VVD het liefst samen met CDA
De VVD zit in het lokaal bestuur het vaakst met het CDA in een college. Daarna schuiven de lokale partijen, soms van populistische snit, het meest aan bij de VVD. Op de derde plaats volgt de PvdA.
De verkenning van kabinetsinformateur Uri Rosenthal richt zich in eerste instantie op een kabinet met de grootste partij (VVD) en de grootste winnaar (PVV). Zowel de PvdA als het CDA kan deze twee partijen aan een meerderheid helpen, maar de PvdA wil niet met de PVV van Wilders in een kabinet en het CDA staat na de historische nederlaag niet te trappelen. De christen-democraten verloren net als in 1994 twintig zetels, wat toen leidde tot een gang naar de oppositie en de formatie van een paars, CDA-loos kabinet van PvdA, VVD en D66.
Dat paarse alternatief is getalsmatig onmogelijk en daarom wordt in politiek Den Haag gesproken over paarsplus (met GroenLinks erbij) als alternatief. Deze combinatie is in het land niet populair, zo blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur naar de college-combinaties met de VVD in het lokaal bestuur.
Lokaal
Slechts in vier gemeenten (Eindhoven, Gorinchem, Haarlem en Zeist) is na de gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart een paars-plus-coalitie geformeerd. Liefst zestien combinaties waar de VVD aan deelneemt, komen vaker voor dan paars-plus. Daaronder ook de combinatie van VVD-PvdAGroenLinks- D66 plús het CDA die geformeerd is in vijf gemeenten: Alkmaar, Gouda, Pijnacker-Nootdorp, Tilburg en Velsen.
De VVD combineert het liefst met het CDA en een lokale partij. In 33 gemeenten is er een college met wethouders uit deze drie partijen, Daaronder zijn grote gemeenten als Dordrecht, Spijkenisse en Veldhoven, maar het is in de eerste plaats een populaire combinatie in kleinere plattelandsgemeenten. Wie lokale partijen als populistische protestpartijen kwalificeert en daarmee gelijkstelt met de PVV van Geert Wilders is dan snel klaar, maar veronachtzaamt het gevarieerde politieke profiel van lokale partijen.
De op een na meest voorkomende combinatie waarin de VVD participeert, is een coalitie met CDA en PvdA. In 27 gemeenten vormen de drie zogeheten bestuurderspartijen het college van B en W. In politiek Den Haag geldt de combinatie van VVD, PvdA en CDA als alternatief wanneer een formatie over rechts met de PVV dan wel over links (paars-plus) mislukt. Het is ook de combinatie waarvan werkgevers en werknemers in de huidige tijden van (financiële) crisis het meeste heil verwachten. De combinatie van de drie bestuurderspartijen is populair want zij vormt de basis voor nog drie andere coalitie-combinaties (met respectievelijk een lokale partij, D66 of ChristenUnie) die in de top-10 van de meest populaire colleges staat waarin de VVD meedoet.
Partner
De partij waar de VVD het meeste samen mee in een coalitie zit, is het CDA. In tweederde van de gemeenten waar de VVD collegeverantwoordelijkheid draagt zit ook het CDA in het college. In zestien gemeenten doen beide partijen met zijn tweeën het bestuur: Andijk, Bergen (L.), Boskoop, Bronckhorst, Grave, Haaksbergen, Haarlemmerliede, Hof van Twente, Koggenlanden, Losser, Margraten, Naarden, Ommen, Onderbanken, Reusel en Strijen. In de helft van de gemeenten waar de VVD wethouders levert, gebeurt dat in een combinatie met een lokale partij, en pas daarna (48 procent) komt de PvdA.
De VVD is eraan gewend dat zij niet alleen de dienst uitmaakt. Er zijn tien gemeenten (Alphen aan den Rijn, Barendrecht, Breda, Haarlemmermeer, IJsselstein, Leiderdorp, Leidschendam-Voorburg, Schouwen- Duiveland, Wassenaar en Weert) waar de VVD de meeste wethouders telt, maar geen meerderheid heeft in het college. Slechts in Roermond heeft de VVD onder leiding van het populaire oud-Kamerlid Jos van Rey een absolute meerderheid in het college met drie wethouders en hebben CDA en PvdA ieder één wethouder. In 242 gemeenten is de VVD één van de collegepartijen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.