Welkom, wethouder Van Es, in het conservatieve kamp!
Ik tel mijn zegeningen: als zelfs iemand van GroenLinks komt vertellen dat we de deugd van de hoffelijkheid moeten herstellen, dan blijkt de werkelijkheid zich zelfs in het erg linkse kamp onweerstaanbaar op te dringen.
Ik tel mijn zegeningen: als zelfs iemand van GroenLinks komt vertellen dat we de deugd van de hoffelijkheid moeten herstellen, dan blijkt de werkelijkheid zich zelfs in het erg linkse kamp onweerstaanbaar op te dringen. Maar wat moet het voor de linkse mens vervelend zijn om het grote historische ongelijk steeds weer te moeten toegeven.
Vorige week was ze ineens zeer nadrukkelijk aanwezig in het nieuws: Andrée van Es, in Amsterdam wethouder namens GroenLinks. Ze gaf interviews aan Trouw en de Volkskrant en verscheen bij Knevel & Van de Brink. Ze mocht komen uitleggen dat de Nederlandse samenleving wat hoffelijker moet worden.
Van Es (1953) was in de jaren tachtig Kamerlid voor de Pacifistisch-Socialistische Partij (opgegaan in GroenLinks). Daarna verdween ze in de wereld van de VPRO en de Balie en speelde ze een rol bij de inburgering van Máxima. Ze was directeur-generaal op het ministerie van Binnenlandse Zaken en keerde weer terug in de politiek. Sinds vorig jaar is ze wethouder in Amsterdam, de stad van 183 nationaliteiten, en gaat ze in die functie over zaken als participatie en integratie.
Naar de Amsterdamse gemeenteraad heeft ze een brief geschreven over het onderwerp ‘Burgerschap en Diversiteit’. Ondertitel: ‘Geen burgerschap zonder hoffelijkheid’. In de traditie van Amsterdam en van de radicale chique waartoe Van Es zich in 1973 bekeerde (bij de dood van de socialistische Chileense president Allende) gaat het in zulke brieven veelal over ‘beleidsvoornemens’. Maar nu gaat het over wat de stad van de burgers verwacht, hoe ze met elkaar moeten omgaan, hoe ze minder ruw en onwelwillend met elkaar moeten omgaan.
Van Es onderbouwt haar betoog met een beroep op de politiek filosoof John Rawls: ‘Hoe kunnen vrije en gelijke burgers die van inzicht verschillen over godsdienstige, filosofische en levensbeschouwelijke zaken vreedzaam met elkaar samenleven? Burgerschap, met alle verschillen van mening, ook fundamenteel, die daarbij horen, kan volgens Rawls niet zonder civility: hoffelijkheid.’
En het gaat niet alleen om hoffelijkheid: onwilligen moeten aan het werk op verbeurte van hun uitkering, het moet afgelopen zijn met de overlast door jongeren, pardon: Marokkaanse jongeren, de overheid is er niet langer om alle problemen op te lossen maar moet de zelfredzaamheid van burgers hooguit faciliteren, en alle problemen zijn begonnen met de multiculturele samenleving.
Je wrijft even in je ogen: als het allemaal niet rechts is, dan is het in ieder geval ook erg conservatief. Volgens Van Es zelf is ze vooral ‘eerlijker’ geworden.
Inderdaad, Van Es en de haren zijn altijd oneerlijk geweest. Dat wil zeggen: ze hebben gelogen. Problemen mochten niet worden benoemd. De multiculturele samenleving was een hoog ideaal en wie zich ertegen verzette of over de schaduwzijden durfde beginnen, was een racist, een nationalist, rancuneus, erg blank met een dikke onderbuik. De politiek ontfermde zich over de zwakken. Wie van zelfredzaamheid repte, was rechts, had geen idealen maar slechts belangen, en behoorde tot de verderfelijke mensensoort die meende dat armoede en achterstand vooral eigen schuld was.
Van Es is van het linkse geloof gevallen dat ijverde voor bevrijding, emancipatie en individualisme en daarmee een beslissende bijdrage heeft geleverd aan de vergruizing van het culturele fundament dat een samenleving moet dragen. Ieder voor zich en de staat voor ons allen, was de leuze van deze dames en heren. En filosofen als Rawls, de held van de pluralistische samenleving en het verzet tegen ‘de oneerlijke verdeling van aanleg en talenten’, waren hun helden.
Nu moeten burgers weer voor zichzelf zorgen en wat vriendelijker worden in de omgang met elkaar. Want het multiculturele ideaal dat de generatie van Van Es met zoveel morele hooghartigheid heeft uitgedragen, is stuk gelopen op de harde werkelijkheid. De chaos laat zich niet meer vanuit het gemeentehuis beteugelen, zo heeft Van Es moeten vaststellen, twintig jaar na Bolkestein, tien jaar na Paul Scheffer en Pim Fortuyn. Ex-communist word je na de val van de Muur.
Beter (te) laat dan nooit natuurlijk. Ik tel mijn zegeningen.
Hartelijk welkom, mevrouw Van Es, in het conservatieve kamp. Met de grote Amerikaanse neoconservatief Irving Kristol bent u een ‘liberal who has been mugged by reality’, en daarmee feliciteer ik u. Ik bewonder uw moed. Want ik kan me goed voorstellen dat u deze stap met enige tegenzin zet. U en de uwen – ik denk niet alleen aan Paul Scheffer maar ook aan NRC-columnist Bas Heijne met zijn recente essay Moeten wij van elkaar houden? - belichaamden de weldenkendheid en moeten steeds meer hun grote historische ongelijk komen opbiechten nu de werkelijkheid zich onaangenaam opdringt. U en de uwen gaan daarmee in feite net zo pragmatisch en opportunistisch met het eigen gedachtegoed om als de gemiddelde politieke partij, en het moet pijnlijk zijn dat bij u zelf vast te stellen. U erkent dat historische ongelijk natuurlijk niet, maar stelt vast dat anderen u uw gedachtegoed en de consequenties daarvan wel eens met recht en reden kwalijk kunnen gaan nemen. Een concessie aan die werkelijkheid, zoals u die maakt, zou je daarom bijna kunnen zien als een smoes, om te laten zien dat u en de uwen op hun schreden zijn teruggekeerd en het allemaal zelf hebben bedacht, over die hoffelijkheid en zo.
U hebt in uw jeugd in de Haagse Vogelwijk ongetwijfeld het gymnasium bezocht en Horatius gelezen. Waarschijnlijk ook het gedicht over die hooivork, weet u nog wel, waarmee je dacht alles overboord te kunnen gooien, en over die menselijke natuur en de werkelijkheid die toch altijd weer blijven terugkeren en hun rechten opeisen.
Daarnaast, je moet met oogkleppen rondlopen om niet te zien dat de multiculturele samenleving beter geslaagd is dan de art. 31 figuren uit Staphorst, Bible Belt e.d. in de NL samenleving.
Drs. Ing. Leen Callender
(politiek-analist)