Advertentie

Waarom gaan we naar Afghanistan?

Gaat het debat over een mogelijke nieuwe missie naar Afghanistan eigenlijk nog wel over Afghanistan? Of gaat die discussie vooral over de machtsverhoudingen in de internationale en nationale politiek? En wordt de uitkomst van het debat dat deze week in Den Haag woedt dus vooral bepaald door oneigenlijke, dat wil zeggen: strategische, partijpolitieke overwegingen?

25 januari 2011

Gaat het debat over een mogelijke nieuwe missie naar Afghanistan eigenlijk nog wel over Afghanistan? Of gaat die discussie vooral over de machtsverhoudingen in de internationale en nationale politiek? En wordt de uitkomst van het debat dat deze week in Den Haag woedt dus vooral bepaald door oneigenlijke, dat wil zeggen: strategische, partijpolitieke overwegingen?

Officieel, en als we er expliciet naar worden gevraagd, luidt het standpunt dat we Afghanistan willen bevrijden van de Taliban, zodat het land veilig wordt (niet langer een broeinest van islamitisch terrorisme) en het Westen zich ook veiliger kan voelen. Dat hoor je Nicolaï van de VVD telkens zeggen: het gaat om de veiligheid daar en hier. Meer idealistisch gedreven politici brengen naar voren dat we het (vooral ook) doen voor de meisjes. Die moeten we bevrijden van de boerka die de Taliban hen omhangen. Daarom zijn we al bijna tien jaar in Afghanistan, en daarom moeten we nu opnieuw naar Kunduz.

Tegenstanders van de nieuwe missie beroepen zich vooral op de vaagheid van de doelstellingen. Daar zit iets in. Om de missie voor de linkse fracties acceptabel te maken is zij tot een soort padvindersmissie gedevalueerd, en het lijkt volstrekt werkelijkheidsvreemd om zo’n civiele missie naar een land als Afghanistan te sturen. Een opbouwmissie is het, maar dan wel tijdelijk. Geen vechtmissie, maar misschien zullen we wel vechten.

De nieuwe missie oogt vooral als een onderdeel van een nieuwe strategie. De oorlog daar, die al sinds oktober 2001 woedt, heeft geen aansprekende resultaten geboekt. De Taliban en Al Qaida zijn niet uitgeschakeld. Pakistan is nog altijd even gevaarlijk. En daar iets aan te doen was toch echt de bedoeling: ‘Our overarching goal remains the same: to disrupt, dismantle, and defeat al Qaeda in Afghanistan and Pakistan, and to prevent its capacity to threaten America and our allies in the future’, zei de Amerikaanse president Barack Obama eind november 2009. In Kaboel zetelt geen democratische regering. De ‘internationale gemeenschap’ (wat dat dan ook is) wil er weg, en wil dat netjes doen, zonder gezichtsverlies, onder andere met achterlating van goed opgeleide politieagenten die straks natuurlijk ook militaire opdrachten moeten gaan uitvoeren. En Amerika zal er een basis willen houden voor militaire actie in de regio.

Moeten we daar aan mee doen? Het antwoord op die vraag lijkt te worden bepaald door de vraag hoe regierungsfähig partijen zich willen presenteren. De presentatie van zichzelf als partijen die bereid zijn verantwoordelijkheid te nemen en vuile handen te maken en dus kunnen en willen regeren (in een paars-plus combinatie) was de belangrijkste reden voor D66 en GroenLinks om in de zomer van 2010 een motie in te dienen vóór een politiemissie, inclusief militaire beveiliging. Het besluit van het kabinet tot zo’n missie ligt in het verlengde van die motie. Achter de schermen is er zelfs intensief onderhandeld met GroenLinks en D66 over de inhoud van het besluit. Terwijl D66 – de partij die zichzelf afficheert als enige en laatste partij in ‘het radicale midden’ – een betrouwbare coalitiepartner wil blijven en de missie steunt, beweegt GroenLinks onder het aanvoerderschap van Jolande Sap richting de nee-stem van PvdA en SP, de partijen waarmee zij op zondag 16 januari ook op één podium stond in de strijd voor een ander Nederland.

In aanloop naar de belangrijke Statenverkiezingen van 2 maart a.s. lopen de meeste partijen op eieren. Ook de ChristenUnie, een in principe gouvernementeel ingestelde partij die buitenlandse missies pleegt te steunen, heeft te maken met een verdeelde achterban waarvan ruim tweederde ineens tegen de missie blijkt te zijn. GroenLinks heeft met hetzelfde verschijnsel te maken. De pacifistische vleugel roert zich en Sap zegt dat haar twijfels steeds sterker worden maar houdt de mogelijkheid over om zich achter de schermen alsnog door het kabinet te laten overtuigen. Ondertussen voert ze de druk op door van het kabinet nadere toezeggingen te verlangen omdat de kabinetsplannen toch geen ‘adequate uitvoering’ van de motie van GroenLinks en D66 zouden zijn.

Bart Jan Spruyt

In dit ingewikkelde spel lezen de betrokken Kamerleden staatsgeheime rapporten, zitten ze een volle dag in een hoorzitting waarin een baaierd aan opvattingen voorbij komt, hebben ze vertrouwelijke overleggen met een delegatie van het kabinet, voeren ze woensdag een lang Algemeen Overleg en donderdag een ongetwijfeld lang en heet plenair debat. Door het hoofd van alle sprekers zullen verwarde strengen van argumentatie spoken. Maar over de veiligheid daar, en die meisjes, daar zal het niet over gaan.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie