‘Burgemeester word je pas door het te zijn’
Niemand is zo goed voorbereid aan het burgemeesterschap begonnen als Ruud van Bennekom in Bunnik. De voormalig directeur van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters kent de valkuilen van het ambt, maar weet ook dat ‘adviseren echt iets anders is dan burgemeester zijn’.
Niemand is zo goed voorbereid aan het burgemeesterschap begonnen als Ruud van Bennekom in Bunnik. De voormalig directeur van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters kent de valkuilen van het ambt, maar weet ook dat ‘adviseren echt iets anders is dan burgemeester zijn’.
Gat
Van Bennekom is op zijn 58ste een bestuurlijke nieuwkomer, en ook weer niet. Hij was tot zijn installatie vorige week in Bunnik vijftien jaar directeur van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB). ‘Ik ken het vak door en door, maar tussen kennis en kunde gaapt een gat. Burgemeesters adviseren is iets anders dan burgemeester zijn’, zegt hij.
Privédingen
Van Bennekom was de laatste vier jaar een van de begeleiders van het burgemeestersklasje – de starterscursus die het Genootschap geeft voor beginnende burgemeesters. ‘Een absolute must’, ook voor hem. ‘Je kunt in zo’n cursus dingen halen maar ook ervaringen delen. Burgemeester word je pas door het te zijn. Je moet het vak ontwikkelen. Ik heb geleerd dat je dat met elkaar doet. Je slijpt je vak in zo’n cursus. Het is eigenlijk meer een programma: vier keer twee dagen, waarbij je in een besloten omgeving met je collega’s deelt waar je tegenaan loopt. Dat is heel anders voor een deelnemer dan voor een begeleider. Je zit met je collega-burgemeesters in hetzelfde schuitje, er spelen privédingen, je moet alles ontdekken in je nieuwe gemeente.’
Hoogmoed
Van Bennekom heeft de afgelopen jaren als NGB-directeur talloze burgemeesters zien struikelen door hoogmoed en in de grootste val van het ambt zien trappen: de automatische piloot. ‘Dat je denkt: zoals het altijd is gegaan, gaat het nu ook en het is dik in orde met mijn bagage. Toen ik in 2003 bij het Genootschap begon, was het burgemeesterschap veel meer een extensieve functie. Je maakte veel uren, maar met de tijdverdichting viel het wel mee. De eerste conferenties van het Genootschap van Burgemeesters in Lochem waren hoorcolleges. Je zag de deelnemers indommelen. Nu zijn de conferenties interactief. De samenleving komt ook niet meer in rustige golven over je heen, het zijn vloedgolven geworden. Als je vindt dat die vloedgolf geen vat op jou krijgt, dan gaat het absoluut fout. Je moet het vermogen ontwikkelen om te kunnen blijven leren.’
Ja, maar
‘De burgemeester heeft bevoegdheden gekregen die erg individueel zijn gericht. Huisverbod, woonoverlast, drugsoverlast – jíj legt de sancties op, niet de rechter. In 2003 kon je de bevoegdheden van de burgemeester kwijt in één alinea, vijftien jaar later zijn het drie A-4’tjes.’ Het is daarbij volgens hem de ‘kunst om verticaal te beslissen en horizontaal te communiceren’. Daarbij wordt de burgemeester niet geholpen door het ‘comité van de onderlinge bewonderaars’. Van Bennekom: ‘Burgemeesters horen vooral hoe goed het gaat, terwijl het nu juist gaat om de signalen die je niét krijgt. Wethouders die burgemeester worden, herkennen dat. Als je als wethouder iets zegt, dan zeggen mensen: “Ja, maar…” Als je als burgemeester precies hetzelfde vertelt, dan zeggen mensen: “Ja …”, en dan valt er een stilte. Het voelt fijn om gelijk te krijgen, maar een alerte burgemeester luistert naar de dingen die níet gezegd worden.’
Nu of nooit
Hij had tot zijn pensioen in de luwte NGB-directeur kunnen blijven. Waar begin je op je 58ste aan. ‘Zo oud ben ik toch niet?’, zegt hij. ‘De gemiddelde leeftijd waarop iemand burgemeester wordt, is nog steeds 50 jaar. Ik had het erg naar mijn zin bij het Genootschap, maar het begon vanzelfsprekend te worden. Het was nu of nooit, want om na je 60ste van baan te veranderen? Dan zit niemand meer op je te wachten. In een strakke hiërarchische organisatie pas ik niet. Maar als je om mensen geeft, dan past het burgemeesterschap wél bij je. Het kriebelde. Dat is niet vanzelfsprekend voor veel kandidaten hoor. Ik kreeg regelmatig mensen bij mij op kantoor die burgemeester wilden worden. “Waar dan?”, vroeg ik. “Amsterdam en Rotterdam, dat gaat niet, dat begrijp ik ook wel, maar Amersfoort of Breda?”, was dan het antwoord. “Kun je je ook verplaatsen in Oirschot of Rucphen?”, vroeg ik dan. Dat was iets anders, terwijl je het óveral leuk moet vinden om bij een 100-jarige langs te gaan. Die waarachtigheid is heel belangrijk voor een burgemeester.’
Mensen verstaan
Van Bennekom zag zich ook niet burgemeester van Oirschot of Rucphen worden. Niet omdat hij zijn neus ophaalt voor kleine gemeenten, maar omdat hij er niet thuishoort. ‘Als ik één ding bij het Genootschap heb geleerd, dan is het wel dat je als burgemeester bij een gemeente moet passen. Je moet de mensen verstaan. Daarmee bedoel ik niet dat je hoort wat ze zeggen, maar dat je weet wat dat betekent. Ik zou echt tekortkomen in het noorden, oosten en zuiden van het land.’
Lees het volledige interview in Binnenlands Bestuur nr. 22 van deze week
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.