit komen.’
Niets te vertellen
‘De tweede impact is dat er veel discussie is ontstaan over de extra bestuurslaag. Veel mensen hebben daar toch zorg over, omdat zij bang zijn dat zij zeggenschap verliezen. Terwijl de ironie is dat zij nu niets te vertellen hebben, met name over de gemeenschappelijke regelingen.’
In de samenleving
‘De raadskring is gestart met het bespreken van de vuilnisophaaldienst. Dat leeft bij mensen en is een belangrijk onderwerp. We hebben gevraagd wat de knelpunten zijn, die verzameld per gemeente en dan komt er een soort regionaal overzicht, een regionale blik, die wij normaal niet hebben. Zo krijgt wat er leeft in de samenleving ook een plek in de stukken.’
Geen voorstander
John Bijl, die zelf betrokken is bij verschillende regelingen, is geen voorstander van dergelijke raadskringen. ‘Veel raadsleden vinden regionale regelingen een gevaar voor de democratie, maar raadsleden moeten zelf de verantwoordelijkheid pakken’, zegt hij. De verschillende regelingen waar Bijl bij betrokken is, hebben juist als doel om de betrokkenheid van raadsleden te vergroten. ‘Ik snap dat het moeilijk is en dat het veel tijd kost, maar waar waren deze raadsleden toen de regeling werd afgesproken?’
Soorten
Er bestaan vier soorten regelingen volgens de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr): burgemeestersregelingen met burgemeesters (zoals de veiligheidsregio’s), collegeregelingen met alleen collegeleden, raadsledenregelingen met alleen raadsleden (Bijl kent daar geen voorbeelden van) en gemengde regelingen met zowel collegeleden als raadsleden.
Raadsleden erbij
‘Waarom er geen gemengde regeling van maken?’, vraagt Bijl zich af. ‘Daar zitten raadsleden naast collegeleden in het algemeen bestuur. Dan zitten er altijd gemeenteraadsleden bij als de plannen worden gemaakt. Ik vraag het weleens: waarom hebben jullie er geen gemengde regeling van gemaakt? Dan wisten ze niet wat ze daar zaten te doen, of dat het te veel tijd kost.’
Rapporteurs
‘Waar ik best trots op ben is dat in de regelingen waar ik bij betrokken ben alles begint met een kaderbrief. Raadsleden krijgen een brief mee om het onderwerp te agenderen in gemeenteraden. Ik noem ze weleens rapporteurs, analoog naar hoe het in het Europees Parlement gaat. Zij moeten zorgen dat de discussie in de gemeente kan plaatsvinden. Dat is weleens moeilijk voor raadsleden, want dan moet je tegen bijvoorbeeld een SP-raadslid zeggen dat hij daar niet zit als vertegenwoordiger van zijn politieke kleur, maar om te zorgen dat het debat in de raad plaatsvindt.’
Extra bestuurslaag
‘Eén punt: ik begrijp goed dat de betrokkenheid bij regelingen raadsleden veel tijd kost en ik zou graag zien dat er iets aan de vergoedingen en ondersteuning wordt gedaan. Nu kunnen raadsleden dat niet krijgen vanwege de wet, en tegelijkertijd moeten ze het met dezelfde ondersteuning als andere raadsleden. Het zou fijn zijn als we daar in de wetgeving naar kunnen kijken. Ik vind dat zinvoller en efficiënter en misschien ook wel voordeliger dan er een extra democratische bestuurslaag tussenproppen.’
Wat doen we dan met de taken die de gemeente 'zelf niet kan behappen' én dicht bij de burger staan?