Vier ministeries scoren onvoldoende op integriteit
Vier van de dertien ministeries hebben hun integriteitszorg niet op orde, stelt de Algemene Rekenkamer. De ambtelijke top bij de rijksoverheid geeft niet het goede voorbeeld als het gaat om integriteit.
Aandacht
In het donderdag gepresenteerde rapport Stand van zaken integriteitszorg Rijk 2009 concludeert de Algemene Rekenkamer dat negen van de dertien ministeries de afgelopen 5 jaar meer aandacht zijn gaan besteden aan het bevorderen van integriteit. Vooral Algemene Zaken en Buitenlandse Zaken hebben vooruitgang geboekt. Ook Binnenlandse Zaken, Onderwijs en Sociale Zaken scoren volgens de Rekenkamer een voldoende.
Forse impuls
De ministeries van Financiën, Landbouw, Defensie en Volksgezondheid schieten daarentegen tekort. Zij zijn ‘min of meer op hetzelfde niveau gebleven’ als in 2004, toen de Rekenkamer er in een nulmeting voor pleitte om ‘een forse impuls’ te geven aan de integriteitszorg. Defensie heeft naar aanleiding van het Rekenkamer-rapport inmiddels aanvullende maatregelen aangekondigd.
Inhaalslag
De Rekenkamer adviseert de achterblijvende ministeries ‘een inhaalslag’ te laten maken. Het bewustzijn bij de betrokken ambtenaren zou moeten worden vergroot via zogeheten soft controls. Hierbij gaat het om het bevorderen van integriteit via dilemmatrainingen, themabijeenkomsten en voorbeeldgedrag van het management. Behalve Defensie, zouden ook de de drie andere ministeries nog dit jaar met een plan van aanpak moeten komen, vindt de Rekenkamer.
Management
Punt van zorg voor de Algemene Rekenkamer is ook dat het management, in de beleving van veel ambtenaren, te weinig aandacht heeft voor integriteit. De Rekenkamer enquêteerde 6579 ambtenaren hierover via een vragenformulier op intranet. Slechts een minderheid bestempelt het voorbeeldgedrag en de ‘ethische sturing’ door de leidinggevende als positief.
Visie
Ongeveer de helft van de ambtenaren geeft aan dat het management een heldere visie heeft op integriteit en hen daarover ook informeert. Minder dan de helft vindt dat het management voldoende sturing geeft aan het integriteitsbeleid en aan integriteitsmaatregelen. ‘Deze bevindingen wijzen erop dat de getroffen maatregelen bij verschillende organisaties nog in de opzetfase zijn blijven steken en nog onvoldoende weerslag hebben op het integriteitsbewustzijn van de medewerkers’, aldus de Rekenkamer, die er aan toevoegt dat de rijksambtenaren ‘in het algemeen’ wel ‘voldoende inzicht hebben in de waarden en normen van de organisatie waar zij werken’.
Overschat
Leidinggevenden oordelen over het algemeen positiever over het integriteitsbeleid en de resultaten hiervan. Dit baart de Algemene Rekenkamer zorgen: ‘Deze positieve opvatting van het management kan ertoe bijdragen dat integriteitsrisico’s worden onderschat en de kwaliteit van de integriteitszorg in de organisatie wordt overschat.’ Veel ambtenaren zijn blijkens het onderzoek onvoldoende op de hoogte van geldende integriteitsregelingen. Geheimhoudings-, geschenk- en declaratieregels zijn bij de meesten wel bekend, maar voor regels over nevenfuncties, ongewenste omgangsvormen en internetgebruik geldt dit in veel mindere mate.
Zwak element
Een ‘zwak element’ in het integriteitsbeleid bij de overheid is verder het dikwijls ontbreken van risicoanalyses: ‘Sommige werkgebieden, activiteiten of omstandigheden binnen een organisatie hebben een verhoogd risico, omdat ze kwetsbaar zijn voor integriteitsschendingen. Het is van belang de factoren te kennen die tot een verhoogd risico leiden.’
Betrouwbaar
De Algemene Rekenkamer kondigt aan de ontwikkelingen rond het integriteitsbeleid op de voet te zullen blijven volgen. Het is als prioriteit aangemerkt voor de periode 2010-2015. De Rekenkamer beschouwt integriteit als ‘een wezenlijk element van goed openbaar bestuur’, schrijft zij in het rapport: ‘Overheidsorganisaties dienen onkreukbaar en betrouwbaar te zijn. De integriteit van overheidsorganisaties dient te worden geschraagd door de individuele integriteit van bestuurders en ambtenaren die binnen deze organisaties werkzaam zijn.’
Laat Binnenlands Bestuur daar ook een haar licht over schijnen. Niet alleen beleidsregels bekijken, maar hoe het in de praktijk uitpakt. Sinds kort is in Den Haag het wederhoor wel verplicht, maar fouten erkennen ze niet want ze maken geen fouten, terwijl de verandering in beleidsregels aangeeft dat er fouten zijn gemaakt...