Wethouders haken massaal af
In 2020 zijn 231 wethouders tijdelijk of definitief uit het college van burgemeesters en wethouders vertrokken of ten val gekomen. Het grootste deel (109) kwam door een politieke vertrouwensbreuk tussen de wielen. Dat blijkt uit onderzoek van De Collegetafel in opdracht van Binnenlands Bestuur.
In het door het coronavirus gedomineerde 2020 zijn 231 wethouders tijdelijk of definitief uit het college van burgemeester en wethouders vertrokken of ten val gekomen. Het grootste deel (109) kwam door een politieke vertrouwensbreuk tussen de wielen.
Zorgwekkende uitkomst wethoudersonderzoek 2020
Ook al was het een jaar waarin het grootste deel van de college- en raadsvergaderingen online werd gehouden, voor wethouders behoorde 2020 tot de zwartste jaren sinds de invoering van het dualisme in 2002. Er waren 109 wethouders die om politieke redenen ten val kwamen. Bovendien is het voor het eerst dat er twee jaar op rij meer dan honderd wethouders politiek ten val kwamen. Terwijl er nog veertien maanden zijn te gaan, is het begin van de huidige collegeperiode voor wethouders nu al de zwartste sinds 2002 (zie de tabel hiernaast).
Verstoorde verhoudingen
De belangrijkste verklaring voor het aanhoudende hoge aantal vallende wethouders, zijn politiek verstoorde verhoudingen en breuken in de coalitie. Een combinatie van factoren speelt daarbij een rol: de nijpende financiële situatie, vooral door hoge kosten voor zorg en sociaal domein, waardoor gemeenten moeten bezuinigen. Daarnaast het grote aantal fracties in de gemeentetaad: tien of meer is geen uitzondering. En het gebrek aan samenwerkend en bindend vermogen om in een versplinterd politiek landschap er samen de schouders onder te zetten.
In 2020 spatte de coalitie als gevolg van een vertrouwensbreuk in 23 gemeenten uiteen en wisselde vervolgens van politieke samenstelling. Opvallend was dat in een zestal gemeenten (Bergen op Zoom, Geertruidenberg, Hoogeveen, Meerssen, Smallingerland, Waalre) de vorming van een zakencollege de enige oplossing was om tot een bestuurbare oplossing te komen.
Directeur Jeroen van Gool van de Wethoudersvereniging ziet veel politieke onrust. ‘De strijd om de vox populi verruwt en steeds vaker wordt er gezocht naar een zondebok als iets niet gaat zoals gewenst. In plaats van de energie te richten op de oplossing, de verbetering of de les die ergens uit getrokken kan worden, gaat de energie zitten in het uitvergroten van het meningsverschil. Dat leidt tot verstoorde verhoudingen tussen raden en colleges of binnen colleges’, zegt hij.
Verder spelen, zo bleek ook uit eigen onderzoek van de Wethoudersvereniging, de toenemende kosten in het sociaal domein een grote een rol in de bestuurlijke instabiliteit. ‘De hulp aan mensen die zorg nodig hebben, is niet iets waar je zomaar op kort. Als je ziet dat de vraag om zorg toeneemt, dan doe je er veel aan om aan die vraag tegemoet te komen. Maar ergens moet dit geld vandaan komen. Om het hoofd in het sociaal domein boven water te houden, wordt er bijvoorbeeld gekort op de ambities ten aanzien van andere voorzieningen. Dat leidt tot spanningen in colleges, want over die andere voorzieningen als bibliotheken, zwembaden en groenvoorziening zijn beloftes gedaan en ambities geformuleerd. Als je die niet kunt waarmaken, dan leidt dat tot het neerleggen van portefeuilles.’
Gezondheid
Een andere opmerkelijk ontwikkeling die uit het onderzoek van De Collegetafel naar voren komt, is het recordaantal van 59 wethouders dat om gezondheid of vanwege persoonlijke redenen vertrekt. Daarmee zijn er in de huidige college periode nu al meer wethouders om gezondheids- of persoonlijke redenen afgehaakt dan in enig andere, volledige collegeperiode.
Het gaat niet alleen om oudere wethouders die het stokje willen overdragen, maar ook om een steeds groter wordend aantal wethouders dat het door hoge werkdruk en politieke spanningen niet langer volhoudt om het veeleisende wethouderschap te blijven vervullen.
Van Gool ziet als een van de redenen achter de toegenomen gezondheidsklachten het vele digitale werken van afgelopen jaar. ‘Digitale vergaderingen volgden zich naadloos op, ieder gaatje in de agenda werd opgevuld. Ik heb wethouders horen verzuchten dat er soms niet eens tijd was voor een bezoek aan het toilet. Deze nadelige kant van het digitale werken zou meer belicht kunnen worden en rekening mee gehouden moeten worden’, zegt hij.
‘Ook het feit dat je als bestuurder beperkter in staat was om met je ambtenaren, inwoners en ondernemers contact te onderhouden heeft aan wethouders geknaagd.’ Een andere verklarende factor is volgens hem de verruwing in de samenleving. Van Gool: ‘Dat leidt tot spanningen bij bestuurders. Bijna de helft van alle wethouders ervaart vormen van agressie of geweld. Daar waar de streep van “tot hier en niet verder” wordt getrokken, maar toch wordt gepasseerd, kiezen sommige bestuurders helaas eieren voor hun geld. Zeer spijtig, maar wel een realiteit. Agressie, geweld en ondermijning zijn de bijl aan de wortel van onze democratie.’
Breekpunt
Hij vreest ook dat de ‘zwarte periode’ langer gaat duren als er niet iets gaat veranderen in de verhouding tussen het rijk en de andere overheden van onze gedecentraliseerde eenheidsstaat. ‘Er moet steeds meer, met minder middelen en in minder tijd en de verwachtingen zijn steeds hoger. Die druk creëert een breekpunt. Dit werd afgelopen jaar zichtbaar toen gemeenten in juli en masse aan Den Haag lieten weten dat het water hen aan de lippen stond. Het rijk kwam met financiële maatregelen, maar die zijn tijdelijk en lijken niet toereikend. Dus ik verwacht dat deze druk op korte termijn niet zal afnemen en dat dit tot verdere instabiliteit in het lokale bestuur zal leiden.’ Meer gelijkwaardigheid en dus ook zeggenschap over de financiën zijn daarbij volgens hem een must.
Klik hier voor de lijst van gevallen wethouders
U had dus ook kunnen schrijven “in minder dan de helft van de gevallen is een politieke vertrouwensbreuk daarvan de oorzaak,”
Dan klinkt het bericht weer heel anders.