Wie het kleine niet eert
Meer dan twintig jaar geleden woonde ik op een zonnige zaterdag een grote oploop bij van de PvdA over de grote problemen van de wereld. Dat deed je toen nog, over dat soort grote problemen praten.
Het vond plaats in de Oude Manhuispoort in het hart van Amsterdam, al sinds jaar en dag de verblijfplaats van de rechtenfaculteit. Alle grote colleges van Politicologie werden er gegeven, zoveel jaar na dato roept het acroniem OMHP uit de zalenroosters nog steeds nostalgische gevoelens op.
Hoe dan ook, de grote oploop over grote problemen was groots opgezet. In de verschillende OMHP-zalen werd gediscussieerd over honger, armoede, schulden, het gat in de ozonlaag (toen nog hip), de kwaliteit van het onderwijs, wereldvrede en ga zo maar door. Het was erg druk, er moeten meer dan duizend studenten rondgelopen hebben.
Ik koos een sessie over ontwikkelingssamenwerking, met onder andere Jan Pronk als spreker. Hij ging er eens goed voor zitten en in een verhaal van minstens 30 minuten werden alle grote problemen van ontwikkeling benoemd en meteen ook maar opgelost door Pronk. Bij het oplossen van al die problemen zag hij een grote rol weggelegd voor de staat. Hij was op dreef, het was een bevlogen betoog dat echt inspireerde. Als je zo naar Pronk luisterde ging je echt geloven dat het allemaal prima oplosbaar was.
Er volgden wat kritische vragen uit de zaal, die met grote flair door Pronk beantwoord werden. Ondertussen groeide bij mij een ongedefinieerd ongenoegen. Dit klonk me toch net iets te mooi. Langzaam maar zeker borrelde er een vraag in me op, die ik ongeveer zo moet hebben gesteld: 'Meneer Pronk, dank voor uw mooie, inspirerende betoog. Ik hou daar van, als iemand groot durft te denken en vanuit een grote visie opereert. Ik heb alleen een praktisch probleem: waarom zou ik geloven dat u het kunt? Waarom zou ik moeten geloven dat de PvdA dit kan? Om u een voorbeeld te geven: hier in deze stad is er nogal forse woningnood onder studenten. De PvdA in Amsterdam zegt dat probleem aan te willen pakken, maar slaagt daar al jaren niet in. Dus waarom zou ik u geloven als u zegt dat u echt grote problemen van de wereld aan kunt pakken, terwijl zoiets klein en onbenulligs als studentenhuisvesting al niet opgelost kan worden?'
De grote Pronk ging steeds norser kijken terwijl ik mijn vraag stelde en was even stil nadat ik was uitgesproken. Daarna ging hij los. Ik kreeg er ouderwets van langs. Wie ik wel niet was dat ik zo'n vraag stelde, dat ik cynisch was, dat ik helemaal niets had begrepen van zijn betoog enzovoorts. Daarna vond de voorzitter het beter om er maar een punt aan te draaien. Lichtelijk beduusd verliet ik de OMHP, dat was wel weer genoeg politiek voor het weekend, en ik ging op een mooi terras aan een gracht zitten.
Ik moest aan deze episode denken toen ik in de krant las dat het rookverbod in Nederland wankelt. In hoger beroep heeft het Gerechtshof in Den Bosch de uitspraak van de rechter in Breda bekrachtigd dat het rookverbod niet geldt voor cafés zonder personeel. Daarvoor ontbreekt volgens het hof in de Tabakswet een deugdelijke wettelijke grondslag. 'Deze uitspraak betekent dat er vanaf vandaag in kleine cafés waar alleen de kroegbaas werkt, weer gerookt mag worden', schreef het NRC. De minister wil nu een uitspraak van het hof in Leeuwarden afwachten over een vergelijkbare zaak. Terwijl er toch ook een advies ligt van de eigen adviescommissie van het ministerie van VWS om de wet vast aan te passen, zodat rechters die niet langer als dubbelzinnig kunnen opvatten.
Ik snap wel dat Klink deze wet cadeau heeft gekregen van zijn voorganger. Ik snap ook dat juristerij soms erg ingewikkelde vormen aan kan nemen. Ik snap dat er pech meespeelt. Maar dit is toch alsof de brandweer nog niet uit wil rukken bij een brand omdat het misschien wel gaat regenen? En in alle eerlijkheid is deze puinhoop toch niet meer uit te leggen? Nederland voerde het rookverbod in als één van de laatsten in de EU, omdat het in een wanstaltige uitwas van gepolder de horeca de tijd wilde geven 'om zelf maatregelen te nemen'. De horeca leunde tevreden achterover na het uitstel van executie. Nu het verbod er dan eindelijk is blijkt de wetgeving zo knullig in elkaar te zitten dat een gang naar de rechter loont. Het resultaat is dat Nederland het enige land is met langdurig gedoe over het rookverbod. Zelfs een natie met een die-hard rokers-imago zoals Frankrijk heeft het verbod redelijk probleemloos ingevoerd.
De schade van deze klucht is enorm. Als zelfs zoiets knulligs als het rookverbod in Nederland niet gewoon eventjes geregeld kan worden, wat dan nog wel? Studentenhuisvesting lijkt me te hoog gegrepen, om over innovatiebeleid of het bestrijden van een crisis nog maar te zwijgen. Met zoveel gepruts geloof je toch niet serieus dat de Nederlandse politiek in staat is om echt ingewikkelde problemen aan te kunnen?
Ondertussen spreekt de MP zalvende woorden en stijgt Wilders vrolijk door in de peilingen.
Frans Nauta
Heel frustrerend. Geen grote opschoning sinds 2002. Zelfs ezels stoten zich niet tweekeer aan dezelfde steen.