D66-motieover waterschappen ook door VNG en IPO weggehoond
Donner moet de waterschappen als bestuurslaag op te heffen. De taken zouden dan door de provincies kunnen worden overgenomen. Gemeenten en provincies zijn tegen
De Unie van Waterschappen krijgt steun uit onverwachte hoek: ook gemeenten en provincies noemen het Kamervoorstel tot opheffing van de waterschappen een achterhaalde discussie.
De oppositiepartijen en de PVV steunden deze week een motie van D66 waarin minister Donner van Binnenlandse Zaken werd opgeroepen de waterschappen als bestuurslaag op te heffen. De taken zouden dan door de provincies kunnen worden overgenomen. Voordelen: het zou een half miljard euro opleveren en de bestuurlijke drukte zou verminderen.
Liet minister Donner in zijn antwoord al weten niet blij te zijn met de motie, in de reacties van de betrokken regionale en lokale bestuurs lagen klinkt nauwelijks verholen woede en cynisme door: ‘Een rituele dans, het ene jaar moeten de waterschappen weg, het andere jaar de provincies’, stelt de Gelderse watergedeputeerde Co Verdaas, tevens bestuurslid van het Interprovinciaal Overleg (IPO).
Ook VNG-bestuurslid Ina Adema (burgemeester van Veghel) heeft geen goed woord over voor de motie. ‘Buitengewoon onverstandig en haaks op eerdere afspraken’, stelt zij vast. Ze noemt de voorstellen achterhaald. ‘Als je dit al had gewild, dan 2 jaar geleden. Nu ligt er een bestuursakkoord waar alle partijen voor hebben getekend.’
Deze opvatting wordt onderschreven door zowel Verdaas als Peter Glas, voorzitter van de Unie van Waterschappen. Beiden gaan zelfs nog wat verder: het akkoord komt compleet op losse schroeven te staan. ‘Waterbeheer maakt integraal deel uit van de gemaakte afspraken. De schappen nemen zelfs een aantal taken over van het Rijk en van de provincies’, aldus Glas.
Met IPO en VNG vreest ook de Unie een voortslepende discussie over de bestuursconstructie. ‘Laten we de energie gebruiken om de afspraken na te komen. Die voorzien al in bezuinigingen oplopend tot 750 miljoen in 2020’, stelt Glas vast.
Overallen
Alle drie de bestuurders voelen zich overvallen door de motie. ‘We hebben veel contacten met Kamerleden, maar blijkbaar had men afgesproken dit maar even voor ons geheim te houden’, constateert Glas. Nog los van deze ‘onbehoorlijke omgang’ zien de bestuurders inhoudelijke bezwaren tegen het opheffen van de schappen: de provincies hebben niet het ambtelijke apparaat om de watertaken over te nemen, het zal de eerste jaren alleen maar geld kosten terwijl de besparingen op langere termijn zeer onzeker lijken.
De cijfers waarop de Kamer de motie baseert zijn fout, stelt Glas. ‘De berekening van 500 miljoen besparing op bestuurskosten zou kloppen als de dijkgraven en andere bestuurders binnen de schappen 5 miljoen per jaar zouden verdienen.’ Ook het argument dat de bestuurlijke drukte zal afnemen als er een complete bestuurslaag wordt weggesneden sneuvelt. Glas: ‘Als je bestuurlijke drukte definieert in de zin dat drie lagen minder zijn dan vier, dan klopt het. Maar als deze vier soepel samenwerken en via heldere taakomschrijvingen elkaar niet in de weg zitten maar aanvullen, dan kon het met een speler minder weleens drukker en onoverzichtelijker worden.’
Nu weten alle bestuurslagen tenminste waar ze aan toe zijn, stellen Adema en Verdaas. ‘Wij houden bijvoorbeeld toezicht op de waterschappen. Straks moeten we dus toezicht houden op ons zelf’, voorspelt Verdaas. Glas denkt dat het Rijk dat zal overnemen. ‘Dan zal de Kamer zich moeten gaan bezig houden met de bovenloop van de derde zijbeek van onze rivier Dommel.’
Principieel
De bestuurders voeren ook een principieel bezwaar aan tegen het plan: het waterschapbudget van rond de 2,5 miljard euro komt in de algemene middelen en daarmee in het domein van de politieke waan van de dag. Voor je het weet moet onderhoud van dijken concurreren met de aanleg van wegen of de bouw van een nieuw ziekenhuis, zo is de angst.
Als voormalig Kamerlid had Verdaas gehoopt op wat meer historisch besef van zijn oud-collega’s. ‘Ze doen net alsof we niets hebben bereikt de afgelopen anderhalf jaar. We hebben juist al veel bespaard. Dat steekt me nog het meest.’ Maar hoe zit het met zijn eigen historisch besef? Nu steunen de provincies de waterschappen, anderhalf jaar geleden stonden ze nog te trappelen om deze over te nemen. Niet voor niets baseert de Kamer haar wens tot ophe!ng mede op een oud rapport van het IPO. Verdaas geeft toe dat er toen wat ruiger met elkaar werd omgegaan. ‘Ja, het ging om het kale bestaan van de bestuurslagen. Dat haalt niet altijd het beste in ons naar boven en zet de omgangsvormen tussen de koepels makkelijk onder druk.’
Maar hoe gezamenlijk gevoerd ook, gaat het toch niet om een achterhoedegevecht nu de Kamer in meerderheid voor opheffing lijkt? Zowel VNG, IPO als de Unie stelt van niet: ‘Dit gaat jaren kosten en vergt een grondwetswijziging. Daarvoor is een gekwalificeerde meerderheid nodig en die zie ik nog lang niet’, voorspelt Glas.
Reacties: 15
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Alleen is het wel moeilijk om dat voor de buitenwacht te bewijzen. Als bestuurders landjepik spelen wordt ze verweten alleen op hun eigen macht uit te zijn. Als ze goed samenwerken is het verwijt dat ze de status quo willen behouden. Graag wat meer VERTROUWEN in bestuurders die er nu eens niet voor kiezen elkaar te bestrijden en vragen om recent gemaakte afspraken te respecteren.
Frans Soeterbroek
ruimtemaker in bestuurlijke drukte
Nu is het tijd om afscheid te nemen, omdat het goedkoper en zeker niet slechter kan. de waterschappen waren ooit goed. Nu is het een bestuurlijke lobbyclub, die burgers op kosten jaagt door een rijksbezuiniging graag in te boeken. Hoezo de vervuiler betaalt? In Zeeland gaan inwoners daardoor fors meer betalen voor het dijkbeheer. En dit alles dankzij de territoriumdrift van de waterschappen.
Waterschappen werken in stroomgebieden en het is technisch zeer onverstandig dit te knippen in provinciegrenzen. Bovendien moet het werk dat waterschappen doen toch uitgevoerd worden, je zult dus het zelfde aantal mensen moeten hebben om de klus te klaren. Wat is dan de besparing ? Als de taken overgedragen worden aan de provincie zullen deze zeker speelbal worden van politiek ingevulde budgetten, dit zal rampzalig blijken. Een ander nadeel is dat de lijnen van de ingelanden met het waterschap nog redelijk kort zijn door gebiedskennis van de mensen in de buitendienst, de signaleringsfunctie m.b.t. waterkwaliteit en kwantiteit is van groot belang. Als dit opgeschaald gaat worden is de binding compleet weg en zal dit tot vervelende situaties leiden.
Uit verschillende landen komt met hier zich voorlichten hoe men een goed werkend waterschap kan oprichten, Nederland is op dit gebied een voorbeeld in de wereld, eeuwenlang is kennis en ervaring in watersystemen opgebouwd. En dit moeten we offeren om het spook van de politiek gekleurde bestuurlijke vernieuwing te plezieren ? Als dit doorgevoerd wordt zal dit een organisatorische en financiële misser blijken.
Het bestuursaccoord is er helemaal niet! Er liggen wat wederzijdse afspraken en intensies. Steeds meer zal de komende jaren duidelijk worden, dat de betekenis van zowel provincie als waterschappen als tussenliggende bestuurslagen zijn uitgespeeld.
De gemeenten met in toe nemenden mate gevormde intergemeentelijke samenwerkingsverbanden in Gemeenschappelijke Regelingen en de vorming van krachtige en beleidsbepalende Regio's zullen binnen nu en 10 jaar het bestuurlijke landschap van de overheid danig op zzijn kop zetten.
Provincies en waterschappen zullen verschralen tot toezichthoudende inspecties en diensten. De Regio's nemen de belangrijke kerntaken over, omdat de individuele gemeenten in de toekomst niet meer in staat zijn om de benodigde kwaliteit, know how en financiering kan bieden die nodig zijn om de toenemende, ingewikkelde en kostbare taken uit voeren of te leveren. Op Regio-niveau ontstaat eenbestuurlijk lichaam, die hoogwaardige deskundigheid, professionalisme, en specialisme en bestuurlijke aansturing gaat bieden gericht op strategische en beleidsbepalende, bestuurlijke en uitvoerende taken voor zowel de korte, als voor de lange termijn. Regio staaan dicht bij de praktijk, hebben voeling voor wat nodig is in de Regio en zullen gaan werken met op gemeentelijk niveau uitsluitend service en informatiecentra voor de burger.
Een bestuurslaag als het 'waterschap' is van de vorige eeuw en dus uit de tijd. Vernieuwing, verbetering en kostenbesparing zal een ieder moeten toejuichen, ongeacht de persoonlijke gevolgen.
Het verbaasd mij dat provincies en gemeenten een ander doel nastreven. Ik ben erg benieuwd naar de onderbouwde argumentatie van beiden.
De taken van het waterschap zijn zeker essentieel, echter deze kunnen zeker heel goed door de provincie worden uitgevoerd en anders kan het als 'dienst' bij een ministerie worden gevoegd.
De besparing zal zeker groot zijn. En wat betreft de waterschapsheffingen, deze kunnen worden afgeschaft want kosten die betrekking hebben op de waterhuishouding kunnen worden 'verhaald' via de loonheffing. Ook dit is een besparing van miljoenen euro, het overwegen waard.
Bestuurders van hoogheemraadschappen, waterschappen blijf niet op uw warme zetel.
De inhoudelijke keuzes van waterschappen zijn beperkt: op 1 staat goed waterbeheer tegen acceptabele kosten; op 2 staan de meer of minder groene keuzes die daarbij gemaakt worden en de accenten die gelegd worden in gebruikersbelangen (hoe wordt het milieu het beste beschermd en de natuurliefhebber gediend; moet de boer met een trekker het veld op kunnen, of is het belangrijk ook in droge perioden voldoende water voorradig te hebben enz.). Vaak is het mogelijk de verschillende deelbelangen te bedienen, maar soms sluiten deze keuzen elkaar uit. Vooral in die gevallen speelt het beperkte belang van politieke keuzen voor de burger en het bedrijf een rol. Op zichzelf zijn de verkiezingen voor de waterschappen daarvoor een mooi middel.
Helaas is de geestelijke verwarring in het landsbestuur zo groot, dat ook bestuurlijke, uitoverende organisaties het politieke speelveld ingetrokken worden, en er heel andere argumenten een rol gaan spelen.