Wet Dwangsom hindert Bibob
De nieuwe Wet dwangsom maakt het werken met de Wet Bibob een stuk lastiger. Gemeenten zoeken naar een pragmatische oplossing van dit knelpunt. Dat melden diverse Brabantse gemeenten in een onderzoek naar het gebruik van de Wet Bibob in die provincie.
De Wet dwangsom (voluit ‘Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen’) regelt dat burgers recht hebben op een financiële vergoeding als een overheidsorgaan beslistermijnen overschrijdt.
De Wet Bibob (‘Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur’) bepaalt dat bestuursorganen de integriteit mogen toetsen van burgers die een vergunning of een subsidie aanvragen of meedingen bij een aanbesteding. Dergelijke Bibob-onderzoeken zijn vaak tijdrovend en worden maar zelden binnen de vereiste termijnen afgerond. In gemeenten die veel met de Wet Bibob werken kan het totaal aan dwangsommen dan ook fors oplopen.
Om die reden kiezen gemeenten in de toekomst mogelijk voor een pragmatische oplossing, zo waarschuwen woordvoerders van enkele Brabantse gemeenten: ze overwegen de vergunning te verlenen nog vóór het Bibob-onderzoek is afgerond, waarna de integriteit van de vergunningaanvrager zonder tijdsdruk alsnog kan worden gescreend. Dat is een ongewenste situatie, constateert Rico Ligtvoet in zijn afstudeerscriptie Wet Bibob in Brabant: (on)geschikt?.
Volgens hem creëert deze werkwijze rechtsonzekerheid voor een ondernemer, omdat een eenmaal verstrekte vergunning later alsnog kan worden ingetrokken.
Omgekeerd signaleren de gemeentelijke zegslieden in het onderzoek dat ondernemers soms zelf al aan de slag gaan als de ambtelijke molens te traag draaien. Gemeenten tolereren dat omdat ze ‘liever een caféhouder hebben die alcohol schenkt zonder vergunning dan een caféhouder die dwangsommen opstrijkt van de gemeente omdat termijnen niet kunnen worden gehaald’.
Overlast
Ligtvoet sprak met de Bibob-coördinatoren van elf gemeenten in Brabant Noordoost en Brabant Zuid in het kader van zijn afstuderen aan de Juridische Hogeschool Avans- Fontys. Collega-studente Caroline van Riel onderzocht het Bibob-gebruik in westelijk Brabant.
Ligtvoet komt tot de conclusie dat het wettelijke Bibob-instrument van een ‘ultimum remedium voor het bestrijden van zware criminaliteit is verworden tot een gemakkelijk redmiddel bij lastige zaakjes betreffende allerlei vormen van criminaliteit en overlast’. Hij rept van een ‘dweil om allerlei overlast op te doeken’.
Ook signaleert hij – in aansluiting op onderzoek vorig jaar door Binnenlands Bestuur – dat gemeenten de wet zeer verschillend hanteren.
Waar de ene gemeente alle ondernemers toetst, brengt een andere plaats de wet amper in stelling, met alle ‘waterbed-effecten’ van dien. Bovendien zou in een tijdperk van bezuinigingen het arbeidsintensieve Bibob-onderzoek wel eens het kind van de rekening kunnen worden, vrezen meerdere Bibob-coördinatoren.
Uitwisselen
Ligtvoet adviseert verder om de nieuw opgerichte Regionale Inlichtingen en Expertise Centra (RIEC’s), waarbinnen gemeenten kunnen samenwerken op Bibob-gebied), niet onder te brengen op politiebureaus. De kans is daar namelijk te groot dat medewerkers even snel bij elkaar binnen lopen en informeel informatie uitwisselen die wettelijk gezien niet mag worden gedeeld, aldus Ligtvoet.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.