Azijnzuur
Piss off. Ik ben maar een ambtenaar die op de achtergrond zich (overigens) het schompes heeft gewerkt om een geschikte zaal te vinden, in die buurt, betaalbaar, groot genoeg, met stoelen en tafels, met koffie en een drankje na afloop en juist vrij beschikbaar op die en die avond. Rot op. Denk ik dan. Dit mag je natuurlijk niet denken.
“Ik mis de presentielijst?!” Een dame kijkt mij aan met azijnzure blik. We zijn op een hoorzitting die de gemeente in de buurten houdt over de begroting. We zitten in een prachtige antieke salonzaal met uitzicht op de gracht. Ik antwoord dat we niet aan presentielijsten doen. “Maar ik wil een verslag hebben?” Ze kijkt zomogelijk nog zuurder.
Ik leg uit dat er geen verslag wordt gemaakt maar dat de uitslag van de avond op het web komt, namelijk welke punten uit de begroting de buurt het belangrijkste vindt en welke het minst. “Niet iedereen heeft internet thuis” zegt zuurtje met een, naar ik nu waarneem, beetje bekakte stem. Nee, zeg ik, daarom komt het ook in het (gratis) Stadsblad dat elke week uitkomt en overal bij supermarkten en zo ligt.
“Niet iedereen ontvangt dat krantje”, drenst azijnmevrouw door. “En dat betekent dus dat wij zelf moeite moeten doen? Ik wil een fatsoenlijk verslag, thuis bezorgd!” Ik vertel haar maar niet hoeveel ambtelijke moeite (van háár belastingcenten) het zou zijn om een verslag te maken en iedereen persoonlijk op te sturen. “En deze zaal is ook helemaal niet geschikt, want de akoestiek is niet goed. Er zijn mensen die slechthorend zijn”, sluit zuurmevrouw af.
Piss off. Ik ben maar een ambtenaar die op de achtergrond zich (overigens) het schompes heeft gewerkt om een geschikte zaal te vinden, in die buurt, betaalbaar, groot genoeg, met stoelen en tafels, met koffie en een drankje na afloop en juist vrij beschikbaar op die en die avond. Rot op. Denk ik dan. Dit mag je natuurlijk niet denken.
Azijntje is immers een Burger. Daar denk je aardig over. Nou ík niet deze keer. En ik zeg haar heel beleefd dat het toch wel een mooie zaal is en een levendig debat. Onverdroten gaat zij voort: dat ik voortaan met een zwarte viltstift moet werken, want die groene viltstift is voor sommige mensen onleesbaar. ”Er zijn mensen die kleurenblind zijn”. Wel mevrouw, dat is een goede tip die ik voor de volgende keer onthoud. Ik blijf beleefd. Op dat moment komt er een, overigens heel aardige, meneer naar me toe.
“Wat is dit toch amateuristisch. U moet met een laptop en een beamer werken in plaats van met flipovers en papier”. Grrrr. Ik ga maar niet vertellen dat het huren van een beamer enige honderden euro’s kost. Er zijn vier hoorzittingen, dus ruim 1000 euro. Van zijn belastingcenten. Democratie kost geld. Ik word nooit volksvertegenwoordiger. Al die Vreselijke Burgers en Azijnzure Mevrouwen in Zaaltjes.
Het is overigens wel zo dat we als burgers vanalles willen waarvan je je kunt afvragen of kosten en baten nog wel in evenwicht zijn. Als alleen die ene mevrouw behoefte heeft aan een verslag, moet dan de gemeenschap dat betalen (die ambtenaar heeft ook een uurtarief)? Had de beamer echt meerwaarde in deze situatie? Ik vermoed van wel, maar misschien was het budget er echt niet. Evenals er misschien geen budget was voor die moderne zaal met fantastische akoestiek.
Ik vind juist de beschreven toonzetting bij de interactie interessant, niet de juistheid van argumenten. Wat zegt de één, wat denkt de ander. Het zet mij er in ieder geval toe aan om eens vanuit de beschreven situatie naar mijn eigen handelen te kijken. Zowel als ambtenaar, alsook als burger (elke ambtenaar is ook een burger). Wat herken ik wel, wat niet, wat zou ik anders doen?
De gemiddelde burger is hartstikke vriendelijk en de gemiddelde ambtenaar ook en dan komen ze er samen prima uit.
Maar zoals gezegd, heb je aan beide kanten helaas ook zuurtjes en het is duidelijk dat die elkaar via dit artikel lijken te hebben gevonden.